een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Kerk & gemeente Pagina 6 van 50

Kerkdiensten, bijeenkomsten van de PKN-gemeente Roden-Roderwolde

4 juli: Meisjes, de achterkant niét afraffelen!

De dankdienst voor het leven van Diny de Vink (PKN-gemeentelid) vanmiddag bracht mij weer terug bij mijn jeugdherinneringen.
‘Juffrouw de Vink’ was ze voor de 8-jarige Ada Vrieswijk, ze was onze handwerkjuf op de basisschool in Hoogersmilde.
Vanmiddag vertelde zoon Harry bij de herinneringen aan moeder & oma dat ze haar kleinkinderen ook veel textiele werkvormen had geleerd.  “Dan moesten we een klein borduurwerkje maken en we mochten pas buiten spelen als het borduurwerkje af was. En de achterkant van ons borduurwerkje moest ook netjes zijn, dat mochten we niet afraffelen.”
O jah!
Die achterkant!
“Meisjes, de achterkant niét afraffelen!”
En streng dat ze dan kon zijn….
Ik moest weer denken aan die stomme steekjes aan de zijkant van mijn merklap.
Toen was ik het niet eens met juffrouw de Vink, maar ik kreeg mijn zin niet.
Lees er alles over in het blog dat ik schreef in 2015: ‘Jaren ’60 frustraties’.

Dominee Sijbrand van Dijk schetste aan het begin van zijn overdenking ‘de toestand in de wereld’ toen Henk en Diny trouwden in 1959.
De veilige beschutting van de zuil waar je toen bij hoorde, in hun geval de gereformeerde zuil.
Een stevige trouwtekst werd voorgelezen bij hun kerkelijk huwelijk, want ‘je wist alles zeker en had een groot Godsvertrouwen. Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heren hand.”
De voorganger vertelde ook hoe de wereld veranderd is en hoe anders we nu denken dan toen.
De ‘hervo’s & grefo’s’ zijn al jaren samen op weg en je kunt je nu niet meer voorstellen dat dat vroeger twee aparte werelden waren.

Diny kon heel mooi handwerken en deed van alles op dat gebied.
In de afscheidsdienst was daar ook uitgebreid aandacht voor; we zagen zelfs een serie foto’s van haar werk.
Na de dienst vond het laatste deel van de plechtigheid plaats op natuurbegraafplaats ‘de Velden’.
Bijzonder om daar te zijn.
Wij hebben daar ook een graf gekocht (zie Mistig, kold en stille) en maakten vandaag voor het eerst op die plek een uitvaart mee.

Na afloop condoleerden we de familie.
Gerard en ik spraken nog even met zoon Henk; die zat vroeger bij ons in de klas en we haalden wat gezamenlijke herinneringen op.
Hij vertelde dat de handwerkjes van oma zorgvuldig verdeeld waren over de kleinkinderen; voor elk kleinkind was een doosje samengesteld met handwerkherinneringen aan oma. Wat waardevol! Ook ik koester verscheidene handwerkjes die mijn oma nog heeft gemaakt en hoe ouder ik word, hoe bijzonderder het wordt dat ik iets mijn handen houdt dat haar handen nog hebben gemaakt.

Er is een foto waar meester De Vink, juffrouw De Vink, hun zoons Janko en Henk en Gerard en ik op staan.
Het is een klassenfoto van klas 3&4 van de Christelijke Nationale School in Hoogersmilde.
Over die klas schreef ik ooit een blog onder de titel ‘Klas van de week’, daar vind je ook de foto.
Hierbij een link:  ‘Klas van de week’.

We deden Diny uitgeleide met het lied ‘Ga met God en Hij zal met je zijn’.
Tenor Gerard links van mij, bas Geert rechts en ik zong de alt.
Wat hebben we dat lied al vaak gezongen en wat heeft het op zo’n moment veel zeggingskracht.

Reageren

1 juli: Waardevol. Voor mij.

