In de achter ons liggende weken heb ik weer eens een boek kunnen lezen.
Niet te zware kost, ik had een Peter Robinson/DCI Banks op de kop kunnen tikken bij de Roderboekenmarkt die ik nog niet had gelezen.
De vorige in deze serie viel me wat tegen, maar deze, Onvoltooide zomer, was weer ouderwets leuk.
De schrijver weet het verhaal zo op te schrijven, dat er in mijn hoofd een complete aflevering van een detectiveserie wordt afgespeeld.
Een skelet dat is gevonden blijkt de 15-jarige Graham te zijn die 30 jaar geleden vermist raakte; hij was één van de toenmalige vrienden van Banks.
Die heeft nog vakantie, maar hij biedt de inspecteur die het misdrijf onderzoekt zijn hulp aan; en raakt er natuurlijk bij betrokken, want hij bezoekt de ouders die na 30 jaar eindelijk weten wat er met hun zoon is gebeurd.
Banks komt door de herinnering aan zijn jeugd in zijn hoofd helemaal weer terug in die tijd: je leest hoe het was toen hij nog bij zijn ouders thuis woonde, wat hij deed met zijn vrienden en wat hij in die tijd belangrijk vond. Graham raakte vermist in 1965, dus je leest veel over het Engeland in de jaren ’50 en ’60.
Een tijd waarin homofilie niet bespreekbaar en ook nog strafbaar was, maar het was er natuurlijk wel.
Naast deze verhaallijn speelt er ook er ook een zaak in de tegenwoordige tijd: de 15-jarige Luke wordt vermist en Annie, collega van Banks, wordt op deze zaak gezet.
Er wordt losgeld geëist, maar voordat de overdracht heeft plaats gevonden wordt de jongen al gevonden in een meer en wordt de vermissing een moord.
Twee vijftienjarige jongens die allebei nog op school zitten; die zich niet alleen met hun huiswerk bezig houden, maar zich ook inlaten met volwassenen.
En die volwassenen zetten de pubers in voor hun eigen gewin, hun eigen genot en hun eigen belangen.
Het duurt even voordat je weet hoe het allemaal precies zit en soms moest ik gewoon nadenken: om welke verhaallijn gaat het nu? Zit ik in 1965 of in 2003?
Bij de begrafenis van Graham ontmoet Banks zijn oude vriendengroep weer.
Het valt hem niet mee en vraagt zich af: “Had ik het met deze jongens nou zo leuk?”
Omdat Banks zo in zijn eigen jeugd aan het graven is en er ook constant aandacht is voor het leven van die twee jonge jongens word je er steeds bij bepaald dat het leven op je 15e best moeilijk en verwarrend is. En dat het in die periode van je leven heel belangrijk is dat je een stabiele thuissituatie hebt; ouders die van je houden, maar die je ook opvoeden en beschermen.
Man, wat had ik op mijn 15e stomme ouders.
En wat had ik daar een last van; ze begrepen mij gewoon niet.
Met de kennis van nu hadden mijn ouders toen een hele stomme puber die dacht dat ze het middelpunt van het heelal was.
Na het lezen van zo’n boek weet je even weer hoeveel geluk je hebt gehad in je leven.
Geef een reactie