Maandagavond 3 november om 20.30 uur kreeg ik een hele dikke reep pure chocolade met hele hazelnoten.
Lekkkuurr!
Die reep had ik verdiend, omdat ik een uurtje had gezongen bij de Maandagavondclub.
Drie weken geleden, maandag 20 oktober ging onze huistelefoon.
‘Met Ada’
“Hoi! Met Irene van de Maandagavondclub. Mag ik jou iets vragen?”
“Zeker.”
“Wil je op 3 november met je gitaar bij ons komen zingen?”
“Dan staat er nog niets in mijn agenda, dus ja.”
Op de achtergrond ging er gejuich op en ik had het kippenvel op mijn armen staan. Wát een enthousiasme; en wat doe ik nou helemaal op zo’n avond.
Maandagavond had ik mijn gitaar mee en een oude sloop vol muziekinstrumentjes: daarmee gingen we een spelletje doen.
De zak moest in de kring worden doorgegeven en ondertussen zong ik een liedje; ik begon met cowboy Billy Boem.
Als ik stopte met zingen en gitaarspelen mocht degene die de zak had er een instrumentje uithalen.
Dan gingen we eerst ontdekken wat voor instrument het was.
Een tamboerijn bijvoorbeeld. Of een triangel. Belletjes. Castangnetten. Er zat zelfs een fietsbel bij!
Daarna mocht degene die het instrumentje had gepakt een liedje bedenken.
De broodjes smerende beren kwamen natuurlijk voorbij en bij de fietsbel vond iemand dat we het lied ‘Zwarte Piet ging uit fietsen….’ moesten zingen.
Eigenlijk kan ik alles wel spelen, als ik zelf het liedje maar ken, maar dat was maandagavond soms een probleem: bij de castagnetten zette iemand het lied ‘In Spanje, in Spanje, in Spanje, in Spanje schijnt altijd de zon. Het klonk als Bassie en Adriaan en ik deed maar wat, maar de club zong enthousiast mee.
Bij een ander instrument wilde iemand het lied ‘De engelbewaarder’ horen van Marco Schuitenmaker.
Ook niet mijn favoriet….. “Hoe begint die dan..?”
“Duizenden strepen, duizenden bomen, ben in gedachten……” maar het bleek moeilijker dan gedacht.
‘Ik weet nu…’ hebben we niet gehaald.
“Als ik de volgende keer weer kom, gaan we die zingen: ik ga hem instuderen” beloofde ik.
We gingen nog even liedjes raden.
Ik neuriede de melodie van ‘Eéélf november is de dag…’ maar Irene riep ‘Daar was laatst een meisje loos’ en dat kon natuurlijk ook.
Daarna zongen we het Sint Maartenlied op die melodie ook nog even. En natuurlijk ook over de koeien die staarten hebben.
De chocoladereep uit de eerste alinea werd overhandigd met een heuse speech van Sebastiaan. “Ada, bedankt! En kom gauw terug.”
Hij overhandigde mij het pakje waarop alle namen van de clubleden stonden en ik bedankte ze voor het lekkere cadeau.
Toen ik de muziekinstrumentjes weer inpakte waren de twee ritme-stokjes nog warm van de handen van Manon, zo ingespannen had ze mee zitten doen.
Al die blije, zingende gezichten: dan weet je als vrijwilliger even weer waar je het voor doet.
En nu? Moet ik dus tegen mijn natuur in toch geloven aan die Engelbewaarder van Mart Hoogkamer!
(De namen voor dit blog zijn gefingeerd ter bescherming van de deelnemers)
In het verleden was ik al vaker op de maandagavondclub; dit schreef ik er toen over:
oktober 2024: Nog een keer koortje spelen.
februari 2024 Voor ons allemaal!
februari 2019 Een leeuw? Niet? Een lion dan…
maart 2018 Hoeden met een liedje
november 2016 De maandagavondclub o.a. over het ‘Noach-spelletje’
Sijcolien Smith
dit zijn toch wel de pareltjes om met deze club dat te mogen doen
Willem
Zoals Sijcolien hierboven ook al opmerkt; ervaringen zoals je beschrijft zijn pareltjes die je bijblijven. Het bracht mij even terug naar vrijdag 30 april 1965; Koninginnedag en ik zat in militaire dienst. De hele troep had na het ontbijt die dag vrij en mocht met vervroegd weekendverlof. En geloof me, voor een dienstplichtige was het weekendverlof heilig. Echter, wij koks moesten wel werken want er kwamen zo’n 150 kinderen uit Eefde bij ons eten. We waren dus niet echt blij.
En toch is die dag me bijgebleven als een dierbare herinnering. De kinderen waren opgewonden dat ze op de kazerne mochten zijn en om eten opgeschept te krijgen van echte soldaten op een echt ‘soldatenbord’, -een driedelig roestvast stalen plate-, en ook nog eens gekookt door echte soldaten. Een jongetje is ons allemaal bijgebleven; hij had een heel streng dieet en zijn moeder had van tevoren al zijn eten al bij ons gebracht; we hoefden het alleen op te warmen. Dat jochie stond ook ‘gewoon’ in de lange rij met de plate in de hand. De chef schepte hem op en hij ging bijna uit zijn dak van blijdschap dat hij ook ‘gewoon’ soldateneten kreeg. Het maakte voor ons de dag helemaal goed en op slag waren we ons sjagrijn vergeten van de gemiste extra verlofdag.
Ally
Over engelen die ons begeleiden ken ook mooiere liederen dan deze. Maar goed, het gaat om de boodschap. Misschien kan deze versie je meer bekoren: https://youtu.be/ULws05sb6Ao?si=liFcP4c1TlnyTj2G
En anders zit er niets anders op dan Karel te vragen een uitvoering te maken voor de cantorij.