In 2021 schreef Gerard twee gastblogs over het leven van zijn vader Albert Waninge onder de titel ‘Verborgen en herinnerd verleden’.
Even teruglezen? Hierbij twee links naar deel 1 en deel 2.
Vandaag deel 1 van een blog van zijn hand over zijn moeder: Harmina Waninge-Boer.

Het is vandaag precies 100 jaar geleden dat mijn moeder (Har)Mina Boer werd geboren in het gezin van Hendrik Jan Boer en Hendrikje Beuving in Holte, gemeente Beilen. Een mooi moment om daar eens over te schrijven vond ik. Ze was de derde op rij in een gezin dat uitgroeide tot 9 kinderen en groeide op in het dorp Hijken waar mijn opa een boerderijtje met wat grond had gekocht.
Mijn moeder vertelde vaak over haar leven als kind en jong volwassene. In haar kindertijd was het crisis en dat had op haar en haar familie veel impact gehad.
Mijn Opoe, zo noemden wij haar, moest de eindjes aan elke zien te knopen en de kinderen hielpen daar aan mee door de handen uit de mouwen te steken. Het bekende verhaal van “een vrouwen hand en de paardentand” die nooit stil mochten staan kregen wij als kinderen dan ook vaak te horen in haar verhalen.
Opoe was een lief mens in mijn herinnering; mijn opa was een wisse en wat steile man.
Het was het voor mijn moeder en haar broers en zussen niet altijd veilig en liefdevol binnen het gezin, wat deels werd veroorzaakt door de armoede tijdens de crisisjaren.
Ooit sprak mijn moeder in mijn bijzijn met haar jongere broer Jan over de thuissituatie in de jeugdtijd.
Het riep bij beiden veel emotie op maar gelukkig vonden ze steun bij elkaar; ik was denk ik zo`n jaar of zestien en het zei mij meer dan de vele verhalen.

Mina (links) met een vriendin

Mina was een leergierig meisje en heeft het altijd jammer gevonden dat ze na de lagere school niet door mocht leren. De meester is nog wel thuis geweest om met haar ouders hierover te praten, maar dat mocht niet baten, een wicht möt gewoon an ’t wark!
Mina ging werken.
Toen ze 12-13 jaar was kreeg ze wat adresjes waar ze huishoudelijk werk verrichtte, maar ze moest ook veel thuis helpen.
Later in haar jeugd ging ze als dienstmeisje  werken bij het gezin van Dokter Meijering in Beilen.
Ze maakte in de tijd volledig deel uit van het doktersgezin en heeft in die periode héél veel geleerd. Ze had het daar erg naar de zin en was erg gesteld op ‘mevrouw’.
Ze heeft nog heel lang contact gehouden met de kinderen van de familie Meijering.

Het gezin van Albert en Mina in 1959

Via de kerk kwam Mina in contact met Albert Waninge; in die tijd waren er meisjes- en jongelingen verenigingen en tijdens een gezamenlijk uitstapje kregen ze verkering.
Mina trouwde met Albert op 16 juni 1950, zij was toen 25 jaar.
Ze vertrokken uit Beilen en vestigden zich  in de Noordoostpolder: nieuw land, veroverd op de zee, waar Albert ging werken als boerenarbeider.
In de 11 jaar dat ze daar hebben gewoond kregen ze twee zonen en twee dochters
Uit latere gesprekken is ons duidelijk geworden dat moeder in die periode heel  gelukkig is geweest. Ze had alleen haar huishouden en haar gezin waar ze voor moest zorgen en ze had het heel gezellig met de buren, ook allemaal jonge gezinnen met kleine kinderen.
Ada en ik zijn in de jaren negentig nog eens met vader en moeder een dag langs al die woonplaatsen in de polder gereden waar ze hadden gewoond. Leuk! Veel goede herinneringen.

In 1961 kochten ze een klein boerderijtje op de Drentse zandgronden aan de Geeuwenbrug, gemeente Dwingeloo. Daarover schrijf ik in deel 2 van dit gastblog dat binnenkort verschijnt.