Bij het versieren van de tuin (het aanleggen van de buitenlampjes, vlaggetjes etc.) was er een plantje gesneuveld. Er zaten al wat kleine, rose bloemetjes in.
Afgeknapt.
Gerard kwam er mee naar binnen: “Kun je hier nog iets mee?”
Tuurlijk.
Uit de tuin haalde ik nog wat meer materiaal en uit de kelder haalde ik een grote, rechthoekige schaal tevoorschijn. Ooit eens gekocht omdat ik er een adventsbloemstuk op wilde maken, maar ook al voor andere doeleinden gebruikt. Gisteren maakte ik een herfstbloemstuk met het gevallen plantje op een prominente plaats.
Op beide afbeeldingen zie je de linker- en de rechtervoorkant
Vooraan prijken de takjes van het ‘gevallen’ plantje met de kleine, rose bloemetjes.
Twee kalebassen van Astrid, wat hortensiabollen, sedum, skimmia rubella en wat los groen: in een handomdraai had ik het bloemstuk klaar.
In de bovenste hortensiabol zette ik een glazen kaarshoudertje; dat kaarsje steek ik ’s avonds aan als het donker wordt.
Het definitieve begin van de herfst is voor ons vandaag: de laatste dag van de Rodermarktfeestweek.
Het was weer een mooi feest, maar het wordt ook steeds erger met de geluidsoverlast. Loeiend schallen de boxen over Roden. 6 dagen lang pokkenherrie en geschreeuw. “WAAR BLIJVEN DIE HANDJES!” We worden geterroriseerd door knetterharde piratenmuziek en “…..DAT ER EEN ENGELBEWAARDER BESTAAT!” komt ons de neus uit.
Waarom moet het zo hard?
Gistermiddag op de markt hoorde ik iemand vertellen dat de kinderen die tijdens de Rodermarktparade op de wagen zaten oordopjes in hun oren hadden tegen die knallende muziek op de wagen.
Dat is toch heel raar.
Je kunt toch veel eenvoudiger de muziek zachter zetten?
Steeds vaker hoor ik verhalen van mensen die naar een bruiloft of een feest gaan en die in arrenmoede maar buiten gaan staan omdat ze anders niet met elkaar kunnen praten.
KNO-artsen waarschuwen al jaren voor veel te harde muziek in de horeca en een kwart van de jonge mensen in ons land heeft al gehoorschade.
Soms voel ik me een roepende in de woestijn*.
Zonder megafoon.
Dat is immers gelijk weer zo’n lawaai…….
* Een ‘roepende in de woestijn’ is iemand naar wie niet wordt geluisterd.
De uitdrukking heeft een bijbelse oorsprong en verwijst naar Johannes de Doper, die in de woestijn preekte.
Willem
Muziek die te hard staat lijkt van alle tijden.
Het was ergens begin jaren ’90 dat we met ons lab een mijlpaal hadden gehaald en dat wilden vieren met een etentje. Vooraf wat drinken (in de stamkroeg van een der laboranten) waar we op dat moment de enige bezoekers waren. Aan ons verzoek om de muziek wat te temperen werd, wel met een verbaasde blik, door de barkeeper voldaan. Maar tot ons aller verbazing en ook ergernis, was nog geen kwartier later, het geluid weer op het niveau van onze binnenkomst. En er was nog geen andere gast binnengekomen. De procedure nog maar eens herhaald en nu wat dwingender. Dat hielp iets minder dan een half uur.
De barkeeper was waarschijnlijk iemand met een gemanipuleerd gen dat hem dwong om in een lawaaierige omgeving te moeten werken.
Gelukkig was het ook tijd om het restaurant op te zoeken.