Toen we begin oktober het ijzertijd-erf achter ons lieten, namen we Jan en Janny mee naar museumrestaurant ‘De Ar’ in Westerbork.
In 2021 aten Gerard en ik daar met z’n tweeën ter gelegenheid van onze trouwdag (zie ‘Eten in een slee).
Destijds vond ik het museumaspect ook al zo leuk, dit schreef ik er toen over:
“Het lastige is dat je niet overal uitgebreid kan gaan koekeloeren, want overal zitten mensen aan tafels te eten en te drinken.”
Deze keer bespraken wij een tafel om 18.00 uur en ik overlegde: “Als wij het museum willen komen bekijken, hoe laat moeten we er dan zijn?”
“Komt u dan om een uur of vier dan kunt u op uw gemak rondkijken.”
Maar dat was leuk. We kwamen aan de praat met de eigenaar die ons vertelde hoe ‘de Ar’ tot stand was gekomen.
Zijn schoonouders hadden het in 1970 van de oorspronkelijke eigenaren gekocht. Toen zaten de bedsteden (die je nu nog uitgebreid kunt bekijken) er nog in en dat was toen al bijzonder.
De nieuwe eigenaren besloten om het huis in authentieke staat te laten en er een soort museum van te maken.
De entree kostte 1 gulden, voor dat bedrag kon je de hele dag in en uit lopen.
In 1972 werd op de televisie de serie ‘Bartje’ uitgezonden.
De serie was mateloos populair en de eigenaren van de oude boerderij begonnen met het serveren van bruine bonen.
‘Er zaten hier in de oude kamer regelmatig grote groepen aan een ronde tafel om te genieten van deze eenvoudige doch voedzame maaltijd”.
De rest is geschiedenis.
Het accent kwam steeds meer te liggen op het eten en het museumaspect kwam meer op de achtergrond.
Je kijkt er je ogen uit.
De poppenkastpoppen Jan Klaassen en Katrijn nog met porseleinen hoofdjes.
Een ingericht kruidenierswinkeltje met alle mogelijke spullen van voor de jaren ’70.
Speelgoed, spelletjes, servies, oud gereedschap, een originele bruidegomspijp en handwerkjes uit grootmoeders tijd; een unieke verzameling.
Wij constateerden zorgelijk dat er in dit museum heel veel dingen waren die wij vroeger nog hebben meegemaakt.
Dan merk je dat je ouder wordt!
Die avond probeerden Janny en ik iets nieuws uit: het scharreldiner, een drie gangen-menu om te delen.
Tussen ons in werden bij iedere gang een aantal kleine gerechtjes geserveerd op een grote houten, plank.
Zo kun je ook eens iets anders uitproberen!
Drie keer hadden we de keuze uit allerlei heerlijks; het had wel wat van een tapas-maaltijd.
Bruine bonen zaten er trouwens niet bij……
Willem
In de tied da’k nog in Börk woonde was de Ar nog gewoon de boerderij van Benthem, Later he’k der ok wal ies eten, maor dat het veur die tied de naodruk lag op ’t museumdiel en dat het restaurant eigenlijk maor ‘bijvangst’ was, he’k nooit weten.
Dizze zommer hew nog met de breurs en zussen der oeze jaorlijkse ‘brussendag’ der holden. Zo ziet en heurt wij makaar in ieder geval nog minstens ien keer in ’t jaor, aans as veur de tillefoon.