“Wát een mooie serie..! ” Dat zeiden Gerard en ik woensdagavond tegen elkaar na de vierde aflevering van De droom van de jeugd.
Dat hadden we na de vorige drie afleveringen ook al gezegd.
We volgen een katholiek gezin vanaf eind jaren ’60: vader, moeder, twee dochters, twee zoons.
Voor de jongeren van tegenwoordig zijn de gebeurtenissen al lang geschiedenis, maar voor ons is het allemaal heel herkenbaar.
De studentenopstanden eind jaren ’60, het gevecht van de Dolle Mina’s voor het recht op abortus en anticonceptie, hoe er op de werkvloer door mannen met vrouwen werd omgegaan: je kunt het je amper meer voorstellen.

Woensdagavond was er een moment dat me in mijn hart raakte.
Dochter Carla is intens verdrietig om een verlies en overweegt een abortus omdat ze een zwangerschap niet aan kan.
Ze zoekt haar vader op en tijdens een emotioneel gesprek vlucht ze de deur uit; vader volgt haar en samen komen ze in de kerk terecht.
Dan volgt een gesprek. Dochter vraagt zich af wat de kerk nog voor haar vader betekent.
Vader: “Na het overlijden van Nicolaas (hun zoontje) gaf het geloof me op een of andere manier troost, een houvast.”
Dochter, smalend: “Je vasthouden aan het eerste de beste stukje drijfhout….”
Vader: “Misschien. Maar het heeft me geholpen.”
Dochter: “Wat. God? Pap! Je bent wetenschapper, hoe zie je dat voor je.”
Vader: “Het maakt me niet uit hoe het er uit ziet; het maakt me niet uit of het waar is, het is waardevol. Voor mij.”

Het is waardevol. Voor mij.
In een televisieserie wordt onder woorden gebracht wat ik voel.
Als gevraagd wordt waarom ik nog naar de kerk ga.
Als denigrerend wordt gepraat over geloofszaken.
Als kerkmensen als groep worden weggezet als ‘dociele schapen’.
Als…… zo vaak.

Maar het is waardevol.
Voor mij.

Reageren

16 juni: Zingen voor Louisa.

Het overlijden van sopraan en bibliothecaris Louisa vorige week bracht nogal wat teweeg op onze cantorij.
Louisa zong in meerdere koren en haar kinderen hadden als een soort laatste wens aangegeven dat het mooi zou zijn als al die koren in haar afscheidsdienst zouden zingen. Dat resulteerde erin dat we dinsdagavond 13 juni met meer dan 40 koorleden stonden te oefenen: van al haar koren (Schola Gregoriana, ’t Vrolijk, Vocaal Ensemble Roden en het ‘Af&Toe-koor’) waren er vertegenwoordigers om samen met de cantorij één koor te vormen.

inzingoefeningen tijdens de generale

Om 11.30 uur vanmorgen kwam diezelfde groep zangers weer bij elkaar voor een generale repetitie (zie afbeelding, er op klikken voor een vergroting)  en vanmiddag werkten we mee aan de rouwdienst. Een dankdienst waarin het accent lag op het zingen: dat was haar lust en haar leven.
Dochter Ally vertelde dat ze een lijst met liederen hadden gevonden die Louisa had opgeven om te zingen in haar rouwdienst.
“Als we die vanmiddag allemaal zouden zingen, dan waren we niet voor het donker op de begraafplaats…”
De liederen die we zongen waren zeer divers; ze vormden een mooie afspiegeling van de persoon die Louisa was.
Muziek uit het liedboek, een klassiek stuk van Mahler, teksten van Huub Oosterhuis, maar ook uit de Evangelische liedbundel.
Tijdens het inzingen pakte organist Erwin Wiersinga de muziek er bij en zei bij ‘Lichtstad met met uw paarlen poorten’: “Gaan we die zingen? Nee toch…” Zulke liederen zingen we echt nooit met de cantorij. Past niet zo bij onze pluriforme PKN-gemeente in Roden.  Maar Louisa vond dat ‘evangelisch’ ook bij pluriform hoort, dus we zongen met het koor uitbundig én emotioneel het refrein “Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, luist’ren naar zijn liefdesstem. Daar geen rouw meer en geen tranen, in het nieuwe Jeruzalem!”

