Vandaag is het zondag Trinitatis.
Het feest van de Drieëenheid: de vader, de zoon en de Heilige geest.
Dominee Sybrand van Dijk noemde het vanmorgen een mysterie.
Hij had ons in de voorbeschouwing van de dienst op de website al aangekondigd dat het anders dan anders zou gaan vanmorgen
‘Een iets andere vorm, vandaag. Drie kleine schetsjes in plaats van één preek. Drie keer zo veel voor een en dezelfde prijs.’
Na de schriftlezingen verdween de voorganger uit het zicht van de gemeente en hij verscheen weer naast het orgel.
Hij sprak de gemeente toe als God en vertelde dat God geen man en geen vrouw was. God is liefde.
We zongen een couplet van lied 792 en daarna stond de voorganger weer achter de microfoon in het liturgisch centrum en nu vertolkte hij Jezus, die lichaam wilde worden van alle woorden die geschreven. Hij wilde die woorden waarmaken.
Hij vertelt over zijn eerste optreden in de synagoge in Kapernaüm. Dat hij tot de overtuiging kwam dat woorden alleen niet genoeg zijn en dat je iets moet doen.
“Dus ik stapte naar buiten en gelijk kwam de eerste zieke al naar mij toe. Toen ik hem zegende kwam ook al gelijk een tweede, en een derde en een vierde en ze riepen allemaal “Jezus, red mij, hoor mij doe voor mij en het werden er steeds meer.
En hoe meer ik deed, hoe meer ik zag, hoe meer er te doen was!
Ik kijk met de ogen van de woorden van God.”
In mijn hoofd zag ik op dat moment een fragment uit de musical ‘Jesus Christ Superstar’.
We zien Jezus omringd door mensen door Jeruzalem lopen. Eerst wordt hij door de journalistiek ondervraagd over wat hij nou eigenlijk aan het doen is en daarna zien we hem in blinde woede alle tafels in de tempel omgooien.
Daarna loopt hij de bergen in waar de leprozen en gehandicapten naar hem toekomen.
” See my eyes, I can hardly see, see me stand, I can hardly walk……”
Hierbij een link naar dat fragment op You Tube.
Na al die jaren maakt het nog steeds een verpletterende indruk.
‘There is to many of you! There is too little of me!”
Na weer een couplet van bovengenoemd lied zagen we de predikant helemaal niet meer.
Hij was verstopt achter de preekstoel en we hoorden alleen zijn stem: hij sprak als de geest.
Hij vertelde: “Jullie mensen hebben zoveel talenten: muziek, organiseren, luisteren, spreken. Zoveel talenten waarin iets oplicht van God en van Jezus. Dat is wat ik doe: een stukje van God in jou blazen. De wereld heeft behoefte aan mensen die weten wat liefde is en die haar in zich willen laten wonen en die haar willen laten delen.”
Toen verscheen op de preekstoel een opgeblazen rode ballon die werd losgelaten over de hoofden van de gemeenteleden.
Na de viering zei mijn buurvrouw: “Ik had eigenlijk willen applaudisseren na de preek!”
Vond ik eigenlijk ook.
Bij deze.
Yvonne Weekers
Wat een mooi verslag van wat een mooie dienst geweest moet zijn.