Inmiddels ben ik al anderhalve maand met vervroegd pensioen.
In het begin was ik op mijn oude werkdagen in mijn hoofd nog erg bezig met ‘nu zou ik dit….’ en ‘nu zouden we dat…’, maar nadat ik (na twee weken) uit de secretaresse-groepsapp ging zakte dat snel weg.
Wat er gebeurde: ik ging in een lagere versnelling leven.
Dinsdag was altijd mijn vrije dag tussen twee volle werkdagen in en die dinsdag zat meestal behoorlijk vol gepland: tandarts- en huisartsafspraken, blogs schrijven, huishoudelijke klussen, koffievisite’s, Holy Stitch, mail box leegmaken en ’s avonds altijd cantorij-repetitie. Na twee uur zingen bij Karel was ik meestal wel klaar met de dag. Nog even een journaal kijken, nog wat drinken en dan maar naar boven, want dan vielen de ogen mij dicht na zo’n actieve dag.
Tegenwoordig hoeft niet alles meer op die dinsdag; vooral in het begin overviel mij dan de gedachte ‘oh, morgen ook de hele dag vrij…!’ en schoof ik een paar dingen naar de volgende dag.

Het is verleidelijk om, vooral in deze donkere dagen voor kerst, geen wekker te zetten en lekker uit te slapen, maar dat doen we niet.
We zetten de wekker ’s morgens om even voor acht, dan zijn we niet zo laat beneden en is niet gelijk je hele morgen al weg.
Ervaren pensionado’s vertellen ons dat dit anders gaat worden: “Je gaat er vanzelf aan toegeven als je ouder wordt”. We gaan het zien.
Er is niks bijgekomen qua vrijwilligerswerk enzo, maar omdat ik de vaste dingen nu wat meer verdeel over de dagen ontstaat er gedurende de week meer rust.
We hebben al een paar keer midden in de week overdag een lange fietstocht gemaakt. Verder zit ik vaker eens met een boek, kom ik bijna iedere dag toe aan musiceren, heb ik tijd om dingen uit te zoeken: boeken voor de boekenmarkt klaarzetten bijvoorbeeld.
Gerard kookt nog steeds één of twee keer in de week en dan vind ik het heerlijk dat ik rond vijf uur achter de computer kan blijven zitten: lekker bezig voor de website.
We eten nog steeds ’s avonds warm; tussen de middag hebben we gewoon nog niet zo’n trek.

Als ik in Roden ergens heen moet probeer ik tegenwoordig te gaan lopen.
Naar een koffieafspraak aan de Elswout bijvoorbeeld, 20 minuten wandelen. Of naar de Weidebloemenweg, waar ik twee weken geleden naar toe moest voor een ‘kerst-fröbel-ochtend’. Dat is een half uur lopen vanaf ons huis; ik gun me nu de tijd om dat halve uur uit te trekken voor het overbruggen van de afstand, terwijl ik anders eigenlijk altijd op de fiets sprong. Dat scheelt gewoon 2x 20 minuten.
Maar het wandelen, soms ook in de regen, is heerlijk.

In een lagere versnelling; maar soms komen er toch weer wat onverwachte dingen tegelijk, waardoor ik aan het eind van vorige week dacht: “Huh? Nu alweer vrijdag?”
Om over deze week helemaal maar niet te spreken……

Benieuwd naar de andere delen in deze serie?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht van alle tot nu toe gepubliceerde delen.