Zondagmorgen, 1e Paasdag sta ik op mijn plekje in de altengroep van de cantorij het eerste lied ‘Wees gegroet, gij eersteling der dagen’ te zingen, als ik ineens naast Gerard dochter Frea zie zitten.
Wat een verrassing! Onze dochters zitten niet vaak in het publiek als we met de cantorij zingen en haar aanwezigheid bezorgt me tijdens het zingen zo’n blij golfje in mijn binnenste.
De kerk zat vol en daarmee ging het zingen al fantastisch; het herinnerde me aan de paasdiensten van vroeger waar het gemengd koor ‘Halleluja’ aan meewerkte in Hoogersmilde.
Inhoudelijk van een hééél andere orde, maar het blije gevoel van met zoveel mensen uit volle borst zingen is nog steeds hetzelfde.

Over dat zingen met de cantorij kan ik trouwens kort zijn: het ging prima.
Het was allemaal ook lang niet zo moeilijk als ‘O Traurigkeit, dat we op Goede Vrijdag zongen.
Niet dat alles peanuts was hoor, maar ook de lastige stukjes zaten er goed in. Wij kunnen aan onze cantor Karel zien of het goed gaat, hij stond ons stralend te dirigeren.
Maar dat kwam niet alleen van ons zingen 😉

De overdenking van voorganger Sybrand van Dijk was beslist bijzonder te noemen.
Centraal stond de ontmoeting tussen Maria en Jezus, die elkaar herkennen en elkaars naam noemen.
Het is altijd lastig om een verhaal dat je heeft geraakt in een paar zinnen samen te vatten; ik haal er even paar elementen uit.
“Hongarije is begonnen met de grote paasschoonmaak: de mensen die horen bij LHBTHQ+-groepen moeten daar weg.
“Jullie zijn niet gewenst jullie horen hier niet.” Men is begonnen met het verbieden van bijeenkomsten; de volgende stap is dan niet meer ver weg.
Mensen met een immigratie-achtergrond wordt hier in Nederland regelmatig toegevoegd: “Ga terug naar je eigen land, we moeten je niet.”

De essentie van de preek was dat liefde grenzeloos en mateloos over ons wordt uitgestort.
Als die liefde in jou binnenstroomt, dan gun je het ook de ander, ook al vinden we die ander lastig en moeilijk.
Als al die mensen die weg moeten een naam krijgen (een zoon van, een vriendin, een moeder op school) dan zie je dat ze dezelfde zorgen, hetzelfde verdriet en dezelfde vreugden hebben.
Dan kun je niet meer zeggen ‘weg met jou’, want je bent zelf ook bij naam gekend.
Midden in zijn verhaal zei de predikant ‘Voor wie mij liefheeft mag ik heten‘; dat zinnetje bleef bij mij hangen, met daarbij het vage gevoel: dat is toch anders?
Eenmaal thuis zocht ik het op. Het is een bekende zin uit een gedicht van Neeltje Maria Min: “Voor wie ik liefheb wil ik heten…
Wat een mooie, toepasselijke twist op het gedicht.
Het was wel duidelijk: heb lief. Meer hoef je niet te hebben.
Terugkijken/terugluisteren?
Ka via Kerkomroep en via het You Tube-kanaal van onze kerk.

Na de kerkdienst genoten we met ons gezin van een gezellige brunch met zelfgebakken broodjes (dank Frea!) en gruuntesoep met worst.