We hoeven voor de zomer niet meer met de cantorij te zingen in een kerkdienst.
Dat zou betekenen dat we na Pinksteren geen repetities zouden hebben, maar dat vonden de meesten van ons wel jammer, dus we gaan nog drie repetities door. Gaat nergens meer over, gewoon zingen voor de lol dus.
“Geef even door wat je dan nog graag zou willen zingen” vroeg voorzitter Wieger een paar weken geleden.
O leuk; ik gaf door dat ik graag een koraal uit de Matthäus zou willen zingen.
Dinsdagavond zaten we weer met elkaar in de kerkzaal.
Karel had het cadeau meegenomen dat hij van ons had gekregen bij zijn examen: de volledige partituur van de Johannes Passion van J.S. Bach. Een heel boekwerk, waar we allemaal onze namen voorin mochten schrijven.
Hij liet ons zien welke partijen er allemaal te zien waren op de notenbalken, welke instrumenten daar bij hoorden en al vertellend was hij al haast aan het dirigeren. Maar er was nog geen orkest, alleen een uitgedund koor, want de grijze golf is al op vakantie en bij die golf hoort een groot deel van onze cantorij…
Twee stukken uit die Johannes Passion gingen wij instuderen: de koraal ‘Wer hat dich so geschlagen’ en het stukje ‘Wir, wir haben keinen König denn den Kaiser.’
Werd mijn wens toch vervuld, want dat koraal wordt ook gezongen in de Matthäus.
Stonden we dinsdagavond toch gewoon Bach te zingen met de cantorij!
Genieten!
We zongen ook twee heel andere stukken: het lied ‘Heyr, himna smiður’* IJsland en ‘Fey oh!’ uit Tahiti.
Geen idee wat je dan staat te zingen, maar wat leuk om eens iets heel anders te doen met dit koor, dat anders alleen kerkmuziek ten gehore brengt.
Het was fijn om zo samen te zingen, maar we deelden ook onze zorgen om Louisa, sopraan en bibliothecaris van onze cantorij. Ze is opgenomen in het Martiniziekenhuis en haar toestand is erg zorgelijk. Sopraan die altijd naast haar zit merkte op over de muziek van Bach: “Ik miste Louisa erg vanavond, ik kon altijd meevliegen met haar hoge noten…”.
Dit blog schreef ik woensdagavond; vandaag kregen we bericht dat Louisa in de vroege morgen is overleden.
Stil en verdrietig zijn we.
Louisa zal niet meer met haar mooie, hoge sopraan met ons meezingen.
Ze had dat IJslandse lied prachtig gevonden; dit blog sluit ik af met een link naar een uitvoering van dat lied en het verhaal erachter.
* Een paar jaar geleden liep een IJslandse Indie-folkgroep een treinstation in de Duitse stad Wuppertal binnen en creëerde een onvergetelijk muzikaal moment. De groep heet Árstíðir en de muziek was een 13e-eeuwse IJslandse hymne Heyr himna smiður, bewerkt door Þorkell Sigurbjörnsson, een van de belangrijkste 20e-eeuwse componisten van IJsland.
De muzikanten waren onder de indruk van stationsgebouw, dat in het begin van de 20e eeuw door de Pruisische Staatsspoorwegen werd gebouwd en een hoog, gebogen kerkachtig plafond heeft. Bekijk hier de stilmakende opname uit 2013.
Dick de Jong
Wat een prachtige vertolking. Met van die verrukkelijke diepe bassen. Daar ‘woon’ je als het ware in. Waarbij de akoestiek ook nog een flinke duit in het vocale zakje doet. Heerlijk!
Dick de Jong
En zingen gaan we vanzelfsprekend ook (mee)doen bij het afscheid van Louisa. Dat is een must. En Louisa luistert, vanaf die andere kant, mee.
Theo van Beijeren
Wat een mooi eerbetoon aan Louisa!
Ben er stil van…