Met deze zin besloot ik blog nummer 8 over Toscane:
De mevrouw van de navigatie riep: “U heeft uw bestemming bereikt”, maar wij reden het dorpje al weer uit.
Waar is La Tanna?

Achteraf waren we al lang gespot in het mini-dorpje. Er rende een mevrouw naar onze auto die vragend zei: “La Tanna?” en op ons bevestigend antwoord wees ze op zichzelf. “ME!” Ze stelde zich voor als Brunella.
Achteraf was dat het enige Engelse woord dat we van haar hebben gehoord. Ze nam ons mee naar het appartement dat we gehuurd hadden, liet het ons met een grote glimlach zien terwijl ze Italiaanse woorden riep.
Camera da letto! Cucina! Bagno!
Daarna gingen we naar een kantoortje/receptie waar we haar man ontmoetten.
Hij heette Antonio; hij kon wel Engels.
Hij vertelde ons wat we moesten weten, we kregen de wifi-code en toen konden we ons installeren.

Antonio en Brunella bestieren het landhuis vanuit hun eigen huis even verderop.
Wij woonden een paar dagen in een klein, landelijk gehuchtje dat bestond uit wat boerderijen en bijgebouwen, een hele rustige accommodatie op het platteland in de heuvels van Livorno. De kippen scharrelden in hun hok (wij kregen dagelijks verse eieren) en de katten liepen ook zo af en toe bij ons langs.
In andere jaren was het echtpaar vast een stuk actiever dan nu (er waren bijvoorbeeld geen wijnproeverijen) maar dat had ook een reden: hij had aan het begin van de zomer een hartoperatie gehad en was nog herstellende.

We waren de enige gasten en hadden het hele buitengedeelte voor onszelf.
Er zat één student in het appartement boven ons, maar die zagen we bijna niet.
Als we wilden zwemmen in het zwembad grapten we ’s morgen tegen elkaar: “We moeten wel even een handdoek op de stoelen leggen…!”, maar in de praktijk hadden we het zwembad voor ons alleen.
Heerlijk; lezen, borduren, puzzeltje maken, we hebben genoten.
Hier was het veel minder heuvelachtig dan bij ons vorige logeeradres.
We gingen op fiets naar de supermarkt en ook Luca en Marina di Pisa hebben we op de fiets bezocht.

Na de prachtige, oude steden die we hadden gezien viel het dorp Collesalvetti wat tegen.
Op één van onze fietstochten kwamen we langs de begraafplaats, waar ik graag even een kijkje wilde nemen.
Dat leerde ik van mijn vader; op een kerkhof zie je altijd een stukje cultuur en geschiedenis van de streek.
Op ieder graf vind je daar een foto van de overledene.
(klik op de foto voor een vergroting, dan zie je de portretjes).
’s Lands wijs, ’s lands eer.

Benieuwd naar dit vakantieadres?
Hierbij een link naar hun website.

Benieuwd naar andere blogs over deze reis?
Hierbij een link naar deel 1  onderaan dat blog vind je een overzicht van alle blogs in deze serie.