Zondagavond 11 december.
We vieren met ons gezin het uitgestelde Sinterklaasfeest, het jaarlijks terugkerende festijn met surprises, gedichten en cadeaus.
Er werden weer speldenprikken uitgedeeld, kleine meningsverschillen uitgevochten en rare gewoonten benoemd.
Eén stel kreeg een deurbel.
Die het deed.
Ze hadden namelijk een scheepsbel bij hun deur hangen (idee van de man des huizes), maar die hoorden ze nooit.
Ook kregen ze een WC-bril met allemaal katten erop, een afzichtelijk, zwart ding, die ze waarschijnlijk gewoon gaan gebruiken*.
Iemand kreeg sokken met tompoezen er op met een gedicht over de barbaarse eetgewoonten in de familie Waninge.
De dichter er van eet tompoezen met een vorkje en haalde op deze manier zijn gram.
Eén schoonzoon kreeg een kookshort met de tekst ‘You can’t beat my meat’ er op. Dat is een soort familietrofee, die steeds van eigenaar wisselt.
Gerard kreeg eindelijk zijn ‘fish and chips’ waar hij iedere vakantie vruchteloos naar op zoek gaat: een zakje chips en een blikje tonijn.
Met een snerend gedicht over onze avonturen bij McDonalds in augustus van dit jaar.
Eén van ons had zich op deze avond al een half jaar intens verheugd, omdat ze eindelijk haar gelijk kon halen.
Samen met haar zussen zong ze een venijnig lied voor haar vriend, die daar vooral heel hard om moest lachen.
Met deze korte samenvatting heb ik nog niet de helft van de avond benoemd, maar het was weer als vanouds.
Schoonzoon maakte een opmerking over dit feest in combinatie met lijdensdruk, dat zegt al genoeg.
Er waren pepernoten, suikerbeesten, loempia’s en bitterballen en het werd veel te laat.
Maandagmorgen 12 december.
De wekker staat te vroeg voor de intensiteit van de zondag ervoor; als ik de wekker uitzet en op mijn telefoon radio 5 wil aanzetten blijft het stil.
Hè.
Wat nou weer.
Ik sluit de NPO-app af en open hem opnieuw.
Geen geluid. ’s Morgens geen Radio 5 is voor mij geen goed begin.
Gerard gaat weg. ‘DOEG!’
Ik zet Spotify aan met een eigen afspeellijst, doe mijn ochtend rek-en strek oefeningen, maar ik mis het gezellige gebabbel van de ochtendshow van Haandrikman.
Ik open de app nog een keer of vier, maar het blijft stil.
Niks aan.
Ik stuur een berichtje naar de studio in Hilversum in de app: “Ik krijg jullie niet pakken. Doet de app het niet? Heel mijn dagritme in de war…..”
Ik krijg een berichtje terug: inderdaad, storing.
Ik stap in de auto en rijd naar mijn werk; daar word ik in beslag genomen door de telefoon, een volle mailbox en mijn collega’s en verdwijnt het gemis als sneeuw voor de zon.
Rond vijven zijn Gerard en ik tegelijkertijd thuis.
‘Hoe was je dag? Had je files en kunnen we al haast eten?
“Radio 5 is er vanmorgen even uit geweest” vertelde Gerard.
Hij had in de ochtendshow van Haandrikman gehoord dat er een Ada had gereageerd met ‘Heel mijn dagritme in de war’.
Dat kan in heel Nederland maar één iemand zijn had Gerard gedacht.
Inderdaad.
Wat kent hij mij toch goed.
Al meer dan 40 jaar…..!
* Naschrift.
De WC-bril zit er al op.
“Het is nog lelijker met de tegels erbij” appt zij.
“It’s art!” appt hij.
Willem
In mien diensttied he’k een hofmeester metmaakt wel der prat op gung dat e een appel kun schellen en eten met mes en vörk. Mij ontgung de zin dervan hielemaol, maor ja, hij was der gelukkig met en da’s ok wat weerd.
Ie vindt het hoop ik niet gek da’k daoran dèenken mus toen het las over een tompoes eten met een vörkie (zunder messi?). Knap wark, maor wat een tompoes nou net dat extragie gef, dat zul ik wal missen.