Als ouders hoop je dat je kinderen ‘goed terecht’ komen.
Dat ze een beetje geluk hebben in het leven.
Met mijzelf als puber voor ogen hoor ik het mijn vader nog zeggen: “Een opvoeder is een stakker die in het duister tast…!”
Onze drie dochters zijn al jaren het huis uit, leven hun eigen leven en voorzover wij het kunnen zien gaat het goed met ze.
Maar dat ze goed door de puberteit zijn gerold, diploma’s hebben gehaald en een plek hebben gevonden in de maatschappij is niet onze verdienste.
Kinderen zijn kwetsbaar en toegankelijk.
Er kan van alles gebeuren in een kinderleven.
Als ouders voed je op; geeft liefde, corrigeert, ondersteunt en doet in de loop van de jaren steeds een aantal stapjes terug
Bij dat loslaten haal je je soms van alles in je hoofd.
“Als ze maar niet….”
“Als er maar niet….”
Deze week las ik de psychologische thriller ‘Het kwaad in ons’ van Corine Hartman.
Op de boekomslag staat een vogelnestje met drie eieren.
Dat nestje staat voor het Hattemse gezin van Simone en Richard: twee adoptiekinderen uit Brazilië, Daniel en Nina en één eigen kind, Veerle.
Je leest het verhaal vanuit verschillende perspectieven.
Moeder Simone is trots op haar gezinnetje en doet haar uiterste best om grip te houden op haar huishouden, haar patisseriewinkeltje en om de vrede in huis te bewaren. Wat niet goed lijkt te gaan bedekt ze met de mantel der liefde.
Vader Richard is leraar; hij heeft ook een rol in het gezin en in het leven van hun kinderen, maar hij is vooral bezig met zijn werk, de erfenis van zijn vader en ‘de nieuwe tuin met gracht’.
Maakt zich wel zorgen, maar denkt dat het zo’n vaart niet zal lopen.
Zoon Daniël wil een beroemd zanger/gitarist worden en zit al veel te diep in een crimineel circuit waarin het draait om coke en dealen.
Dochter Nina verlangt naar contact met haar echte moeder/familie in Brazilië en is in alles erg afhankelijk van haar broer, die haar meesleept in zijn drugswereldje.
Dochter Veerle tenslotte is een mooi meisje, dat iedereen om haar vinger windt en vooral uit is op eigen plezier en genot. Ook zij zit verstrikt in het web dat rond haar broer is gespannen.
In dit boek las ik dingen die ik niet wil weten.
Hoe dingen gaan in sommige groepen jongeren.
Bedreigen.
Chanteren en afpersen.
Mishandelen.
De eenzaamheid in zo’n kinderleven.
Iets over de helft van het boek gebeurt er iets met Veerle, waardoor je niet meer kunt stoppen met lezen.
Daniël en Nina slaan op de vlucht en ontketenen een nietsontziende rooftocht.
Snoeihard wordt het allemaal beschreven; ondertussen hoop je maar dat jou dit nooit zal overkomen.
Je ziet het al mijlenver aankomen: dit loopt niet goed af.
De laatste pagina’s worden geschreven vanaf de rokende puinhopen van wat eens een fijn gezin was.
Maar was het wel een fijn gezin?
Met recht een psychologische thriller.
Om 01.50 uur deed ik het licht uit.
Geef een reactie