Vandaag een blog over twee woorden die we in ons dagelijks taalgebruik niet meer tegenkomen: de huik en de vedel.
De verhalen die bij deze woorden horen gaan over middeleeuwse straffen voor vrouwen.
Het eerste verhaal gaat over de ‘schandhuik: een houten vrouwenmantel. Er stond een plaatje daarvan op de scheurkalender van het Historisch Nieuwsblad uit 2023, dat kalenderblaadje had ik bewaard met het idee ‘daar doe ik nog eens iets mee.
De vraag bij het plaatje (afbeelding rechts) was: ‘Wat was de functie van deze houten vrouwenmantel?’
Geen idee.
Vrouwenmantel is voor mij een plant, wij hebben hem ook in onze tuin.
Dit was de uitleg: in de vroegmoderne tijd waren overspel en prostitutie strafbare feiten. Vrouwen die zich hier aan schuldig maakten werden publiekelijk te schande gezet.
In 1688 liet het stadsbestuur van ‘s-Hertogenbosch speciaal voor dat doel deze houten vrouwenmantel (ook wel ‘huik’ genoemd) maken.
Aan de binnenkant bevond zich een halsbeugel waarmee de veroordeelde werd vastgeketend en zo werd zij in de huik op een plein te schande gezet of op een kar door de stad gereden.
Het houtsnijwerk op de achterkant van de schandhuik symboliseerde de zonde van de veroordeelde. De drie bomen verwezen naar de stad ’s Hertogenbosch. Rondom de bomen hing een slinger met allerlei ongedierte. Deze ratten, adders en padden symboliseerden verderfelijkheid, verleiding en wellust. De boodschap van de huik was glashelder: onzedelijk gedrag was een aanslag op de stad.
Voor de overspelige mannen van die tijd golden kennelijk andere regels; voor hen was er niet zo’n mantel…….
Hierbij een link naar een artikel over de huik.
Tijdens de wandeling door 750 jaar geschiedenis van de stad Amsterdam in Garderen zagen we een bijzondere zandsculptuur van iets wat ik nog nooit had gezien: twee vrouwen vastgezet in een vedel.
Dit was de informatie die bij het tafereel stond: Vrouwen die hadden gevochten, werden in de ‘vedel’ (viool) gezet. Aan de brede kant zat een gat voor het hoofd, en in de hals had het ‘instrument’ openingen voor de handen. Een vrouw zat vaak met het gezicht naar degene met wie ze het aan de stok had gehad.
Met de ogen van nu toch een beetje vreemd.
De huik en de vedel zijn uit onze maatschappij en ons taalgebruik verdwenen en staan inmiddels waar ze horen: in het museum!


Renny Alkema
waar blijft de mannenmantel?
Willem
Wat een vedel was wist ik me nog te herinneren en dat kwam door een medebestuurslid van de Drentse Vereniging in Wageningen die Vedelaar heette. En toeval of niet, maar toen de dochter van mijn in Hoogeveen wonende jongste zus geboren was had mijn zus de vaste oppas die ook Vedelaar heette. En die beide bleken ook nog een familieband te hebben.
Wat de huik aangaat; nooit geweten dat er achter die naam een dergelijk marteltuig schuilging. DE enige Huick (Huyck?) die ik kende was een figuur uit een boek dat ik rond mijn 18e een keer van mijn zus kreeg om te lezen “De avonturen van Ferdinand Huyck”(het is waarschijnlijk Huyck, met een y, want dat krijgt geen rood lijntje) of een vergelijkbare titel. Ik heb het boek niet uitgelezen; heb toch liever een detective van Anne Doornbos.