De eerste dagen van onze vakantie brachten we door in Florence in hotel Villa La Stella.
En dan ben je in Florence!
Vanuit onze hotelkamer keken we uit over de stad: we zagen de dom liggen.
‘Op de fiets Florence in’ hadden we al uit ons hoofd gezet.
Op de avond van aankomst hadden we ergens in de stad een pizza gegeten, maar toen zagen we ook al hoe ongelofelijk druk het was in de stad, daar gingen wij ons niet met onze rijwielen in begeven. Zelfs niet met helm.
Ons hotel lag een kilometer of 5 van de stad af.
Hoe gaan we dan? Volgens de receptionist konden we het beste met de bus naar de stad: hij kon voor kaartjes zorgen.
Dank. Maar het antwoord op die vraag leverde al weer meer andere vragen op.
Waar is de halte?
Waar moeten we het kaartje afstempelen?
Waar moeten we er uit?
We gingen er maar uit waar iedereen uitstapte: bij het hoofdstation.
We hadden bedacht dat we kaartjes zouden kopen voor de Hop-on-hop-off-bus, zodat we niet hele einden hoefden te lopen in Florence.
Er bleven maar vragen bij ons opkomen.
Waar zijn we nu?
Waar is de opstapplek van de hop on hop off bus?
Toen we die hadden gevonden wilden we bij zo’n kioskje kaartjes kopen, maar dat had nog wel wat voeten in de aarde.
De Italiaanse mevrouw sprak Engels, maar zo klonk het niet in onze oren. Ze had het over ‘ to switch from zze blue line to zze red line’ en streepte hier en daar enthousiast wat dingen aan op het foldertje.
Het onbegrip stond kennelijk op mijn gezicht te lezen want ze stopte met ratelen en zei: ” OK. I’m too fast. Sorry, I’ll try to slow down”
Mochten wij gedacht hebben dat het in september wat rustiger zou zijn in Toscane: dat was geenszins het geval. Toen we de opstaphalte hadden gevonden stonden er zoveel Amerikanen, Japanners en andere toeristen te wachten dat we moesten wachten op de volgende.
We hebben ons er ons als ware toeristen ingestort en we hebben twee dagen rondgedwaald in de oude stad; het is net alsof je in één groot openluchtmuseum loopt. We staken de rivier de Arno over via de Ponte Vecchio, de bekendste brug van Florence. De brug is vooral bekend geworden om zijn winkeltjes, die zich aan of op de brug bevinden. Vroeger waren dat smeden, looiers en slagers, maar tegenwoordig zijn het vooral juweliers. We zagen het beroemde beeld van David van Michelangelo en het Palazo Vecchio. Verder bekeken we natuurlijk de dom en meerdere andere kerken en vergaapten ons aan de peperdure winkels van o.a. Valentino, Armani en Chanel.
Even buiten het drukke toeristische centrum was het minstens zo interessant: kleine winkeltjes, mooie, oude panden en andere bruggen over de Arno. We kochten nog wat fruit in zo’n klein winkeltje, bekeken etalages van popperige etalages en zaten hier en daar op een terrasje te genieten van wat er zoal in zo’n stad aan je voorbijtrekt.
In de bus op de terugweg naar het hotel was het zo druk dat Gerard en ik niet bij elkaar zaten.
We lieten allebei op onze telefoon Google Maps ‘meelopen’ om er zeker van te zijn dat we bij de goede halte uitstapten; op de tweede dag stapten we al geroutineerd in en uit.
Maar stadsmensen zullen wij nooit worden.
Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1 onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.
Geef een reactie