Deze tekst stond aan het begin van de tentoonstelling ‘Sterven in schoonheid‘* in het Drents Museum in Assen:
‘Pompeï en Herculaneum zijn meer dan alleen hun einde’.
Zeg je Pompeï en Herculaneum, dan denk je onmiddellijk aan de uitbarsting van de vulkaan Vesuvius, die die steden in 79 na Christus wegvaagde.
De nadruk in alle verhalen om dat onderzoek heen ligt vaak op de omvang van de catastrofe, hoe de mensen met honderden tegelijk omkwamen, hoe ze zich probeerden te beschermen tegen de asregen en de lava en hoe de contouren van de lichamen tevoorschijn kwamen door gipsafdrukken.
Die aspecten van het dramatische verhaal spreken natuurlijk tot de verbeelding, maar die twee steden zijn meer dan alleen hun einde.
Door archeologisch onderzoek in beide steden hebben we een realistisch beeld gekregen van hoe de mensen leefden in die tijd.
Deze expositie bezocht ik met de dochter van mijn broer, nicht Coby, die bezig is met het laatste jaar van haar studie Archeologie aan de Rijks Universiteit in Groningen. We lazen bij de informatie dat de met as en lava bedekte steden al in 1738 en 1748 ontdekt werden. Coby merkte daarover op: “Wel jammer dat die ontdekkingen al zo vroeg zijn gedaan, want toen hadden de mensen natuurlijk niet de beschikking over de geavanceerde methodes die we nu hebben om onderzoek te doen. Er is toen ook veel kapot gemaakt.”
Bij de tentoonstelling in Assen ligt het accent op de schoonheid van gebruiks- en kunstvoorwerpen in beide steden.
In de vitrines en langs de wanden zie je keukengerei, schilderijen, meubels, versieringen aan gebouwen en complete fresco’s die op muren waren geschilderd.
De tentoongestelde stukken komen uit het nationaal Archeologisch museum in Napels en het archeologisch Museum Pompeï/Herculaneum.
En dan sta je oog in oog met een bakkersechtpaar uit Pompeï (zie afbeelding).
Zij wilden graag belangrijker en rijker lijken dan ze daadwerkelijk waren; ze lieten zichzelf portretteren met schrijfgerei, waaruit zou blijken dat ze geletterd waren. Ze staan op het schilderij zoals ze graag zouden willen zijn: zij op gelijke hoogte met haar man, hij in een wit gewaad dat in die tijd wees op een activiteit in het openbaar bestuur.
Toen had je in de maatschappij een rijke bovenlaag met daaronder een brede laag van gegoede burgers die hun uiterste best deden om te lijken op de mensen uit die hogere stand. Zij imiteerden hen op het gebied van kleding, haardracht, sieraden, huisraad: zien en gezien worden, daar draaide het om.
Coby en ik keken elkaar eens aan en benoemden de fresco’s van onze tijd: Facebook en Instagram.
“Dan is er in al die eeuwen eigenlijk niets veranderd…..”
Aan het eind van de tentoonstelling lazen we deze tekst:
Wie bepaalt wat wij mooi vinden? In de Romeinse tijd zetten het keizerlijk hof en andere machthebbers de trend.
Tegenwoordig wordt de inrichting van ons huis en de stijl van onze tuin vooral bepaald door ontwerpers, grote merken, tv-programma’s, influencers en andere bekende mensen.
Zij besluiten wat mooi is en wij geven ‘een like’. Zo draaien we in een cirkel rond en houden deze smaakpolitie zelf in het zadel.
* nog te zien tot 26 maart 2023.
Dit blog is mede mogelijk gemaakt door Groentotaal A. de B te A., waarvoor dank!
Willem
“Wel jammer dat die ontdekkingen al zo vroeg zijn gedaan, want toen hadden de mensen natuurlijk niet de beschikking over de geavanceerde methodes die we nu hebben om onderzoek te doen. Er is toen ook veel kapot gemaakt.”
Natuurlijk een waarheid als een koe, maar gelijktijdig ook onzinnig. Wie weet wordt er over 150 jaar gezegd dat wij uitermate primitief leefden. De ontwikkelingen gaan erg snel; 30 jaar geleden was het nog een bijzonderheid als je een ‘autotelefoon’ had en nu wordt er voetstoots van uitgegaan dat je een smartphone hebt. Mijn opa moest overal nog lopend heen en mijn vader had al op jonge leeftijd een fiets en kon dat in een uur wel 12 of 15 km ver weg zijn.
De mogelijkheid bestaat ook dat je ontdekkingen als van Pompeï en Herculaneum over 150 jaar helemaal in kaart en beeld kunt brengen zonder ook maar een spit diep te moeten graven.
Enerzijds zal de ontwikkeling steeds verder gaan en zich verfijnen; anderzijds staat er altijd weer een megalomane idioot op die bereid is de halve wereld in het ongeluk te storten om zijn eigen ideaal te verwezenlijken.
Hoe optimisme en pessimisme elkaar kunnen ontmoeten.