Soms organiseer je iets met een groepje en dan bevalt dat zo goed, dat je met dat groepje nog wel eens op pad wilt.
Zo ging ik ook dit jaar weer een dag op pad met mijn Royalty Gezusters.
Het Paleis op Dam hebben we met z’n vieren al bezocht en Paleis het Loo ook.
“Wat zullen we dit jaar gaan doen?”
Onze omgeving suggereerde om op Koningsdag naar Emmen te gaan, maar dat was geen optie.
“Veul te lang staon en dan zie’j nog niks” was een goede reden om dat niet te doen.
Maar tante Trijn had wel een ander voorstel.
In het Museum Collectie Brands in Nieuw Dordrecht konden we de tentoonstelling ‘Een koninklijk leven’ gaan bekijken die was ingericht ter gelegenheid van het koninklijk bezoek aan Emmen dit jaar.
“En wat doen we dan de rest van de dag?”
Tante Trijn had het allemaal al bedacht.
“Jullie komen met z’n drieën bij mij in Klazienaveen koffiedrinken, ik zorg voor wat lekkers.
Dan gaan we lunchen in de Witte Olifant en daarna rijden we een stukje door mijn woonomgeving in Zuid Oost-Drenthe.
Vervolgens rijden we naar Nieuw Dordrecht, bezoeken het museum en we sluiten de dag af met een etentje in bij Van der Valk Emmen.”
Het voorstel werd unaniem aangenomen.
Het antwoord op de vraag ‘wat doen we dan de rest van de dag’ is eigenlijk: praten.
Genieten van ons dagje uit.
Even wat bolletjes haakgaren halen bij een handwerkzaakje in Klazienaveen en een stukje door Duitsland toeren, want dat ligt vlakbij.
Het bespreken van het koninklijke nieuws vanuit de hele wereld; we zijn immers allemaal kenners.
Toen we gisteravond aan het toetje zaten zei tante Trijn: “Dit voelt voor mij echt als vakantie!”
En daarmee vatte ze ons dagje uit voor ons allemaal goed samen.
En wat heeft dit hele verhaal nou met het Asterix en Obelix gevoel uit de titel van dit blog te maken?
Ik had gisteravond spare-ribs besteld.
Daar kreeg ik een vingerkommetje met water bij met een schijfje citroen erin; natuurlijk moeten wij dan als royaltygezusters nog even het bijbehorende verhaal ophalen van koningin Wilhelmina. De Zuid Afrikaanse president ziet tijdens een staatsdiner een zilveren vingerkommetje aan voor een drinkbeker en zet de kom aan de mond. De andere genodigden en de lakeien gniffelden over het gebrek aan kennis van de etiquette, maar koningin Wilhelmina redt haar gast door zelf ook uit haar vingerkommetje te drinken.
Van de spare-ribs heb ik genoten!
Lekker met de handen gegeten en het vingerkommetje én mijn servet goed gebruikt.
Na het eten lagen er alleen nog maar botten op mijn bord.
En toen moest ik denken aan Obelix, die in andere landen altijd vroeg: “Hebben ze hier geen everzwijn?” en waarbij je op het laatste plaatje van het boek het vredige, Gallische dorpje zag met een rookpluim, lange tafels vol etende mensen en altijd wel ergens een afgekloven karkas.
En de bard Assurancetourix vastgebonden aan een boom.
Ben ik nu al uitgepraat over deze dag?
Geenszins.
Wordt vervolgd.
Willem
Spareribs vind ik altijd een traktatie en niet zozeer om de spareribs als wel om het feit dat je er zo lekker op kunt en mag kluiven. Op de een of andere wijze vind ik met de vingers eten een extra dimensie aan het eten geven. Iets vergelijkbaars geldt, wat mij betreft, ook voor een kippenboutje.
Eens in de twee weken ga ik een middag en avond naar mijn zwager in Vledder en kook dan ook voor hem. Ook wel eens een kippenboutje, maar zelfs dat kluift hij niet, maar eet dat met mes en vork. Het is dat hij geen fruit eet, maar als hij dat wel zou doen, verdenk ik hem ervan zelfs een appel met mest en vork te eten. Ik heb hem zelfs nog nooit een boterham uit het vuistje zien eten. Altijd op een bordje en bestek erbij. Nou ja, hij is er gelukkig mee en ik gun het hem van harte, maar begrijpen. . . . . . ?
Willem
Oh, en ik ben ook een groot fan van de Asterix- en Obelix-verhalen