We hoorden een liefdevol verhaal over Louisa van haar dochter en vriendin Hetty sprak vanuit haar hart over haar bijzonder band met Louisa.
Cantor Karel zong ‘Ich bin der Welt abhanden gekommen’ van Gustav Mahler.
Ontroerend.
Maar niet het enige emotionele moment: we zongen namelijk het lied “De steppe zal bloeien”, lied 608 uit het Liedboek. Meestal sterft dit in schoonheid omdat de gemeente nooit zo goed weet waar de rusten zitten en waar moet worden doorgezongen. Zo niet vanmiddag. Cantor Karel dirigeerde en gaf duidelijk aan hoe het gezongen moest worden. Erwin Wiersinga zat achter het orgel en begeleidde ons gezang met een waterval aan noten. En toen werd het zomaar een spirituele belevenis, waarbij ik in gedachten bij Louisa was.
Ze zong niet meer met ons mee, maar ze was er door haar muziek toch bij: wij zongen vanmiddag voor haar.
In de rouwadvertentie stond: ‘Mam houdt van een goed gevulde kerk.’
Dat was goed gelukt: de kerkzaal zat bijna vol.

Toen ik vanmiddag naar huis fietste overdacht ik de dienst.
Een afscheidsdienst waaruit veel dankbaarheid opstijgt, waarin mooie en emotionele muziek wordt gezongen en waar een prachtmens uit naar voren komt. Ik moest denken aan het liedje ‘Go like Elijah’ van Chi Coltrane en dacht: “I want to go like Louisa when I go….!”

Reageren

14 juni: Wat de dienst ons afgelopen zondag meegaf.

Zondagmiddag.
Ik kreeg een appje van PKN-gemeentelid en blog-meelezer Dick de Jong.
Hij dacht dat ik over de dienst wel een jubelend blog kon schrijven: predikant, organist, liederen, het kon niet op.
Maar een blog over een kerkdienst is een persoonlijke beleving, ik jubelde niet zo hard…..
Dick nam mijn uitdaging aan om zelf een blog te schrijven over zijn ervaring:

Een appje van mij aan Ada om haar te verleiden een blog te maken over die stralende zondagochtenddienst in Op de Helte. Het pakte anders uit dan ik dacht.
Ze kaatste terug met de vraag of ik een gastblog wilde maken.
Nou, dan zit je er al half aan vast.

Wij namen een aantal dingen mee de dienst in. O.a. dat ik met mijn lief bijna drie jaar niet aan het Avondmaal was geweest (corona). Ook de wetenschap dat het overlijden van Louisa van Hell zou worden afgekondigd. Er liggen banden met haar die diep teruggaan tot in de prille jeugd. Daarin is veel emotie terug te vinden.

Wat namen we mee uit de dienst?
We laten ons graag verrassen door wat de voorganger te zeggen heeft. Sybrand gaf het woord eerst aan Ernie en Bert. Over hoe lastig delen is. Delen ligt ons niet, vooral als het gaat om wie de grote brokken krijgt en wie de kleine. Ernie gaf er een verrassend simpele draai aan.
Een loonsverhoging voor mensen in sociale werkplaatsen zat er niet in. Nee, dat moest uit de gemeentelijke pot komen en laat die nou leeg zijn. Toeval? Sybrand zei dat de CEO’s van deze wereld gevraagd zouden moeten worden om wat van hun lieve miljoentjes te geven, want we hebben er even niet genoeg geld voor…. Precies, dat.

Wat we ook meenamen waren de warme woorden van Sybrand voor het leven van Louisa Margaretha van Hell-van Faassen.
Haar naam klinkt haast koninklijk. Zij overleed op 8 juni. De betekenis van de naam Louisa is ‘Beroemde strijder’ en Margaretha staat o.a. voor ‘Een kind van licht’. Louisa heeft veel gestreden en was een kind van licht. Evenals een optimistische moeder, oma en vriendin. Ze was niet bang voor de dood, zei ze kortgeleden. Ze was erg nieuwsgierig naar hoe het er aan ‘de andere zijde’ uit zou zien. Vanaf het begin nam ze actief deel in de leesgroep van Walter, waarin deze dingen besproken en overdacht werden.

In de dienst deelden we brood en wijn.
Verbondenheid van de Schepper met ons mensen.
Het is goed dat we dit weer in vrijheid en onbevangenheid kunnen doen. We hebben wel andere tijden meegemaakt. En we genoten van het heerlijk frivole orgelspel van Arjan Schippers. Onze gemeente mag zich rijk prijzen met de organisten die we hebben.

