We hebben ze in Nederland niet zo vaak.
Zwoele zomeravonden.
Gisteravond was er één uit het boekje.
Zo’n romantisch boekje van smeltende harten en smachtende ogen die elkaar vinden bij kaarslicht.
Voor je nou denkt “Wat is er gebeurd met Gerard en Ada?!”: ik beschrijf alleen de omstandigheden.

Wij zaten met z’n tweeën op onze houten tuinstoelen met de verschenen kussens met een gammel houten tafeltje dat nodig gebeitst moet worden tussen ons in.
Daar stond een aantal gehaakte lampionnetjes op ( die ik haast nog niet had gebruikt), een wijn- en een bierglas en doppinda’s.
Het was nog meer dan 20 graden en we konden de sterren goed zien, want het was onbewolkt.
We bespraken het komende weekend en wat huis-, tuin en keukenzaken.

Verder zat ik ontzettend te genieten van twee bijzondere nacht-lampjes die we hadden gekregen van onze buurvrouw. Die had Gerard in de grote bloempotten gezet waar de vlijtige liesjes en de mandevilla’s in staan.
Er zit een fijn gaatjespatroon in die lampjes, waardoor er een gordijn van licht valt op de bloemen en om de bloempot heen.
Sprookjesachtig, dat is het goede woord.
Zomaar in onze achtertuin op een doordeweekse woensdagavond.
Waardevolle tijd in het staartje van de dag.