Het overlijden van sopraan en bibliothecaris Louisa vorige week bracht nogal wat teweeg op onze cantorij.
Louisa zong in meerdere koren en haar kinderen hadden als een soort laatste wens aangegeven dat het mooi zou zijn als al die koren in haar afscheidsdienst zouden zingen. Dat resulteerde erin dat we dinsdagavond 13 juni met meer dan 40 koorleden stonden te oefenen: van al haar koren (Schola Gregoriana, ’t Vrolijk, Vocaal Ensemble Roden en het ‘Af&Toe-koor’) waren er vertegenwoordigers om samen met de cantorij één koor te vormen.
Om 11.30 uur vanmorgen kwam diezelfde groep zangers weer bij elkaar voor een generale repetitie (zie afbeelding, er op klikken voor een vergroting) en vanmiddag werkten we mee aan de rouwdienst. Een dankdienst waarin het accent lag op het zingen: dat was haar lust en haar leven.
Dochter Ally vertelde dat ze een lijst met liederen hadden gevonden die Louisa had opgeven om te zingen in haar rouwdienst.
“Als we die vanmiddag allemaal zouden zingen, dan waren we niet voor het donker op de begraafplaats…”
De liederen die we zongen waren zeer divers; ze vormden een mooie afspiegeling van de persoon die Louisa was.
Muziek uit het liedboek, een klassiek stuk van Mahler, teksten van Huub Oosterhuis, maar ook uit de Evangelische liedbundel.
Tijdens het inzingen pakte organist Erwin Wiersinga de muziek er bij en zei bij ‘Lichtstad met met uw paarlen poorten’: “Gaan we die zingen? Nee toch…” Zulke liederen zingen we echt nooit met de cantorij. Past niet zo bij onze pluriforme PKN-gemeente in Roden. Maar Louisa vond dat ‘evangelisch’ ook bij pluriform hoort, dus we zongen met het koor uitbundig én emotioneel het refrein “Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, luist’ren naar zijn liefdesstem. Daar geen rouw meer en geen tranen, in het nieuwe Jeruzalem!”
We hoorden een liefdevol verhaal over Louisa van haar dochter en vriendin Hetty sprak vanuit haar hart over haar bijzonder band met Louisa.
Cantor Karel zong ‘Ich bin der Welt abhanden gekommen’ van Gustav Mahler.
Ontroerend.
Maar niet het enige emotionele moment: we zongen namelijk het lied “De steppe zal bloeien”, lied 608 uit het Liedboek. Meestal sterft dit in schoonheid omdat de gemeente nooit zo goed weet waar de rusten zitten en waar moet worden doorgezongen. Zo niet vanmiddag. Cantor Karel dirigeerde en gaf duidelijk aan hoe het gezongen moest worden. Erwin Wiersinga zat achter het orgel en begeleidde ons gezang met een waterval aan noten. En toen werd het zomaar een spirituele belevenis, waarbij ik in gedachten bij Louisa was.
Ze zong niet meer met ons mee, maar ze was er door haar muziek toch bij: wij zongen vanmiddag voor haar.
In de rouwadvertentie stond: ‘Mam houdt van een goed gevulde kerk.’
Dat was goed gelukt: de kerkzaal zat bijna vol.
Toen ik vanmiddag naar huis fietste overdacht ik de dienst.
Een afscheidsdienst waaruit veel dankbaarheid opstijgt, waarin mooie en emotionele muziek wordt gezongen en waar een prachtmens uit naar voren komt. Ik moest denken aan het liedje ‘Go like Elijah’ van Chi Coltrane en dacht: “I want to go like Louisa when I go….!”
Ally van Hell
Zovelen bijgedragen aan een prachtig, bij mam passend, afscheid. Allemaal bedankt.