Op zaterdag 25 maart, onze trouwdag, huurden we twee auto’s op Gran Canaria: een middeleeuws stadje en een botanische tuin stonden op het programma.
Het stadje heette Aguïmes, oud met smalle straatjes.
Wij hadden de halve historische binnenstad al gezien vanuit de auto; we konden namelijk eerst geen parkeerplaats vinden, want de enige parkeergarage was dicht op zaterdag.
Soms deed ik m’n ogen maar even dicht op de passagiersstoel: we scheerden langs geparkeerde auto’s in overvolle straatjes en op een gegeven moment konden we niet meer verder toen we op een steile helling stonden. Ik was blij dat ik niet achter het stuur zat. Complicerende factor: wij hebben zelf een automaat en de huurauto was er één met versnellingen.
Als je een rijbewijs hebt hoef ik verder niks uit te leggen.
Uiteindelijk was er naast de parkeergarage een plekje voor de auto.
Wandelend volgden we de borden naar het centrum en kwamen aan op een pleintje waar ook de VVV zat.
Maar die was ook dicht.
Toen we een foto maakten van de plattegrond die op de gesloten deur hing kwam de uitbater van het café tegenover wat folders brengen met een plattegrond: fijn!
Nu wisten we waar we langs moeten.
We zochten eerst de kerk op.
Ook dicht.
Op het pleintje voor de kerk zochten we schaduw onder wat bomen.
Daar zat een hippe jongeman met rastahaar, tattoos en piercings, die contact zocht met ons.
Waar we vandaan kwamen enzo.
Hij vertelde dat hij ‘very nervous’ was, want hij werkte in de kroeg waar we voor stonden; het was zijn tweede werkdag en het was spannend geweest gisteren op zijn eerste dag.
De kroeg was toen nog dicht.
De dochters vonden de nieuwbakken ober ‘een schatje’ en wensten hem veel succes.
We maakten een rondje in Aguïmes.
Het werd al in 1491 gesticht door de Spanjaarden.
De oorspronkelijke bewoners van Gran Canaria, de Gaunches, woonden toen nog in grotwoningen, onder andere in de buurt van Agüimes.
Het stadje staat bekend om de Moorse architectuur; we wandelden door de oude stadskern en bekeken de soms een beetje scheefgezakte deuren en raamkozijnen.
Op het plein voor de kerk, het Plaza del Rosario, stond een soort podium opgesteld, waarop drie kruisen stonden.
Er was ook een graf met een verrolbare steen en een opening aan de achterkant.
Het was de setting voor een soort Passiespel dat op 31 maart zou worden opgevoerd, dat vertelden ons de posters die we tijdens onze stadswandeling overal tegenkwamen.
We kwamen terecht bij een atelier, waar een kunstenares ons van alles vertelde over de voorwerpen die gemaakt waren van gerecyclede materialen, zoals papier en stof.
Zij was wel in voor een praatje; als we iets wilden drinken of eten, dan konden we volgens haar ‘daar en daar’ terecht.
Maar dat gingen we niet doen.
We zochten ‘het schatje’ op.
Hij creëerde met een stralende glimlach onmiddellijk een terras voor acht in de schaduw van een boom, bracht heerlijk koud drinken en twee borden met focaccia.
Keurig verdeeld in acht stukken.
Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1; onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.
Geef een reactie