In oktober kreeg ik voor mijn verjaardag van Gerard ‘een Duitse Weihnachtsmarkt’ cadeau.
Hij had ontdekt dat in Oberhausen een hele grote kerstmarkt is (nummer 3 in de top 10 van heel Duitsland), dat wilden we wel eens zien.
We boekten een kamer in het Elaya hotel in het centrum van Oberhausen voor 22 op 23 november.
“Waar zitten jullie dan? Dan boeken wij ook een kamer” en zodoende waren we dit weekend met twee dochters en twee schone zonen in Duitsland.
Die grote Weihnachtsmarkt was langs de Promenade bij het Centro, een enorm winkelcentrum buiten de stad.
“Hoe gaan we daar heen? Is het te lopen?” Google weet antwoord op alle vragen: het was ongeveer een uur lopen.
“Nee, dan gaan we met de bus, we zitten hier vlak bij het hoofdstation”.
Meestal zoek ik dat soort dingen altijd op, maar onze twee dochters liepen al tetterend richting de dichtstbijzijnde bushalte en een half uur later liepen we langs de kraampjes.
En natuurlijk deden we wat we anders ook doen op zo’n markt, alleen nu verdeelden we het over twee dagen!
Op zaterdag genoten we met z’n zessen om een statafel van zo’n lelijke beker glühwein en vergaapten we ons aan de grootte van het geheel overdekte winkelcentrum én de prachtige, overdadige kerstverlichting.
Eenmaal buiten ontdekten we dat het stroomde van de regen en vluchtten we eerst naar de bushalte en daarna naar ons hotel, waar we bedachten wat we gingen eten.
“Dit lijkt met het type restaurant waar we naar op zoek zijn” appte één van de dochters.
‘Zum Uerige Treff’ heette het.
Niet duur en typisch Duits; ik had Zwiebeln-Schnitzel mit Bratkartoffeln.
Geen sterrenrestaurant, maar man, wat lekker.
“Hoe kom je nou aan dit adres?” vroeg ik na het eten.
“O, gewoon op Google ‘Halbes Hähnchen Oberhausen’ intypen…..
Tuurlijk.
“En wat heerlijk dat we nu niet nog naar huis hoeven te rijden!”
Er strekte zich nog een avond voor ons uit.
We gingen nog kijken op de markt in het oude stadshart van Oberhausen, want daar zou ook een kerstmarkt zijn.
Op weg daarnaar toe kwamen we langs de Herz Jesu-kerk die nog open was, daar moesten we natuurlijk wel even naar binnen.
Daar stuitten we op de tentoonstelling Heilig. Heilig? Heilig!; we namen de tijd om die even te bekijken. Onder het motto ‘Mens, jij bent heilig!’ moedigt de tentoonstelling bezoekers aan na te denken over de vraag wat heiligheid in hun eigen leven betekent – en of ieder van ons niet op zijn eigen manier ‘heilig’ is. Het was een oproep aan iedere bezoeker om zichzelf als waardevol en uniek te zien. De tentoonstelling biedt ruimte om na te denken over wat er werkelijk toe doet in het leven en wat wij als ‘heilig’ ervaren.
Een fijn, meditatief moment op zo’n kerstmarkt, waarin alles verder alleen maar draait om zoveel mogelijk verkopen in kerstsfeer.
Wat nam ik mee als kerstaandenken aan Oberhausen?
Daarover meer in deel 2 van dit blog dat a.s. dinsdag wordt gepubliceerd.
Willem
Als er een universele waarheid is, is het wel dat geen mens gelijk is; een kerstmarkt bezoeken is wel het laatste waarmee ze mij een plezier doen. Ik heb sowieso moeite met de uitbundige kerstuitingen en mijd in deze tijd van het jaar tuincentra en grote warenhuizen die werk maken van de kerstversiering. Waarschijnlijk is de sobere wijze waarop de Kerst gevierd werd in mijn kindertijd hieraan mede debet. De avond voor de Kerst werd de kerstboom opgetuigd en de 27e dec werd de kerstboom weer afgebroken en werden voorbereidingen getroffen voor de jaarwisseling; er werd gist en ‘weitenmeel’ besteld voor de oliebollen en ‘knieperdies’. De buren maakte ‘rollegies’, en een gedeelte werd geruild zodat we beiden zowel knieperdies als rollegiesw hadden. In mijn herinnering was oud-en-nieuw veel feestelijker dan de Kerst, maar dat kan ook liggen aan mijn herinneringen; als kind ben je vooral gericht op snoepen en dat was met er meer met de jaarwisseling.
Desondanks; fijn dat jullie genoten hebben van de kerstmarkt in Düsseldorf.
Wat het (Duitse) eten aangaat; een herinnering aan een vakantie een jaar of 12 geleden in Beieren kwam bij me op: we waren in een fraai aan een meer gelegen restaurant terecht gekomen en zagen op de menukaart iets als ‘Gebratene Ente mit Blaukraut”. Wat is Blaukrat stond op onze gezichten te lezen en desgevraagd zei de ober dat hij er alleen de Beierse naam voor kende. Voor Frau Helena geen probleem; ze is gezegend met een grandioos taalgevoel en heeft bovendien in haar jeugd vrijwel elke schoolvakantie doorgebracht in Beieren en spreekt die taal dan ook alsof ze die zelf uitgevonden had. Maar desondanks kon ze ook niks maken van de Beierse naam. We hebben onze fantasie losgelaten op wat ‘Blaukraut’ wel mocht zijn en de meest exotische dingen kwamen in onze fantasie voorbij. De waarheid was een beetje ontgoochelend; we kregen een bord rode kool, wel mit Bratkartoffeln en uiteraard ook de voortreffelijk bereide eend. Gelukkig smaakte het uitstekend, maar zal waarschijnlijk mijn leven lang niet meer vergeten wat ‘Blaukraut’ is.