Maandagmorgen 2 september: de eerste reisdag van onze vakantie naar Toscane. We staan op zo’n Duitse parkeerplaats langs de Autobaan: koffie uit de thermoskan, een broodje en een banaan. Naast ons staat een mevrouw te roken; de bijbehorende meneer zit alweer in de auto. Hij is ongeduldig en roept: “Komm!” Zij trapt met haar voet de sigaret uit en foetert “Mensch! Wir haben Urlaub! ”
Wij hadden ook Urlaub, bijna drie weken. En dat zinnetje van die Duitse mevrouw kwam nog wel eens voorbij. Want zelfs op vakantie zit ons brein nog in de ‘we-moeten-wel-iets-doen’-stand. Want we zijn hier nu in Italië en boeken lezen, puzzeltjes maken en handwerken kan thuis ook.
Na Florence en aan het eind van ons verblijf op de berg bij Virgilio in Cignan Bianca hadden we Sienna, San Giminiano en Monteriggione al bezocht en we zouden eigenlijk, op weg naar ons volgende logeeradres, nog naar Volterra, maar daar zijn we niet geweest: het was even te veel geweest en ik kon niet meer slapen van de vele indrukken. Kaartlezen, navigeren, bussen en haltes uitzoeken, vertalen, informatie opnemen, fietsen op de autorijbaan, foto’s maken: het emmertje liep over. Te veel van het goede. Tot mijn eigen stomme verbazing had ik even geen zin meer in nóg een oude stad.
We lieten Volterra dus links liggen en zochten de agritourismo La Tanna op in Collesalvetti, een plaatsje onder de rook van Pisa.
“Dan zoeken we voordat we inchecken de zee nog even op, want daar zitten we dan vlak bij.”
Collesalvetti ligt niet zo ver van de havenstad Livorno af; boven die havenstad zagen wij op de kaart een groot stuk zandstrand, dus wij wilden daar even bij de zee kijken.
Maar wij hebben daar een beeld bij zoals we dat in Nederland gewend zijn: je loopt door de duinen via een strandopgang naar het water en de zee en het strand zijn voor iedereen vrij toegankelijk.
Zo niet in Italië.
Langs de kust staan allemaal hotels, die allemaal een eigen stuk van het strand claimen, zodat je bijna tot aan de waterkant afgebakende terreinen hebt die bij dat hotel horen. Wij vonden die middag een klein paadje tussen twee hotels door, waar we bij een klein, vrij stukje strand konden komen.
Maar een strandwandeling kon nog wel!
Schoenen uit, lekker met de enkels in de Ligurische zee: heerlijk even uitwaaien.
We kochten onderweg nog ergens een broodje en gingen vervolgens op zoek naar ons volgende logeeradres.
“Hier moet het toch ergens zijn…..”
De mevrouw van de navigatie riep: “U heeft uw bestemming bereikt”, maar wij reden het dorpje al weer uit.
Waar is La Tanna?
Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1 onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.
Willem
Zuid-Europa en de navigatie; het heeft er alle schijn van dat die beide nooit echte vriendjes zullen worden. Heb het een paar keer in zowel Spanje a;s Portugal meegemaakt dat er op rotondes hele rare beoordelingen gemaakt werden. Kreeg je bijvoorbeeld de opdracht “Neem de derde afslag” en als je het deed kwam je bij een schuur of een woonhuis terecht. In ieder geval op een plek waar je niet zijn moest. Die derde afslag was gewoon een inrit en dat wist de lokale bevolking waarschijnlijk ook wel, maar die maakt als regel geen gebruik van de navigatie. Erger nog was het als zo’n ‘inrit’ de eerste of tweede afslag was. Dan kwam je aan het dwalen en kon op een plek gedumpt worden waarvan je soms geen idee had waar je was. Het was in ieder geval wel avontuurlijk, maar voor een resultaatgericht persoon waarschijnlijk ergerniswekkend.
Inderdaad; vakantie is, voor mij althans, de periode dat er heeeeel weinig moet en heeeeel veel mag en kan. Het bezoeken van allerlei bezienswaardigheden is, wat mij betreft, mooi meegenomen, maar nooit een doel op zich. Heb ooit een collega gehad die tevoren al een lijst had van dingen die hij op zijn (rond)reis wilde en moest zien en daarvan werd niet afgeweken. Hij plande zijn vakantieweken alsof het werkweken waren. Maar hij was er gelukkig mee en dat is belangrijk. Heb het zijn vrouw nooit gevraagd wat die ervan vond, maar kan me wel voorstellen dat die wel eens gedacht heeft “Mensch! Wir haben Urlaub!”