Gisteravond, 5 december, ging rond half 8 deurbel.
Gerard zat te puzzelen op de bank, ik zat achter de computer gedichten te schrijven voor het komende weekend.
Ik was al halverwege de keuken toen Gerard zei: : “Ik ga wel”, maar hij kwam terug zonder iemand gesproken te hebben.
“Was er niemand?”
Nee dus. Er was een auto weggereden maar had  hij niet zo gauw kunnen zien wie daar in zat en er stond een pakje voor de deur met een brief er op.
‘Voor Ada’.

Leuk ja.
Er zat een klein tasje in met een gehaakte buitenkant.
In de envelop zat een gedicht.
Een héél lief gedicht over zelfgehaakte lichtjes, over het delen van talenten en over waar het tasje was gekocht.
In het tasje zaten twee foldertjes van het winkeltje, ’t Teehuus Ut e Tút’ in Drachten: hierbij een link naar hun website.
Verder zat er een zakje in met speculaasharten, volgens het gedicht ‘van de Bakpiet’.

Het tasje kreeg ik van Sint en de Roetveegpiet die hoopten dat dit handwerk mij plezier zou geven ‘en anders geef je het weer door, want Sint is van de kringloop hoor!’
Ja, ik ben ook van de kringloop, maar dit tasje is voor mij.
Mijn nieuwe haaktasje.
Ik ben er hartstikke blij mee en zal het met trots gebruiken.
En overal vertellen dat ik het heb gekregen van de Goedheiligman, voor wie ik jaarlijks een lans breek omdat ik zijn feest zo fijn vind en hoop dat het niet ondersneeuwt in de kerstcommercie.

Van wie ik dit cadeautje heb gekregen weet ik niet; er komen verschillende mensen uit ons netwerk in aanmerking.
Döt ok niks: dat is de charme van het Sinterklaasfeest.
Op de foto’s op dit blog zie je het tasje en de inhoud.
Je vraagt je misschien af waar de speculaasharten zijn?
Op.
TE LEKKER!
Als ik die Bakpiet ooit te spreken krijg wil ik graag het recept.