Mooi vond ik ook, dat een ontheemde jonge Oekraïense vrouw al langere tijd de diensten bij ons bezoekt. Het is menig kerkganger vast opgevallen. Ik vroeg me af wat ik zou doen in een wildvreemd land waar ik de taal noch de mensen kende. Hoe mooi is het als je dan wordt opgevangen.

Al met al een prachtige zondagochtenddienst. Wij hebben ervan genoten en we waren blij dit te kunnen meemaken. Want onze vrijheid van samenkomen is niet een vanzelfsprekendheid. Verre van dat. De grens tussen vrijheid en bezetting is flinterdun en ligt vlak om de hoek.

Ada is een dag ontheven van haar blogplicht. Nou ja, plicht. Ja, toch wel een beetje want er zijn erg veel mensen die haar blog lezen.
Noblesse oblige!

Dick de Jong

Reageren

12 juni: Hoe hoort het?

Gistermorgen in de viering van onze PKN-gemeente liepen sommige dingen niet helemaal zoals het hoort.
De kerkzaal was nog niet half gevuld, dat hoort natuurlijk niet zo.
Maar ja, het was mooi weer en we kunnen tegenwoordig met onze laptop in de tuin zitten en de kerkdienst volgen.
Het aanvangslied was een erg mooi lied, maar onbekend.
Arjan Schippers deed ontzettend zijn best op de piano, maar de gemeente zong aarzelend en stamelend mee.
Dat hoort natuurlijk niet zo bij het eerste lied dat we zingen: dat zou uit volle borst meegezongen moeten worden.

Tijdens de collecte mochten de kinderen meehelpen met collecteren, maar de taken werden onderling onzorgvuldig verdeeld.
Onze rij bijvoorbeeld kreeg maar één zakje doorgegeven, die van de kerkvoogdij; die van de diaconie werd later nog nagedragen, dus beide goede doelen kregen hun deel.

We vierden gistermorgen het heilig avondmaal. Bij de  omstandige en ietwat onduidelijke uitleg over hoe we moesten lopen langs brood en wijn ontstond wat rumoer en schoot een aantal gemeenteleden in de lach, waarop diaken Koop verduidelijkte: “Als je niet weet hoe je moet lopen, dan loop je maar gewoon achter degene die voor je loopt aan.”

brood & wijn

Een bevrijdende lach was het gevolg en natuurlijk ging het goed tijdens het avondmaal, iedereen kreeg een stukje brood en een slokje wijn.
Hoe hoort het eigenlijk?
En hoe belangrijk is het dat de dingen gaan zoals het hoort?
Hoe erg is het dat iemand de verkeerde kant op loopt, in de rij aan de overkant aansluit en na brood en wijn weer gaat zitten?

Toen wij twintigers waren kerkten wij in de Hervormde kerk in Hoogersmilde, waar we met het avondmaal nog echt ‘aan tafel’ gingen.
Voor een twintigtal mensen was er een stoel aan tafel en in de kring daarom heen was ruimte voor nog eens dertig mensen.
Je zat dan met die twee kringen onder de preekstoel het avondmaal te vieren en de rest van de gemeente keek toe.
Als de plechtigheid geweest was keerde de eerste groep terug naar hun plaats in de kerk en ging de tweede groep aan tafel.
Soms had je drie tafels….. duurt lang.

In Roden lopen we in grote kringen langs ambtsdragers die klaar staan met brood en wijn.
Vóór corona namen we allemaal een slokje uit grote avondmaalsbekers, die na iedere deelnemer werd schoongeveegd, maar tegenwoordig staat er voor iedereen een klein bekertje op een dienblad.
Eerlijk gezegd hoop ik dat we weer teruggaan naar die grote bekers; dat heeft niets te maken met hoe het hoort, maar met mijn gevoel.

Aan het eind van dit blog een prachtige foto van ‘Arjan in actie’, die ons gistermorgen weer trakteerde op een aangename instrumentale omlijsting van de kerkdienst.
Want het eerste lied ging dan misschien de mist in, de andere liederen gingen wel goed!
Achter Arjan staat nog het prachtige liturgisch bloemstuk dat met Pinksteren op het podium stond te pronken: het maakt het plaatje compleet.

Wat neem ik mee uit deze dienst?
Het filmpje van Bert & Ernie over ‘Eerlijk delen’: hierbij een link.

