Begin maart kwam Gerards zus Hennie te vallen en brak haar heup.
Ze werd geopereerd in het ziekenhuis in Assen, maar daarna kon ze niet naar huis: ze moest eerst revalideren.
Daarvoor werd ze opgenomen in de Boshof, een revalidatiecentrum in Assen.
Daar had ik niet echt goede herinneringen aan.
Mijn moeder werd daar in 2017 opgenomen en ondanks dat men haar daar destijds qua dag- en nachtritme en medicijngebruik weer op rit kreeg vond mijn moeder het in de Boshof verschrikkelijk. “Zet ze mij hier in zo’n HOK!” mopperde ze menigmaal.
Ze miste haar vertrouwde omgeving; sociaal was ze niet heel sterk en ze vond het moeilijk om zich op haar 85e nog aan te passen.
“Zit ik daor te eten met allemaol vrömden.” Wij begrepen haar wel: nargens beter as thuus.

Natuurlijk geldt dat ook voor Hennie, maar die is nog een stuk jonger dan mijn moeder destijds en ook niet ongeneeslijk ziek.
Als zij niet bij haar gezin is komt het gezin wel bij haar. Haar man Harrie komt sowieso elke dag, mét de hond en verder zit ze bijna nooit zonder bezoek.
Hennie maakt er wel weer iets van en als je er bent is het altijd gezellig.
De hele kamer hangt vól kaarten, er staan bloemen, er hangen kindertekeningen en er is altijd wel iets lekkers dat nog over is van ’toen die en die kwamen’.
Op woensdagavond komen er wekelijks drie schoonzussen bij haar om spelletjes te doen; meestal klaverjassen.
Vorige week woensdagavond was één schoonzus ziek, toen kreeg ik ’s middags een app: ze misten die avond nog een vierde man (lees vrouw), of ik tijd/zin had om te komen.

Hennie eet op woensdag niet in de eetzaal, maar eet met de schonezussen op haar kamer de maaltijd die voor één van hen wordt voorbereid.
“En als ik daarvoor moet zorgen, laat ik Chinees bezorgen” vertelde ze.
Woensdag had Evie gekookt: zoetzure kip met groenten en witte rijst. Het was heerlijk!
Het is dat de dat de reden dat Hennie daar is zo vervelend is, anders zou ik zeggen: “Wat ontzettend gezellig, voor herhaling vatbaar!”
We deden twee bomen. Dat is 32 (2x 16) potjes waarin je per pot 162 punten kunt verdienen.
Bij het optellen van twee bomen was het verschil nog geen 160 punten….. “Daor he’je nou zo drok om maakt.”
Tja. Maar daar gaat het natuurlijk  helemaal niet om.
Niet om de de punten en niet om het eten en drinken.
Het gaat om het onderlinge contact, de gesprekjes tussendoor, het delen van lief maar ook leed.
Daarbij hebben wij het geluk van de vanzelfsprekendheid van een grote familie die je niet dagelijks ziet, maar er wel is.
Ik heb het in voor ons zware tijden wel eens vergeleken met een vangnet dat onder je hangt en dat zich samentrekt op het moment dat het even nodig is. En dan hoef je soms alleen maar een potje te kaarten.