een alternatief voor 'de waan van de dag'

20 oktober: Bakkie maaje.

Gerard kwam een aantal maanden geleden in gesprek met een aantal andere huiseigenaren op het Timmerholt.
Hij vertelde dat hij nog niet veel vis had gevangen.
Dat lag volgens de andere heren aan het aas; Gerard vist altijd met brood.
“Je mot gewoon een bakkie maaje kope….”

In onze nazomervakantie kwamen onze buren uit de Boskamp een dagje vissen in Westerbork.
Die wilden die dikke karpers in de vijver ook wel eens zien en zouden Gerard leren hoe karpervissen in zijn werk gaat.

Twee gewone hengels en één speciale karperhengel hadden ze mee.
En een boodschappentas vol visvoer.
En een koffertje vol accessoires.
En ‘maaje’, in goed Nederlands maden.
Brrr.

Buurtjes temperden onze verwachtingen wel van te voren.
Hij: “Ik vang nooit zoveel en ik heb altijd wat. Vishaak in de boom. Mijn visdraad in de war met dat van mijn vrouw. Bierblikje gevangen….”
Zij vulde aan: “Hij kreeg eens mijn haakje in zijn gezicht toen ik wat onvoorzichtig mijn hengel uitgooide.  Hij had de maden in zijn neus!”
Brrr.

We installeerden ons op het terras. Gerard kreeg uitgelegd hoe het met de karperhengel werkte.  Er zat geen dobber aan,  maar een hele lange lijn. Aan het haakje kwamen drie maden én iets daarboven hing een mini-mandje met speciaal samengesteld voer.
Hij: “havervlokken,  maïsmeel….”
Zij: “Er gaat zelfs custardpoeder in; ik moet er op letten dat hij mijn dure muesli er niet voor gebruikt!”
Gerard kreeg de karperhengel voor zich,  de buurtjes gooiden allebei hun gewone hengel uit. Er werd kwistig gestrooid met het speciale voer om de vissen gunstig te stemmen.
Ik hengelde af en toe naar een steek die ik had laten vallen in de boord van 80 steken van ‘de kniekous voor vader’.
Verder zorgde ik voor een hapje en een drankje.
Het eten moest wel worden aangereikt, want buurtjes en Gerard hadden zelf geen tijd om toastjes te smeren of pinda’s te doppen.
“Nee, ik zit met de hengel…”
Ondertussen amuseerde ik me kostelijk, breide toerloos 3 recht, 1 averecht en stak de vissers af en toe een hart onder de riem want….. twolniebiet’n.

Geen van drieën kreeg beet die middag. Eén keer ging buuf’s dobber helemaal onder; ze sprong op, maar ging ook direct weer zitten.  Haar dobber was omver getrokken door de karperhengel van Gerard,  die in aanvaring was gekomen met de karperhengel van de visser op nr.  95. Hail boudel in toeze.  Het was ons al voorzegd: ik heb altijd wat….

Het lag niet aan ons. Ook de vissers op andere plekken langs het meer haalden geen vissen uit het water.
Verloren dag? Welnee.
Met deze buren zitten we anders bij hen of bij ons aan de keukentafel te klaverjassen; nu zaten we in een heel andere setting en het was knoetergezellig.
Maar wat mij betreft gaan we de volgende keer weer klaverjassen.

Vorige

19 oktober: Scharrelen zonder bruine bonen.

Volgende

21 oktober: Wandelen tussen de boomtoppen

  1. Willem

    Verbaast me niks dat je in zo’n visvijver op een recreatiepark weinig vangt; een relatief kleine hoeveelheid water dat waarschijnlijk ook niet in een dusdanige verbinding staat met open water dat de vissen vrij zijn om te gaan waar ze willen. Veel vissers waarschijnlijk en er zal waarschijnlijk ook royaal gevoerd worden. Die karpers zitten daarom helemaal niet te wachten op eten aan een haakje. Vijvervissen wijken in geen enkel opzicht af van andere (wilde) dieren; als ze een gedekte tafel aangeboden krijgen gaan ze niet op jacht naar ‘selbstgefundenes fressen’. Wilde dieren zijn van nature lui en gaan daarom zuinig om met hun energie.
    Het is een andere discussie, maar hetzelfde geldt ook voor de wolf, wat natuurbeschermers ook beweren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Type de getallen in cijfers in onderstaand vak * Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén