“Heb jij zin/tijd om mee te werken aan het kerstfeest voor ouderen in Roderwolde?”
Die vraag kreeg ik vorige maand van onze voorganger Sybrand van Dijk.
Zin? Altijd.
Tijd? Gemaakt.
Wat geschoven met mijn werkdagen/tijden zodat ik er toch bij kon zijn: om 16.00 uur in Roderwolde was nog ruim op tijd.

We hadden een aantal bekende kerstliederen uitgezocht en een klein programma samengesteld: samenzang afgewisseld met duo/solozang en twee korte kerstverhalen.
Er was koffie/thee, er waren lekkere kerstkransjes en chocolaadjes en we hadden een genoeglijke middag.
Nou gaat het zingen mij tegenwoordig niet meer zo gemakkelijk af als vroeger.
Sinds de problemen met mijn stem tijdens de coronaperiode is het wel wat opgeknapt door de bemoeienissen van Betty, (de zangpedagoge die me hielp), maar ik moet het toch echt wel wat doseren. Een half uur achter elkaar zingen gaat niet meer.
Maar dat hoefde gelukkig ook niet!
Sybrand zong heel veel liedjes met mij mee: hij zong dan de sopraan partij, dan kon ik de alt zingen.
We zongen kleine blokjes met 2 of 3 kerstliederen en we zongen het ook wat lager dan in het liedboek staat.
Soms wat te laag.
Organist Ad van Nes, die naast mij zat, bromde halverwege een lied in mijn oor: “Je moet het een terts hoger zingen, het is zo te laag….”
Hij had groot gelijk: daarna klonk het beter.

Bij zulke kerstmiddagen dwalen mijn gedachten altijd even af naar de talloze kerstbijeenkomsten die ik in mijn leven al heb bijgewoond.
En waar een groep mensen met kerst bij elkaar is hoort een kerstverhaal; tientallen verhalen heb ik inmiddels al gehoord.
Vroeger op de zondagschool was het vrije kerstverhaal tijdens het kerstfeest voor mij één van de hoogtepunten tijdens de kerstdagen. Roelof Hoeks was mijn favoriete verteller. Hij vertelde uit het hoofd en kreeg de zaal muisstil met verschillende stemmetjes en een mooi verhaal. Ademloos zat ik op het puntje van mijn stoel. In mijn geheugen gegrift staat het verhaal ‘Wolven in de kerstnacht’. In een tijd dat er bij ons al lang geen wolven meer in het land leefden zat ik als kind te griezelen bij de beelden die Roelof opriep: een vader die op kerstavond met de slee met een ton vol lekkers en cadeautjes uit de stad kwam, maar die het vege lijf moest redden door het eten en de pakjes uit de ton te gooien en zichzelf in die ton te verbergen.
Die moeder en die kinderen waren later zonder lekkers en pakjes zielsgelukkig dat hun vader nog leefde.
Ik kan de zucht van verlichting over een goede afloop en het gevoel dat daarbij hoorde nog zo oproepen.

Gistermiddag hoorden wij Sybrand het verhaal ‘De spin en het Christuskind’ voorlezen.
Het is een legende over waarom we engelenhaar in de kerstboom doen.
Wil het ook lezen? Hierbij een link naar het verhaal.
Ook ik mocht een verhaal voorlezen.
Over Pieter en de kerstgedachte.
En hoe vaak ik het ook al heb gedaan: voor mij blijft het een feest om het voor publiek voor te lezen.