Reageren

8 juni: Stilmakende muziek uit IJsland.

We hoeven voor de zomer niet meer met de cantorij te zingen in een kerkdienst.
Dat zou betekenen dat we na Pinksteren geen repetities zouden hebben, maar dat vonden de meesten van ons wel jammer, dus we gaan nog drie repetities door. Gaat nergens meer over, gewoon zingen voor de lol dus.
“Geef even door wat je dan nog graag zou willen zingen” vroeg voorzitter Wieger een paar weken geleden.
O leuk; ik gaf door dat ik graag een koraal uit de Matthäus zou willen zingen.

Dinsdagavond zaten we weer met elkaar in de kerkzaal.
Karel had het cadeau meegenomen dat hij van ons had gekregen bij zijn examen: de volledige partituur van de Johannes Passion van J.S. Bach. Een heel boekwerk, waar we allemaal onze namen voorin mochten schrijven.
Hij liet ons zien welke partijen er allemaal te zien waren op de notenbalken, welke instrumenten daar bij hoorden en al vertellend was hij al haast aan het dirigeren. Maar er was nog geen orkest, alleen een uitgedund koor, want de grijze golf is al op vakantie en bij die golf hoort een groot deel van onze cantorij…

Johann Sebastian Bach

Twee stukken uit die Johannes Passion gingen wij instuderen: de koraal ‘Wer hat dich so geschlagen’ en het stukje ‘Wir, wir haben keinen König denn den Kaiser.’
Werd mijn wens toch vervuld, want dat koraal wordt ook gezongen in de Matthäus.
Stonden we dinsdagavond toch gewoon Bach te zingen met de cantorij!
Genieten!

We zongen ook twee heel andere stukken: het lied ‘Heyr, himna smiður’* IJsland en ‘Fey oh!’ uit Tahiti.
Geen idee wat je dan staat te zingen, maar wat leuk om eens iets heel anders te doen met dit koor, dat anders alleen kerkmuziek ten gehore brengt.

Het was fijn om zo samen te zingen, maar we deelden ook onze zorgen om Louisa, sopraan en bibliothecaris van onze cantorij. Ze is opgenomen in het Martiniziekenhuis en haar toestand is erg zorgelijk. Sopraan die altijd naast haar zit merkte op over de muziek van Bach: “Ik miste Louisa erg vanavond, ik kon altijd meevliegen met haar hoge noten…”.

Dit blog schreef ik woensdagavond; vandaag kregen we bericht dat Louisa in de vroege morgen is overleden.
Stil en verdrietig zijn we.
Louisa zal niet meer met haar mooie, hoge sopraan met ons meezingen.
Ze had dat IJslandse lied prachtig gevonden; dit blog sluit ik af met een link naar een uitvoering van dat lied en het verhaal erachter.

* Een paar jaar geleden liep een IJslandse Indie-folkgroep een treinstation in de Duitse stad Wuppertal binnen en creëerde een onvergetelijk muzikaal moment. De groep heet Árstíðir en de muziek was een 13e-eeuwse IJslandse hymne Heyr himna smiður, bewerkt door Þorkell Sigurbjörnsson, een van de belangrijkste 20e-eeuwse componisten van IJsland.
De muzikanten waren onder de indruk van stationsgebouw, dat in het begin van de 20e eeuw door de Pruisische Staatsspoorwegen werd gebouwd en een hoog, gebogen kerkachtig plafond heeft. Bekijk hier de stilmakende opname uit 2013.

Reageren

30 mei: De koek is op!

Op 1e Pinksterdag werkte de Cantorij Roden mee aan de PKN-viering in Op de Helte.

Dat betekende voor Gerard en mij een wekker om 07.15 uur in Westerbork, want wij vierden dit weekend met onze kinderen de Gradagen in Casa Grada.

Dat vroege opstaan had ik er wel voor over,  want  a. in die viering werd ook aandacht besteed aan het slagen van onze cantor Karel voor zijn examen koordirectie* en b. Ik hou erg van zulke feestelijke kerkdiensten.

In deze viering zongen we het bijzonder vrolijke pinksterlied ‘Kom Schepper Geest’ (697) door Karel begeleid op een soort trommel. Het sloeg aan bij de gemeente,  want we kregen zelfs een applaus; neem van mij aan,  dat is zeer ongebruikelijk in een dienst.

