Het strand van de Engelsen: dat is letterlijk vertaald Playa del Ingles,.
Het ligt een paar kilometer verder dan San Agustin waar wij zaten.
Het is de grootste badplaats op Gran Canaria en staat symbool voor het massatoerisme.
Deze ‘stad’ bestaat alleen maar uit hotels, appartementencomplexen en bungalows en tussen al dat beton in staan er een paar winkelcentra die aan elkaar zijn verbonden door een eindeloze boulevard.
Dit strandgebied in het zuiden van Gran Canaria telt meer dan honderdduizend hotelbedden en heeft maar één onderwerp: zon – zee– toeristen.
Dat wilden wij ook eens meemaken.
Op onze trouwdag gingen wij met z’n tweeën ’s avonds ‘even kijken’, we hadden die huurauto nog tot de volgende morgen 09.00 uur.
Het was een combinatie van Rodermarkt, Zandvoort en Parijs.
We vonden een plekje voor twee bij een bar en bestelden een drankje.
We zaten nog maar net of er kwam al een meneer die horloges te koop had. En handtassen. En ringen.
Daarna kwam er een mevrouw die ons op de foto wilde zetten: “Me take romantic picture?”
Nou nee, we maakten wel een selfie.
We appten de kinderen over onze belevenissen; die werden toen eigenlijk wel nieuwsgierig.
Die maandag daarop lieten we ons met een shuttlebus vanuit ons hotel naar Playa del Ingles brengen.
Op het strand huurden we 8 parasols en 8 ligstoelen.
Het duurde even voordat iedereen een plekje had gevonden, was ingesmeerd en zich had geïnstalleerd: op de afbeelding zie je de wanordelijke kluwen die ons gezin veroorzaakte in de in twee-aan-twee opgestelde rijen strandstoelen.
Ook nu waren de Atlantische Oceaan en de golven in de branding weer sensationeel.
Gerard en ik maakten een strandwandeling en verbaasden ons over de zonnende mensen die al zo rood als een kreeft waren: zouden die niet weten dat dat niet zo gezond is?
Om 17.00 uur zou de laatste pendelbus naar het hotel vertrekken, maar dat lieten we op een gegeven moment maar los: we wilden nog even een stukje langs die beroemde boulevard lopen en we vertrouwden erop dat we met het gewone openbare vervoer ook wel weer bij het hotel zouden komen. (dat is prima gelukt: de taxi’s zijn daar goedkoper dan de bussen van het openbaar vervoer)
Wat een wereld, mensen.
Hier in Nederland is men erg voorzichtig met het bebouwen van de duinen en de kust, daar in Gran Canaria zijn in de jaren ’70 echt verkeerde keuzes gemaakt.
De duinen staan helemaal vol met gebouwen…..!
Net als bij het restaurant bij de botanische tuin bestelden we twee schalen met tapas bij een drankje op de beroemde boulevard. Het is bijna niet te geloven, maar daar lagen stukjes frikadel op! En mini-loempias! Het was een wonderlijke mengeling van hapjes van over de hele wereld, net zo divers als de duizenden toeristen die daar over de boulevard flaneren.
Je moet het een keer gezien hebben, maar ik heb een ander beeld bij ‘genieten aan het strand’.
Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1; onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.
Geef een reactie