Op ons 40-jarig huwelijk kregen we van onze vriendengroep ‘de 8 van Hoogersmilde’ een bijzondere cadeaubon: een dagje ‘Happen & Trappen’.
Het leek ons leuk om dat in de buurt van Casa Grada te doen en op internet bleek dat er een route was die begon bij ‘de Abdij Burcht’ in het midden van Westerbork; het arrangement heette ‘Tussen heidevelden en hunebedden’
Als je die hunebedden wilde zien, moest je de route uitbreiden met 13 kilometer, dan haalde je Rolde op.
Dat deden we natuurlijk wel 😉
Donderdag 1 juni meldden we ons om 10.30 uur op het eerste adres en we werden verwelkomd met koffie met heerlijke appeltaart met verse slagroom.
De fietstocht naar het volgende dorpje Elp leidde ons door bos, heide en weilanden.
Het volgende etablissement dat we zochten heette Smaok, maar het was nergens te vinden.
Het adres was Hoofdstraat 1, maar daar vonden we alleen de Koekoekshof.
Toen we daar voor de derde keer voorlangs fietsten riep iemand ons na: “Komt u voor Happen&Trappen?”
Ja man.
Het bleek dat brasserie Smaok, onderdeel van familiehotel ‘de Koekoekshof’, van eigenaar was gewisseld en nu ‘Palu’ heette.
Met ingang van 1 juni.
Onze ‘Happen&Trappen-dag’.
Koekenbakker.
Zet er dan even een bordje bij of zo; nu verwachtte de eigenaar na ons nog drie stellen en bleef maar mensen naroepen…..
Maar we kregen echt een heerlijk voorgerecht!
We konden kiezen uit drie dingen en ik koos voor de tonijnsalade.
En zo fietsten we van dorpje naar dorpje en hier en daar streken we even neer voor een deel van het menu.
In Grolloo kregen we een heerlijke kom soep bij ‘Gerry’, waar ze in de achtertuin een enorme tent aan het opbouwen waren voor het Bluesfestival van het weekend daarna.
In Zwiggelte kozen we voor een heerlijke schnitzel bij ‘de Klipper’ en voor het toetje liepen we naar binnen bij ‘de Turfsteker’ in Westerbork.
Daar mochten we niets kiezen, maar daar kregen we toch een bord vol lekkere, kleine toetjes!
Tussen het eten door ontdekten we van alles op de fiets.
We stapten even af midden in een moeras, waar we over houten vlonders doorheen fietsten.
Daar ontdekte ik zowaar wollegras; dat komt alleen maar voor in veengebieden.
Verder stak er een piepjong reetje de weg over, kukelde in blinde paniek bijna in een sloot en sprong daarna op zijn ranke pootjes het grasland naast de weg in. Vinden wij dan zielig. Want waar is moeder?
We kwamen door dorpjes met namen als Ekehaar en Amen en in Rolde zagen we een zwart zwanenpaar met 5 grijze jongen bij een kinderboerderij. Daar vonden we ook de hunebedden D17 en D18 (klik op de foto voor een vergroting, dan zie je er 2); je leest er alles over op deze website.
Verder zagen we een puttertje, dat ik herkende van een blog in januari van dit jaar en we zagen twee kraanvogels.
Om met Daniël Lohues te spreken: een prachtig mooie dag!
Benieuwd naar onze route?
Hierbij een link naar ‘Tussen heidevelden en hunebedden’.
Willem
Bij het lezen van dit blog moest ik denken aan de Drentse Rijwiel Vierdaagse. Ter gelegenheid van 30 jaar DRV in 1995, is een boekje met limericks uitgegeven en een ervan , geschreven in het Veenkoloniaals, luidt:
’n Dikke moeke uut Valthermond
fietste de vaardaogse mit heur tweihonderd pond
en kwam zij deur ain dörp of stad,
even ain dukke puut patat . . . . .
“Och, fietsen is toch zo gezond”
De bedenkeris A A Walters uit Emmen