Voorganger Walter Meijles begon een verhaal voor de kinderen.

In een dorpje woonde een gezin met twee kinderen. In dat dorpje was een klein supermarktje en daar waren tot groot ongenoegen van de kinderen altijd de koekjes op.  Dat kwam omdat mevrouw De Vries altijd bang was dat ze niet genoeg koekjes in huis had,  dus die kocht steeds alle koekjes. Op een dag gingen de  twee kinderen uit protest bij mevrouw De Vries op het tuinpad liggen: zij moest stoppen met het opkopen van de koekjesvoorraad.  Maar dat was ze niet van plan!  Er ontstond een patstelling.  De dominee stuurde de kinderen naar de kindernevendienst met de vraag: hoe loopt dit af?

Toen ze terugkwamen had een kind bedacht dat ze de politie er bij moesten halen,  die zou het wel oplossen.  Een ander kind had wel een oplossing bedacht,  maar die was het weer vergeten…. en daarmee was het verhaaltje uit.

Na de viering was er nog aandacht voor het diploma dat Karel behaald had: er was een toespraakje van de voorzitter van de kerkenraad en felicitaties en bloemen namens de hele gemeente.  Wij als cantorij hadden voor Karel in het geheim een lied ingestudeerd; dat was nog best een gedoe, want wanneer komt het koor bij elkaar zonder Karel? Nooit.  Ander dilemma: wie dirigeert ons dan?  Voorzitter Wieger was de klos. Maar anders dan bij Karel ging nu iedereen zich ermee bemoeien. Wie in de kerk was zondag heeft gehoord dat het goed is gekomen. Onder de bezielende instrumentale begeleiding van Erwin Wiersinga zongen we het lied ‘Laat ons maar zingen’,  doorspekt met uitspraken en quotes van onze dirigent, waar we met elkaar ontzettend blij mee zijn.

Op de  terugweg naar Westerbork kregen Gerard en ik het nog even over het  koekjes-verhaal.  Gerard had bedacht dat je die koekjes ook online kon bestellen.  Ik zou het leuk hebben gevonden als de mensen in het dorp allemaal zelf koekjes waren gaan bakken, die dan ook nog eens veel lekkerder zouden zijn dan die fabrieks-meuk. Dan had je gelijk een mooie metafoor voor ‘de geest’ die mensen aansteekt met Pinksteren!

* zie Peregrini van Karel 

Reageren

22 mei: Eerlijk?

De viering van onze PKN-gemeente had gistermorgen als onderliggend thema het boek ‘Hoe handel ik eerlijk’ van Matthias Olthaar en Paul Schenderling. Naar aanleiding daarvan kwamen grote vraagstukken aan de orde: Hoe zorgen wij beter voor de aarde? Hoe verdelen wij de welvaart? Betalen wij wel een eerlijke prijs?
Er werd een zin gelanceerd aan de hand van een aantal dozen. ‘Ik handel eerlijk’ werd ‘Handel ik eerlijk?’ en met ‘hoe’ erbij werd het weer een ander verhaal.

Er was een vraaggesprekje tussen voorganger Sijbrand van Dijk en Marieke Pranger, lid van de werkgroep ‘Groene Kerken’.
Marieke vertelde dat zij zich al zorgen maakt over bovengenoemde vraagstukken sinds het rapport ‘De grenzen aan de groei’ uit 1972 van ‘de Club van Rome’.
Toen was ik 11.
Ik dacht altijd dat die club van Rome katholiek was, maar dat is helemaal niet zo. Meer weten over die club? Hierbij een link naar een artikel op Wikpedia. Daarin staat ook dit zinnetje: ‘De Club van Rome heeft geen politieke of economische macht. Daardoor verloopt de beïnvloeding moeizaam.’

Eén van de vragen waar we ons gistermorgen over bogen was: “Wat kan de kerk betekenen op het gebied van deze ingewikkelde vraagstukken?”
Eerlijk gezegd: ik denk dat wij als kerk in het verleden een groot aandeel hebben gehad in de mondialisering van de economie, doordat de verbreiding van het christelijk geloof hand in hand ging met de kolonisatie vanuit Europa van grote gebieden in andere delen van de wereld.
De kerk speelt inmiddels een marginale rol in onze samenleving, dus voor ons geldt hetzelfde als voor de club van Rome: de beïnvloeding verloopt moeizaam.

