Toen wij in november met onze vrienden naar de theatervoorstelling van Bas Ragas in Leek gingen, kwamen ze van te voren met elkaar bij ons eten.
Eén stel bracht een herfsttafelstuk mee.
Een langwerpig, ondiep bakje met o.a. mos, gedroogde besjes, takjes, een dennenappel, wat groen.
In het midden stond een dikke amaryllisbol.
Waarvan je denkt dat hij dood is, maar dat schijnt niet zo te zijn.
“Je kunt er altijd zelf nog dingen aan toevoegen” zeiden ze erbij; ik voegde gelijk de daad bij het woord en zette een klein glazen waxinelichtjeshoudertje op de hoek aan de zijkant.
Als je op de afbeeldingen klikt komt het bakje groot in beeld.

Begin december kreeg ik van een Sinterklaas die mij in de Action begerig naar zo’n ding had zien kijken een tomte/gnoom.
Je weet wel, met de muts over z’n ogen.
Het was eentje met een rood mutsje met een witte baard; die zette ik  aan de de andere kant op de hoek; gezellig!
Toen ik de kerstbomen aan het versieren was ontdekte ik een lange, rode kralenketting die ik helemaal om het tafelstuk heen drapeerde.

Nu is het januari.
Alle kerstattributen zijn al weer lang uit ons huis verdwenen, maar het tafelstuk staat nog steeds te pronken op de eettafel in onze woonkeuken.
Inmiddels is de amaryllis tot leven gekomen en staan er prachtige bloemen in.
Kijk nou hoe mooi.

Hoe komt zo’n bloem eigenlijk aan de naam Amaryllis?
Die komt uit de Griekse mythologie.
De herderin genaamd Amaryllis was op slag verliefd op de stoere en knappe Alteo, die een passie had voor bloemen.
Om zijn liefde te winnen doorboorde Amaryllis haar hart met een gouden pijl.
Op de plek waar druppels bloed vielen, groeiden grote rode bloemen.
Na het zien van de bloemen werd Alteo direct verliefd op Amaryllis.
Het hart van de herderin was meteen genezen en de nieuw soort bloem werd vanzelfsprekend ‘Amaryllis’ genoemd.