Maandagmorgen.
De wekker staat om 06.25 uur; voordat hij af gaat ben ik al wakker en ik vertrek mét mijn telefoon/wekker naar een andere slaapkamer waar ik ’s morgens mijn pilates/yoga oefeningen doe. Door de knieën, rekken, strekken, ademhalen, pffffff.
Om 06.40 uur zijg ik neer op het bed dat daar staat en ik ‘snel koppen’: Instagram, NOS-nieuws, RTV Drenthe en wat nieuwitems van Google.
Mijn oog valt op de kop ‘Het opgroeiende individu is teveel op een voetstuk geplaatst’.
“Wie zegt dat?” denk ik dan.
Rita Kohnstamm, psycholoog en bladenmaker.
Ze schreef er een artikel over in ‘de Groene Amsterdammer’.
Ik klikte op het artikel.
Meestal verschijnt er dan een banner: ‘dit artikel is alleen voor abonnees’ maar deze keer kon ik het lezen.
Ik las onder andere dit; hierbij citeer ik een stukje uit dat artikel.
Ouders en kinderen zouden door elkaar heen moeten leven.
Het organische proces van rekening houden met elkaar, de vanzelfsprekendheid van het jezelf beheersen ten gunste van een groter geheel.
Als je dat niet meer gewend bent, als een kind een geïsoleerd project wordt, krijg je volwassenen die zich de hele tijd aan elkaar storen omdat ze gewend zijn dat wereld alleen om hen draait.In Europa lopen individuen nu achter radicale volksmenners aan. Hoe komt dat?
Dat moet met angst te maken hebben. Voor een individu dat zo op een voetstuk geplaatst wordt is het griezelig een veer te laten.
In de tijd van de verzuiling zat ook iedereen in zijn eigen bubbel, maar dat je met elkaar tot een vergelijk moest komen sprak intussen vanzelf. Die bereidheid lijkt nu te zijn verdwenen.
Als kinderen leren dat hun beleving de enige werkelijkheid is, ram je dat er later moeilijk nog uit.
Het individu is zo bang geworden om de wedstrijd te verliezen, dat het anderen liever diskwalificeert dan het risico van een een nederlaag te aanvaarden.
Daar zat ik in de vroegte op maandagmorgen.
Rita legt de vinger op de zere plek.
De hele dag spookten flarden uit haar artikel door mijn hoofd.
Soms is de waarde van de dag iets waar je over na moet denken.
Willem
Of het nu mijn opa was, of mijn vader, weet ik niet meer precies, maar een van die twee zei wel eens “Ok je vijand moej soms even oet de wind holden, want der komp een keer daj die neudig bent”. Dat allemaal in het verlengde van het soms erg beklemmende en in sommige kringen bespotte ‘naoberschap’. En toch is goedbeschouwd dat citaat van Rita Kohnstamm een pleidooi voor de terugkeer van (de geest van) het naoberschap. Je moet er samen uitkomen ook al liggen de karakters mijlenver uit elkaar.