Zondagmorgen; de wekker gaat.
Ik kijk opzij naar de wekkerradio en zie 09.25 uur.
Mijn eerste gedachte: “TE LAAT!”
Voor de kerkdienst wel te verstaan.
Maar de wekkerradio van Gerard gaf de zomertijd nog aan.
Het was 08.25 uur en er was tijd genoeg.
Toen ik ging douchen begon op Radio 5 het programma ‘de Sandwich’ van Jacques Klöters.
“Goedemorgen. Heb je lekker geslapen? Misschien wel een uurtje langer dan anders…..”

Jacques begint altijd met het voorlezen van een gedicht; hij had gezocht naar een gedicht over de wintertijd en las het gedicht ‘Bericht aan de zomertijd’ voor dat zaterdag 26 oktober was gepubliceerd door Ingmar Heytze.

Nog weken na het ingaan van de wintertijd
zegt mijn schoonmoeder dingen als
“Ben je ook zo moe, het is natuurlijk
eigenlijk al half elf.” Let wel: nog weken.

De tijd hangt met plakband en punaises
aan de wereld vast. Hij wordt met tegenzin
vooruitgeduwd en vervaarlijk krakend teruggezet.

Er is de ochtend dat je wakker wordt
met gratis kater van te weinig slaap
er is het uur aan dromen dat weer over moet.

Mijn schoonmoeder staat op, uit het lood
haar jetlag verdwijnt met iets minder
dan een halve minuut per dag

tot de zomertijd weer ingaat en zij samenvalt
met wie zij is: een februarikind dat,
net als ik, de dagen liefst
ziet lengen.

In het kader van de stemweek voor de Evergreen Top 1000 is het eerste liedje dat hij draait ‘Summertime’ van Ella Fitzgerald en Louis Armstrong.
‘De tijd hangt met plakband en punaises aan de wereld vast…..’
Wat een mooie zin en wat een mooi begin van de zondag.

In de kerkdienst van zondagmorgen werden we bepaald bij de stilte; het was ‘De dag van de stilte‘.
Bezinning, mooie muziek en stilte.
Soms heb je niet meer nodig voor een viering.