Vanaf donderdag waren wij een dag of vier in Westerbork. Gerard heeft eind 2024/begin 2025 de tuin voor en achter opnieuw ingericht en we gaan regelmatig even kijken of het allemaal goed gaat.
Het gaat prima!
Bijkomend voordeel: het was de afgelopen dagen heerlijk weer, dus het was goed toeven aan het water. Er was van alles te beleven op het meer. Er was bijvoorbeeld en zwanenpaar komen wonen, maar dat werd niet door alle omwonenden gewaardeerd. “Weg! KSSSSJJT!” Als je een hengel in het water hebt liggen heb je geen belang bij trappelende zwanenpoten bij je dobber.
Maar zwanen laten zich maar zo niet wegjagen: ze zetten hun vleugels op en bliezen net zo hard terug. Zelf waren de zwanen trouwens ook niet heel sociaal: een stel Canadese ganzen dacht ook recht te hebben op een plekje in ons meer, maar die werden door meneer en mevrouw Zwaan letterlijk weggejaagd. Mooovuh! Ze waren duidelijk op het liefdespad met z’n tweeën: we werden getrakteerd op een prachtig schouwspel, waarbij ze om elkaar heen draaiden en hun halzen links en rechts om elkaar heen bewogen,.
En dan heb je ook nog die dikke karpers die in het meer zitten: ook druk met het nageslacht ontdekten wij later.
Hadden wij eerst niet door. Zit je nietsvermoedend aan het meer, begint het water naast je onder de bosjes ineens te bewegen en te spetteren. Alsof er onder water ontzettend wordt gevochten.
¨Wat is dat?”
Gerard dacht dat het ‘iets met die dikke vissen’ was. Dat ze aan het jagen waren of zo.
Na drie dagen onbestemd gespetter en gedoe onderwater was ik het zat.
“Ik ga het opzoeken. Staat vast wel ergens op internet.”
Op de website Onzevissen.nl vond ik dit artikel: alle vragen beantwoord.
Het heet dus ‘paaien’.
Zondagmiddag maakten we nog een ommetje langs de Börkerstroom.
Op het pad leek het ineens alsof het had geregend: grote natte plekken onder één boom.
“Regent het nou uit die boom?”
Lekken na een regenbui kon echt niet, want het heeft immers al een week niet geregend.
“Wat is dit dan voor boom?”
Gerard heeft een app waaraan hij dat kan vragen en het bleek een zwarte wilg te zijn en na enig speurwerk op internet bleek die wilg te huilen.
Echt waar: een huilende wilg.
Die druppels lekken uit klodders schuim; in dat schuim leven de larven van de Wilgenschuimcicade. Ze zuigen het boomsap op, halen er voedingsstoffen uit en scheiden de overtollige vloeistof uit als een zeepachtige oplossing. Zo leven ze verborgen en beschermd tegen uitdroging en zorgen ze met z’n allen voor een huilende boom.
Hier vind je meer informatie over dat fenomeen.
Zittend in de avondzon in de nieuwe overkapping hoorden we de koekoek roepen.
“O, die hebben ze in Elp dus ook weer losgelaten” zei Gerard.
Ken je het verhaal van die koekoek nog niet?
Hierbij een link naar een blog dat ik daar vorig jaar over schreef.

Geef een reactie