Samen met jullie verzamelde ik alweer een heel blog vol wonderlijke verschijningsvormen van onze Nederlandse taal:

Op het werk vertelde een collega dat ze hun vakantiereis moesten uitstellen: “Dat is heel vervelend als je er zo lang naar uitgeleefd hebt.”
Andere collega heeft eerst ergens anders gewerkt. Ze vertelt: “Ik heb er 3 maanden volledig ingedraaid.”
Ze werkte daar met een digitale plannings-app voor het maken van roosters: “Dat systeem beheerste ik in de vingers.”
Weer een andere collega werd aangesproken op een foutje in een brief.
Ze vond het gemiep. “Ja zeg, we kunnen overal wel slakken zout op leggen…

Carlijn hoorde iemand zeggen dat hij ‘goed geschoren ten ijs kwam’.

Frea maakte mij attent op de Instagram-pagina ‘Watikmisindesupermarkt‘.
Neem eens een kijkje op die site, erg leuk.
Daar staan bijvoorbeeld ook de voorgegaarde rapen op die je ziet op de afbeelding links.

Op kraambezoek bij neef Berry en zijn vrouw Annemiek hoorden we een mooie uitspraak van een kind.
Annemiek is juf van een kleutergroep; zij gaat af en toe even borstvoeding kolven in een andere ruimte.
“Waar is juf Annemiek?” vroeg een collega.
Kleutertje: “O, die is even aan het melken. Ja, niet van een koe, hoor!”

Een collega van Gerard in Brabant hangt ontslag boven het hoofd.
Gerard heeft het daarover met iemand van personeelszaken die over die collega zegt: “Ja, nu is hij de gebeten pineut.

In een supermarktfoldertje stond een plaatje van een recept, zie afbeelding rechts.
We zien een bord patat met drie soorten dipsaus.
Daarnaast staat ‘rustic fries met 3 kleuren dips’.
Rustic fries?
Ik zocht het op internet op.
De vertaling was: rustieke frietjes.
HAHAHAHA!
Ergens in de krochten van de kantoren van de reclamemakers in dienst van de supermarkt/patatmakers is er iemand die dit soort waanzin bedenkt.

Dit kwam ergens op de radio voorbij: iemand wil niets meer te maken hebben met het bedrijf waar hij vroeger voor gewerkt heeft. Dat zet kwaad bloed bij zijn vroegere collega’s. “Bij zulk afwerend gedrag is het lontje wel een keer op. Je kweekt op die manier iets los bij je vroegere maten”.

Tijdens onze Donaureis zaten we dagelijks aan tafel bij de Groningse Betty.
Zij vertelde dat ze als klein meisje ooit bij haar oom en tante aan tafel zat, omdat haar ouders op een begrafenis moesten. Op het menu stond rode kool. Maar dat lustte Betty niet, dus dat zei ze bedeesd tegen tante. Oom vond het gemiep. Nors zei hij: “Op of ien buus!” (op of in je broekzak).
Arme Betty. “Ik weet nog dat ik blauw jurkje aan had, waar van die kleine zakjes voorin zaten. Daar heb ik die rode kool toen maar onopvallend ingepropt….”.
Haar moeder was er achteraf niet zo blij mee.
Zij vertelde ook over een klein nichtje dat abrikozen steevast ‘fabriekozen’ noemde.

Klik hier voor het blog Nederlands maar dan anders deel 30, van daaruit kun je doorlinken naar voorgaande blogs in deze serie.

Hoop je op een snelle publicatie van deel 32 in deze serie? Stuur me dan versprekingen of verbasteringen van spreekwoorden die je hebt gehoord. Of grappige kinderpraat. Eén van onze dochters vroeg bijvoorbeeld eens nadat ik met de Zyliss blitzhakker (TSJAK! TSJAK! TSJAK!) zilveruitjes had gesnipperd: “Zijn ze nou dood…?”