“Heb je ’t gezien? Ze hebben het ooievaarsnest van ‘de Mensinge’ gehaald.”
Dat hoorde ik begin december van iemand op de cantorij.
Het enorme nest, waar ik in 2016 al eens over blogde onder de titel ‘Ooievaars op de Mensinge’ was inderdaad verdwenen.
De pannen onder het nest waren mooi schoongemaakt en het dak en de schoorsteen zagen er uit als de keuken van mijn moeder na de voorjaarsschoonmaak: spic & span.
Maar.
Op 30 januari las ik op ‘Dit is Roden’ dit bericht: “Ooievaar terug…..” ; een verhaal van Jans Bekkering, waar je ook foto’s vindt van de ijverige ooievaar.

Jans noemt in zijn beschrijving het verwijderen van het imposante ooievaarsnest (dat gebeurde op 7 december vorig jaar) een noodzakelijke maatregel om het historische Mensinge te beschermen.
Hij roemt in zijn artikel de hardnekkigheid en trouw van deze majestueuze vogels. Lyrisch zegt hij: “Al eeuwenlang worden ooievaars gezien als brengers van geluk, nieuw leven en bescherming en hun aanwezigheid bij Mensinge lijkt een mooi samenspel tussen historie en natuur.”

Woensdagmiddag maakte ik na mijn werk laat in de middag nog even een ommetje.
Zo’n wandelingetje van een half uur voert mij bijna altijd langs de Catharinakerk en de Mensinge en toen ik bij de kerk was hoorde ik de ooievaar al klepperen.
Die zat op de schoorsteen van de Mensinge en links en rechts staken al er al wat takjes uit.
Als men die ooievaar daar niet wil hebben zal men bijna dagelijks het dak op moeten om het beginnende nest te verwijderen.
Dat zie ik eigenlijk niet gebeuren.
Waarschijnlijk vliegen er dit voorjaar weer jonge ooievaartjes uit.
Mooi gezicht: we zien (als we in onze tuin zitten) soms een vliegles.

Nog een klein grapje over ooievaars.
‘Mama? Wat doet een ooievaar eigenlijk nadat hij de kinderen heeft afgeleverd?”
“Op de bank liggen en voetbal kijken.”