Niets doen dus?
Nee, natuurlijk niet.
Bewustwording is al belangrijk, dus dit soort themadiensten hebben zeker nut.
Het brengt gesprekken op gang en laat ons nadenken over ‘wat dan wel?”
Wat ik meenam uit deze viering zijn de vijf gebieden uit de overdenking waarin je zelf iets kunt doen.
1. Voedsel. Eet gematigd, gooi niets weg, eet plantaardiger en kijk waar je voedsel vandaan komt.
2. Vervoer. Deel je auto, fiets zoveel mogelijk, gebruik het openbaar vervoer en matig je.
3. Wonen. Zet je kachel lager, gebruik niet alle ruimte in huis in de winter en wees matig met je energieverbruik.
4. Spullen. Draag je kleren tot ze af zijn, wees tevreden en koop niet wat je niet nodig hebt, wees een matige consument.
Sijbrand: “een kerstmannetje waarvan de neus groeit en HOHO roept heb je niet nodig….”
5. Samen: zoek elkaar op, doe het niet alleen, praat er met elkaar over.

Tijdens de koffie kregen we informatie over onze CO2-voetafdruk.
Confronterend.
Ongemakkelijk.
Benieuw naar je eigen CO2-voetafdruk?
Hierbij een link naar de website Milieu Centraal  waar je zelf een test kan doen.

Wil je meer weten over het boek dat ik noemde in de eerste alinea? Hierbij een link naar de website ‘Genoeg om te leven‘.

Reageren

16 mei: Komt u voor ‘kunst’ of ‘kerk’?

Het ‘seizoen’ is weer begonnen: afgelopen zondag was ik voor het eerst dit jaar weer gastvrouw in de Catharinakerk.
Dit keer geen ’toeristendienst’. Onze kerk was opgenomen in de Open Atelierroute van het kunstenaarscollectief VerKuNo*; schilder Hans van der Mark had zijn werken opgehangen op schermen langs de zijmuren.
De meeste bezoekers die op zo’n middag binnenwandelen komen voor de kunst en lopen met een papier met informatie bij de panelen langs.
Af en toe maak ik een rondje in de kerk en bied de aanwezigen een pepermuntje aan.
Een vrijblijvende manier van contact: mensen zien dat ik een ‘gastvrouw-badge’ op heb dus als men iets wil vragen dan kan dat.

Tussendoor zit ik met mijn breiwerkje op de achterste rij onder het orgel, zorg voor thee en heb het gezellig met deze en gene die even naast mij komt zitten.
Maar ik zat niet zoveel die middag.
Er kwam een aantal vragen over de connectie tussen de bewoners van de Mensinge en de kerk, over de gemetselde cryptes die zichtbaar zijn door een glazen plaat en over de witte pleisterlaag: waarom zit die niet in deze kerk?

Er was een mevrouw die al een poosje weduwe was en haar man erg miste.
Dan gaat het niet om de kerk en ook niet om de kunst, maar om een luisterend oor.
Verder was er een meneer die erg geïnteresseerd was in de huidige kerkgemeenschap. “Wordt hier nog gekerkt?” Toen ik hem vroeg naar zijn kerk-verleden wilde hij een verhaal beginnen, maar hij werd gehinderd door aan de ene kant de pepermunt en aan de andere kant een loszittend kunstgebit…. ik moet mensen ook niet eerst een grote Wilhelmina-pepermunt geven en daarna vragen gaan stellen.

Er was ook tijd genoeg voor een praatje met schilder Hans wiens werk in de kerk hing.
Toen ik hem vroeg naar wat hij zelf het mooiste/bijzonderste werk vond nam hij mij mee naar een schilderij dat qua opbouw en materiaal heel ingewikkeld was geweest, daar had hij zelf ook heel veel plezier aan beleefd. Het heet ‘Look out from hidden spot‘.
Dit staat er over zijn werk op zijn eigen website:

Mijn werken zijn kenmerkend door de intensieve zoektocht naar allerlei materialen, gereedschappen en technieken.
Ik werk al schrapend, schurend, wegvegend, spoelend en snijdend.
Het toepassen van ongebruikelijke materialen uit de omgeving, doeken tegen elkaar aan te plakken en weer los te laten karakteriseren mijn werkwijze.
Toeval en gestuurde actie gaan hand in hand in mijn werken op doek, papier, karton, paneel en board.

