Dit weekend is het startweekend van onze kerk; één van de onderdelen was een vossenjacht die gistermiddag werd gehouden in het dorp.
Gerard en ik hadden ons allebei als ‘vos’ aangemeld.
De kinderen die een vos hadden gevonden moesten de vraag beantwoorden of ze deze vos ook mee wilden nemen op reis.

Gerard had een rolstoel geregeld bij Zorgplaza; die versierde hij met vlaggetjes.
Hij zat in de rolstoel op de Albertsbaan en als hij als vos werd gevonden begon hij een gesprekje over hoe het is als je in een rolstoel moet zitten. Wilden de kinderen hem wel mee op reis? Een rolstoel is immers lastig…..
De kinderen mochten hun naam op een sticker zetten die op de vlaggetjes werden geplakt.
Bere-interessant trouwens, zo’n rolstoel; alle kinderen wilden er wel even in zitten, zelf proberen vooruit te komen met die wielen én voortgeduwd worden!

Mijn verschijning was een heks.
Heksenhoed, heksenneus, rare bril en een takkenbezem: collega alt Saakje wandelde me straal voorbij, die had me niet herkend.
Ik had een stoel mee en mijn breiwerkje: ik zat zoet te breien voor de PET’s-place.
De deelnemers aan de vossenjacht vroegen natuurlijk eerst of ik een vos was; dan zette ik een schelle stem op, zei dat ik inderdaad een vos was en vroeg of ze een paddootje wilden of een zwarte kat? (een paddenstoelschuimpje met frambozensmaak of een katjesdropje…)
Ze kregen een heksenlach mee én mijn visitekaartje, zie afbeelding links.
Eén meisje vond het wel heel spannend allemaal en verdween aan het begin van onze ontmoeting achter mama, maar later stapte ze zomaar bij mij achterop de de bezem.

Naast de groepjes die meededen aan de vossenjacht was het ook vermakelijk om mee te maken hoeveel mensen even bleven staan om een praatje te maken. Een vriendelijk heer vroeg: “Schiet het wat op, mevrouw?” Hij bedoelde het breiwerkje.
Ook hij kreeg een paddootje ‘voor de hogere sferen’ en stak het visitekaartje met een glimlach in zijn jaszak.
“Mag ik u nog een goed weekend wensen, mevrouw?”
Dat mocht; toen de man wegliep zag ik aan zijn schouders dat de kakellach voor hem toch nog onverwacht kwam….

Toen we bij de ‘afterparty’ in jeugdgebouw ‘de Deel’ met de deelnemers, hun ouders én alle vossen aan de ranja zaten kwamen de verhalen.
Over de viking die er krijgshaftig uitzag, maar eigenlijk heel lief was.
En de vakantieganger, die met al z’n koffers bij de verkeerde bushalte stond.
De kampeerder, die per ongeluk zijn tentje op het gras naast de Catharinakerk had opgezet. “O. Is dit geen camping?”
Het vogelaar-echtpaar, dat met een verrekijker en een vogelgids voor de Albert Heijn zat.
De visser die zat te vissen bij de nieuwe fonteinen voor de HEMA en die op zoute haringen trakteerde en tenslotte de Mexicaan Daan bij boekhandel Daan Nijman.
Wat leuk, zo’n vossenjacht!

Mensen vonden Gerard trouwens zielig.
Met zo’n vrouw.
Gerard legde uit dat hij een sprookjeshuwelijk heeft.
“Als ik ’s avonds thuiskom zit de heks op de bank!”