Deze week ging ik twee keer op de fiets naar mijn werk.
Een fijne fietstocht op de vroege morgen en in deze periode extra fijn, want er fietsen bijna geen andere mensen.
Het is hoogzomer, het noorden heeft bouwvakvakantie en iedereen is vrij.
Bijna iedereen, want het secretariaat van Team290 is weliswaar krap bezet, maar er zijn naast mij tenminste nog twee van de zes collega’s  aanwezig.
Van de casemanagers en artsen zien we bijna niemand, alleen de mensen die  bureaudienst hebben.

Donderdagmiddag was er toch nog wat bedrijvigheid langs het fietspad door de Onlanden.
Er was een boer aan het maaien; dat was nog niet gebeurd, het was waarschijnlijk nog veel te nat.
Ook nu bleven sommige plekken nog ongemaaid, het was daar vast nog te drassig.
In het spoor van de tractor bevonden zich een aantal ooievaars die het héééél druk hadden met het zoeken naar kikkers, muisjes en insecten.
Mooi gezicht.
Op de afbeelding hiernaast zie je hoe het er uitzag.
Als je op de foto klikt komt hij wat groter in beeld: dan zie je het ‘maaispoor’, de ooievaars met op de achtergrond de skyline van de stad Groningen.

Die avond maakten Gerard en ik nog even een wandeling.
Gewoon, even door het dorp richting het bos achter de sporthal, daarna achter de manege langs, langs het water totdat je aan de zijkant op het kerkhof komt en daarna weer naar huis.
Onderweg vond ik een takje met twee kastanjebollen, een trosje vogelkersbesjes, een trosje vlierbessen, een takje elzenpropjes en ik dacht een drietal hazelnoten die nog aan elkaar zaten.
Die staan nu te pronken op het aanrecht in onze woonkeuken.
Een tastbare herinnering aan onze gewone, maar mooie zomeravondwandeling.