Meer weten? Hierbij een link naar zijn website.
Hij was enthousiast over het kerkgebouw: ”Het is een eeuwenoud gebouw, maar de inrichting is modern; daar past mijn kunst heel goed bij!”

Toen ik even na vijven thuis kwam was Gerard al weer terug van de wedstrijd Groningen-Ajax.
Die had in totaal maar 9 minuten geduurd…..

Meer weten over VerKuNo? Hierbij een link naar hun website.

Reageren

15 mei: Theo, Erwin en Catharina.

In de winter vlogen de energieprijzen omhoog, dat heeft menigeen gevoeld in de portemonnee.
Ook in onze kerken liepen we tegen de hoge gasprijs aan, daarom heeft de kerkenraad besloten om na kerst drie maanden niet in de Catharinakerk bij elkaar te komen voor de vieringen.
Dat speet mij, want ik ‘kerk’ het liefst op de Brink.
Maar gelukkig: vanaf april worden de kerkgebouwen weer om en om gebruikt.
Het was jammer dat wij er in april niet bij konden zijn, gistermorgen was voor ons weer de eerste keer.

Hinsz-orgel in de Catharinakerk Roden

We hadden een mooie combinatie: Theo van Beijeren was onze voorganger en Erwin Wiersinga organist,  het oude gebouw deed de rest.
In de overdenking stelde de dominee vragen als ‘Wat stellen wij (als christenen) nog voor?’ en ‘Hoe stellen wij ons op?’
Wat laten wij in het dagelijks leven zien van ons geloof?
In dit verband noemde de predikant de Belgische psychiater Dirk de Wachter; hij hielp veel mensen met problemen maar werd ook zelf ernstig ziek. Daarna vroeg men hem: “Wat heeft jou geholpen, wat troostte je in de ellende?”
“De ander” was zijn antwoord. “De verpleegkundige, de poetsvrouw, mijn gezins/familieleden en vrienden”.
Het veranderde de situatie niet maar het hielp hem er door heen.
De door Jezus beloofde heilige geest wordt ook wel ‘de trooster’ genoemd.
De Ander met een hoofdletter werkt door al die anderen die om De Wachter heen stonden en boden hem liefde, aandacht en troost.

Dit was maar een klein onderdeel van de overdenking, want het ging ook over uitkomen voor je geloof.
Wat zeg je als mensen vragen waarom je eigenlijk nog naar de kerk gaat?
Wat doe je als op je werk een collega gepest wordt?
De laatste zin van de overdenking was: ‘…..als wij zelf maar leesbare brieven van Christus zijn. Amen.’
Sommigen vonden dat wat een abrupt einde, maar het bleef wel in mijn gedachten haken.

Wat ook bleef hangen na deze viering waren de omfloerste klanken van het historische Hinszorgel.
Na maanden orgelspel tijdens de viering in Op de Helte was het spel van Erwin vanmorgen weer een streling voor het oor en zorgde na de preek voor tranen van ontroering.
We zongen mooie, bekende liederen die steeds vooraf werden gegaan door een klinkend voorspel.

Mocht je mij de vraag stellen ‘Waarom ga jij eigenlijk nog naar de kerk?’ dan geeft dit blog antwoord op die vraag.
Zondagmorgen: een moment van reflectie op de week die achter ons ligt en een vooruitblik op de week die komen gaat.
Mijn dankbaarheid en mijn zorgen kan ik benoemen in de gebeden en we horen een goed verhaal om over na te denken.
Deze week waren het Theo, Erwin en Catharina die mijn zondagse viering glans en inhoud gaven.
Maar een volgende keer zijn het Sijbrand of Walter, Arjan of Ad; iedere zondag zien en spreken we andere gemeenteleden en ook op andere momenten door de week (cantorij bijvoorbeeld) zijn er ontmoetingen met ‘de ander’.
Al dan niet met een hoofdletter.

Reageren

Pagina 6 van 50

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén