een alternatief voor 'de waan van de dag'

Categorie: Handwerken Pagina 2 van 22

17 december: Colsjaal

Weet je nog? Begin november schreef ik een ‘Grabbelton-blog’; één van de onderdelen was dit garen dat ik via internet had gekocht.
Op de website ‘Blij dat ik brei’ had ik een mooie colsjaal gevonden die ik wilde haken, maar dat patroon was uit 2012 en het garen dat was gebruikt was niet meer leverbaar. Op internet vond ik dit garen op de website van Hobbii; het heet Magic Sock Wool. De goede kleurencombinatie, de goede samenstelling (70% wol, 30% polyamide) en de goede dikte.

Inmiddels is de sjaal klaar.
Op de website ‘Blij dat ik brei  vind je een beschrijving van hoe Jeannette Jaffari-Schroevers de sjaal heeft gehaakt, maar ik heb het een beetje aan mijn eigen wensen aangepast.
In het kort komt het hier op neer:
ik haakte 20 granny squares van 5 toeren/rondjes die ik gelijk aan elkaar naaide; dan ontstaat er een lange slinger/reep.
De granny’s naaide ik met kleine steekjes aan elkaar (draad door de beide bovenste lusjes van de steken van de laatste toer van de granny’s) . Bij het aan elkaar naaien van de eerste en de laatste granny maakte ik er een slag in, een zodat je geen cirkel maar een möbius (een soort 8) krijgt.
Daarna ging ik langs de zijkant van de reep verder met granny stripes: steeds 3 stokjes in 1 gaatje; ik deed er geen losse tussen.
Omdat de granny’s in een möbius aan elkaar zijn genaaid, maak je een soort 8 en wordt de rij streepjes zowel aan de bovenkant als onderkant tegelijkertijd gehaakt. Je haakt dus 2 rondjes voor dat je weer bij het beginpunt bent aangekomen; ik heb de 2 bollen bijna opgemaakt. Tip van Jeannette: zorg dat je ca. 20 gram overhoudt voor je aan het schulprandje begint.

Het schulpje haakte ik door 9 stokjes in 1 “gat” te haken, in het volgende gat een vaste.
Als laatste haakte ik nog met halve vasten de hele sjaal rond.
Op de detailfoto hiernaast zie je hoe dat er uit ziet.

Reageren

12 oktober: Kussentjes op de barkruk.

Toen we ons huis hadden verbouwd in 2011 (nieuwe keuken en een woonkeukengedeelte met schuifdeuren naar de tuin) had ik een groot stuk extra aanrecht waar je aan kunt zitten.
Een soort huisbar. We kochten bij IKEA drie barkrukken en als iemand staat te koken en we hebben bezoek, dan zit het erg gezellig aan de bar in de keuken. Toen mijn moeder nog leefde zat ze graag bij mij ‘aan de bar’ te teuten.
Kopje koffie er bij, klep-klep-bep-bep.
Op die barkrukken liggen dus al jaren van die ronde, platte kussentjes, zwart in ons geval.
En op den duur worden ze lelijk.
Valig.
Met vlekken die er niet meer uitgaan.

Op internet vond ik een plaatje van een gehaakt, rond kussen overtrek.
Kon je kopen, maar ik wilde het zelf maken.
Het patroontje was nergens te vinden, dus ik vergrootte het plaatje een beetje en maakte een printje.
En dan is het vooral een kwestie van goed kijken welke steken zijn gebruikt en hoeveel stokjes/lossen/boogjes in het patroontje voorkomen.
Uitproberen. Prutsen. Tellen. Uithalen en opnieuw beginnen.
Gerard kan dan zo olijk zeggen: “Zo schiet het niet op, hé?” als ik weer een gedeelte moet uittrekken.
Maar dit is waar ik plezier aan beleef, vooral als het lukt.
En het lukte!

Inmiddels liggen er drie rode kussentjes op de stoelen; ze passen goed bij de andere rode accenten in onze keuken.
Wil je ook zo’n kussentje haken?
Hierbij een link naar een PDF met een patroonbeschrijving: 2023.09 Kussenovertrek rood
Lukt het jou ook?
Laat het me even weten.
Vinnikleuk.

Reageren

4 oktober: Afgeleid door de gezelligheid.

Gisteren was het weer de 1e dinsdag van de maand: Holy Stitch!
Op de tweede bijeenkomst van dit seizoen hadden we net als vorige maand een nieuwe deelnemer: Zwanny uit Nieuw Roden.
Het is inmiddels geen probleem om aansluiting te vinden bij onze groep; je hebt sowieso altijd je handwerkje mee om het over te hebben en dan babbel je al snel ook over andere onderwerpen.
Marijke had geen handwerkje mee, want wat ze onderhanden had “daar moet ik bij opletten en tellen en dat kan hier niet”.
Nee, dat klopt, je wordt nogal afgeleid door de gezelligheid.
Ze ging de kring rond om hier en daar inspiratie op te doen.
Zo zag ze bijvoorbeeld het borduurwerk dat volgens maakster Sjoukje drie Labradors voorstelde. Er werd nog even gediscussieerd met Alice  die vond dat het Golden retrievers waren, maar discussie werd gesmoord door Geke die droogjes opmerkte dat het in ieder geval honden waren.
Sijcolien trakteerde op lekkere chocolaadjes, want ze was oma geworden!
Alie had een ‘flubbertje’ aan haar haakwerk dat er niet hoorde en wilde daar graag advies over en twee dames ontdekten dat ze vroeger op de MAVO bij elkaar in de klas hadden gezeten.
Je snapt het al: de middag was maar zo om.

In het kader van ‘de stekerij’ deel ik vandaag een ideetje om kleine restjes katoen op te maken; misschien inspiratie voor Marijke?
Voor het omhaken van een buitenstoelkussen had ik te veel garen gekocht; drie bollen grijs hield ik over.
In mijn handwerkkast staat een klein, rieten koffertje met een heleboel kleine restjes katoen, waar je eigenlijk net niks meer mee kan.
Op de website Hilde Haakt vond ik een leuk idee: lichtgrijze onderzetters, met in het midden allemaal een ander kleurtje.
Zij bracht mij naar een patroon op de website van Karin aan de Haak.
Deze twee ideeën voegde ik samen en veranderde ik een beetje naar eigen inzicht: het rondje in het midden bestaat bij mij uit 20 stokjes.  Verder voegde er nog iets kleurigs aan toe: ik haakte om de onderzetters halve vasten in de kleur van het middelste rondje; die halve vasten haakte ik alleen in de bovenste lus van de onderliggende stokjes, dan krijg je een klein randje.

Ik haakte de onderzetters in twee tinten grijs, licht en donker en had genoeg restjes om zes verschillende contrasterende kleuren aan te brengen.
Koordje er om heen, strikje er in: mooi cadeautje.
Binnenkort gaat er weer een collega weg; ik doe er alvast een vrolijk inpakpapiertje omheen.

Reageren

27 augustus: Eindresultaat van ondergeschikt belang.

Gerard had na onze Donaureis nog een week vakantie; ik niet.
Maandag 21 werd ik weer op kantoor in Groningen verwacht.
Casa Grada was van woensdagmiddag 23 tot maandag 28 niet geboekt.
“Zullen wij dan…..?”
Woensdagavond na mijn werk vertrokken we naar Westerbork. Donderdagmorgen was voor mij het lastigste moment van de week.
We zaten met een kop koffie in de zon aan het water.
Gerard had z’n hengeltje uitgegooid en zei: “Nou,  werkze vandaag! ” en ik vertrok met mijn broodtrommeltje en beker karnemelk.
“Veel plezier,  geniet van je vakantiedag!”
Maar dat was maar één dag; meestal is het andersom; dan zwaai ik hem uit en heb ik vrij.

We hadden nog een paar heerlijke dagen.  Vrienden Bea en Hans kwamen nog een nachtje logeren en er kwam nog een dochter langs.
Zomer in Drenthe.
Zaterdagmorgen zat ik in de zon te borduren.
Na het klaverjasscorebloc-hoesje (zie: Klaverjas-omslag) ben ik begonnen aan een nieuw project: een geborduurde bank -organizer.
Ik heb een gebreid exemplaar op mijn bankleuning liggen,  die wordt dus in de toekomst vervangen door een geborduurde versie.
Weet je niet wat een bank-organizer is? Zie Wat brei je..?

Het begin is er. (klik op de afbeelding voor een vergroting) Ik gebruik twee kleuren: rood en grijs met zilver-accenten. Uit mijn oude handwerktijdschriften haalde ik wat voorbeeldjes en ik ben maar gewoon begonnen. Hoe het er uit komt te zien als het klaar is, weet ik nu nog niet: mijn leidraad is meestal voortschrijdend inzicht.
Het eindresultaat is ook eigenlijk van ondergeschikt belang. Borduren is ontspanning, rust in het hoofd,  genieten dus.
Al dan niet met een muziekje /podcast op de oortjes.
Dit weekend had ik er weer even tijd voor.

Reageren

12 augustus: “Wil jij het eens proberen?”

Aan het begin van dit jaar kreeg ik van PKN-gemeentelid Tineke een boekje; het heette ‘Shetland kant breien’ en het was geschreven door Elizabeth Lovick.
“Misschien dat het jou lukt om deze techniek onder de knie te krijgen…?” vroeg ze hoopvol.
Dat wou ik wel eens proberen.
Het duurde even voordat ik alle brei-projectjes die ik wilde doen af had, maar in juli ging ik er letterlijk voor zitten.

Ik zette 24 steken op met een restje katoen en begon met de eerste steken.
Dat was nog niet zo moeilijk. Ajour-steken kan ik immers al: een omslag en 2 recht samenbreien en één steek afhalen en overhalen en dan een omslag.
Maar dat was nog maar het begin.
Alle steken die ik daarna probeerde waren op zich niet moeilijk, maar waar ik tegenaan liep is dat je steeds moet tellen.
Zorgen dat de steken, omslagen en afhalingen op de goede plek zitten ten opzichte van de vorige naald,
Tellen.
Uithalen.
Nog weer tellen.
Ik probeerde ondertussen naar een televisieprogramma te kijken, maar het zweet stond op een gegeven moment in mijn handen.
En op mijn voorhoofd.
Het was maar goed dat het televisieprogramma geen detective was, want daar had ik met dit breiwerk in mijn handen geen draad eeeh…touw aan vast kunnen knopen.

Dan komt natuurlijk het moment waarop je denkt: “Waarom doe ik dit eigenlijk?” en stel ik mezelf vragen als ‘Geniet ik hier van?’ en ‘Is dit ontspanning voor mij?’
Op beide vragen was het antwoord: “Nee.”
Ophouden.
Dat advies gaf oud-collega Gineke vaak en hoewel ik haar advies niet altijd opvolgde was het nu wel de beste optie.
Niet meer doen.
Ik maakte een foto van mijn broddelwerk voor dit blog, zie afbeelding rechts; aanschouwt de puinhoop!

Er komt geen Shetland-kant-sjaal door mij gebreid.
En geen tafellopertje en geen omslagdoek.
En Tineke….. voor jou dus ook geen Shetland-kant-raamhanger.
Sorry.
De manager waar ik 10 jaar voor gewerkt heb zei in zulke situaties: “Je kunt niet overal goed in zijn.”

Wat ik wel goed kan zijn babyslofjes breien.
Die geef ik dan aan vrouwen die zwanger zijn in mijn omgeving in plaats van een kaartje.
“Gefeliciteerd met jullie zwangerschap!’
Vorige maand breide ik ze nog voor de pop van een 3-jarig achternichtje; het leverde me een prachtige foto op (via de app van neef Paul gekregen)  van het stralende peutertje met in haar armen haar baby mét sokjes: ‘Liss is superblij met de sokjes voor haar pop!”

Die sokjes/slofjes zijn niet moeilijk om te breien, daar kun je gewoon een detective bij kijken.
Ook zulke petieterige slofjes breien?
Hierbij een link naar het blog dat ik over deze slofjes schreef.
Daar vind je een breibeschrijving en het verhaal over een bok die ik ooit schoot.

Reageren

22 juni: Afkicken van mijn verslaving.

De titel van dit blog suggereert dat ik worstel met een ernstig probleem, maar het is minder erg dan je op voorhand denkt.
In de afgelopen week ben ik erachter gekomen dat ik verslaafd ben aan ‘een handwerkje in mijn hand’.
Wat is er gebeurd?
Op 7 juni schreef ik in het blog ‘Eén bijverschijnsel‘ over mijn schouderblessure.
Na 6 behandelingen werd het door de rust na de staaroperatie wel iets beter, maar knapte nog niet erg snel op en vorige week zei Jarco: “Doe die oefeningen maar even niet, doe maar even helemaal niks extra’s met die arm”. Zelf bedacht ik dat ik dan ook even moest stoppen met haken en breien. Je denkt dat je de spieren in je linkerschouder niet gebruikt bij die vormen van handwerken, maar neem van mij aan: je gebruikt dan spieren in je hele bovenlichaam.
En het werd beter; de pijn nam wat af.

Dinsdagmiddag had ik weer een fysio-afspraak en ik vertelde dat ik zijn advies had opgevolgd en dat ik daarnaast ook even gestopt was met haken en breien. “Deed je dat veel dan?” Ik vertelde hoeveel. Zodra ik een stoel aan mijn kont heb ben ik aan het prikken.
“Nou, dan hebben we nu misschien het lek boven water. De komende twee weken nog geen oefeningen en ook niet handwerken. Zien wat het oplevert”. Ik vroeg hem of hij wel eens vaker mensen met overbelaste lichaamsdelen door het handwerken had behandeld.
“Ik ken helemaal geen mensen die dat doen” was zijn antwoord.
😉

dromen van vasten en stokjes….

Eén week niet handwerken was onthutsend moeilijk voor mij.
Ik word er ongedurig van, kan mijn rust niet vinden.
Zit op mijn werk in de pauze onwennig met niks in mijn handen mijn broodje te eten.
Kijk televisie met lege handen.
Zit naast Gerard in de auto met de handen in de schoot.
Drink koffie en thee zonder steken.
Verder droom ik van stokjes en vasten; ik was met een leuk haakprojectje bezig met donkerrode katoen.
Inmiddels ligt het niet meer op de bank maar in een koffertje, dan word ik er niet steeds mee geconfronteerd.
Het breiwerkje waar ik mee bezig was (een kindervestje) zit in een tas.

Nóg twee weken.
Voordeel: ik schiet nu heel erg op met het laatste deel van de Zeven Zussen-reeks over Pa Salt.

Reageren

10 juni: Klaverjas-omslag,

In augustus 2020, tijdens onze vakantie in Baarn, begon ik met het borduurwerk waar ik in mei van dit jaar de laatste hand aan legde: een omslag voor klaverjasbenodigdheden.
In het blog ‘Waardevol‘ ‘beschreef ik hoe ik het bijna was kwijtgeraakt, dus dat ik het nu af heb kunnen maken voelt extra bijzonder.

In 2019 had ik ergens een stukje stof op de kop getikt; dat zou de voering van mijn borduurwerk worden.
De kleuren daarvan gebruikte ik als basis voor het borduurwerk. Daarna vond ik nog een mooi grijs stofje dat ik zou gebruiken voor de afzonderlijke vakken.  “Hoe ga je dat dan doen met die voering en zo?” vroeg dochter Carlijn.
Daar had ik eigenlijk nog niet over nagedacht.
Op elkaar naaien en schuifvakjes waar de spullen in kunnen? Zoiets? Ik doe eigenlijk altijd maar wat.
Carlijn kwam een avond langs met haar naaimachine, want die had een veel beter idee: de grijze stof gebruiken als voering en de gekleurde voor de aparte vakjes.
“Ik heb nog ergens een klein ritsje liggen, dat gebruik ik voor het vakje met de kaarten en de troefstenen*. Verder maak ik de vakjes groter, zodat ze als het ware op de voering liggen.”

Moeilijk.
Zulk ingewikkeld naaiwerk gaat mij boven de pet, maar ik mocht wel dingen doen: stukjes stof op maat knippen en afspelden.
Carlijn maakte de ‘voering met vakjes er op’ helemaal klaar, zodat ik het borduurwerk aan de voering vast kon naaien. Dat deed ik met de hand.

Het is echt prachtig geworden!
Toen het helemaal klaar was liet ik trots aan Gerard zien hoe mooi het was gelukt.
“Hef gieniene” was zijn nuchtere commentaar.

Veel foto’s dus vandaag op mijn blog: je ziet de drie verschillende kanten, van de omslag, de binnenkant met de spulletjes er in én er uit.
En dan nog twee details: het vakje met de klaverjastermen die ik niet meer kwijt kon en dus allemaal maar in één vakje heb gepropt én het prachtige, kleine, paarse ritsje.
Als je op de afbeeldingen klikt krijg je een vergroting.

Het boekje dat achter het scoreblok zit is een familieoverzicht waarin we alle uitslagen bijhouden.
Alle.
Bomen. 9 bomers. 9×9 bomers……

* Houten dobbelstenen die nog door mijn vader zijn gemaakt. In onze klaverjasvariant mag je zelf bepalen wat troef wordt, die steen leg je met de goede kant naar boven op tafel.

Carlijn: BEDANKT!♥

Reageren

9 juni: Wandelclubje van pensionado’s?

In oktober schreef ik een blog over mijn obsessie voor een pannen-onderzetter in een Duits vakantiehuisje.
Over het geworstel om te ontdekken hoe die was gehaakt schreef destijds ik dat ik mezelf vergeleek met een stier en het haakwerk met een rode lap.
Inmiddels liggen bij ons bij het warm eten nieuwe pannenonderzetters op tafel in de kleuren grijs en rood.
Begin juni trouwde collega Marchiena; ze ging op huwelijksreis naar Venetië. Als secretariaat vroegen we onze collega’s om allemaal een cadeautje in een feestmand te doen met het thema Italië: dat werd een mooi gevulde Italië-mand! Van mij kreeg ze natuurlijk, naast een hapje en een drankje, iets zelfgemaakts: de obsessiepannenlappen in de kleuren van de Italiaanse vlag en 6 onderzetters.

Woensdagavond hadden we een etentje met ons secretaresseteam. De reden was minder leuk: Margreet heeft ons team verlaten.
Zij was ook een  handwerkster, dus daar hadden we het ook regelmatig over.
Stom dat ze weg is trouwens; het was een leuke collega die ik nog steeds een beetje mis.
Voor haar haakte ik de twee blauwe exemplaren op de afbeelding onder aan dit blog; toen ik er mee begon zaten we tegenover elkaar in de lunchpauze in Winschoten….. maar ze wist natuurlijk niet dat het voor haar was.
Wat was het leuk om elkaar weer even met z’n zessen te spreken!
Ik schreef er vaker over: er was veel ziekte en uitval in ons team. Van het clubje waarmee ik woensdagavond aan een lekkere pizza zat blijft alleen Renny over. Margreet is al een tijdje weg, Marja en Corry gaan met vervroegd pensioen en Petronet gaat naar een andere afdeling.

Maar zoals Corry al zei: ‘Als er ergens een deur dicht gaat, gaat er ergens anders vaak ook weer één open’: Udona en Marchiena zijn onze nieuwe collega’s en er staat een alweer een nieuwe vacature uit.
De pizza aten we bij Dolce Vita in Stadskanaal. Ik zou rijden en had de auto vol snaterende collega’s. Op de terugweg naar Groningen zat de stemming er goed in: de dames hadden het er over dat ze als pensionado’s wel een wandelclubje op konden richten.
“Ja! Dan noemen we ons ‘Jo met de banjo’!” en vervolgens zongen drie van hen luidkeels het wandellied van Jasperina de Jong.
Oh man, wat ga ik die meiden missen.

Nog even een kleine toelichting op de foto’s hiernaast.
Uit de afbeelding van de 8 obsessie-onderzetters maakte ik een uitsnede van de rode exemplaren.
Ze lijken identiek, maar zijn dat niet.
Bij de ene ben ik met lichtrood begonnen en ook geëindigd, bij de andere met donkerrood.
Verder heb ik de lus op het ene exemplaar de linkerkant opgeslagen en op de andere valt hij naar rechts. (klik op de afbeelding voor een vergroting)

Ook zo’n pannenlap haken?
Kijk dan even op het blog ‘Hoe dan?!?’
Daar vind je een link naar een PDF met een uitgebreide haakbeschrijving met foto’s.
Of die 6 kleine onderzetters die ik voor Marchiena maakte? Ga dan naar dit blog uit 2015.

Reageren

27 april: Troostdekentje.

“Wat ben jij op dit moment aan het haken?” vroeg ik in februari aan mijn collega.
“Een troostdekentje” vertelde ze “daarmee werk ik de restjes weg die ik van vorige projecten heb overgehouden.”

Troostdekentje?
Daar had ik nog nooit van gehoord.
Het eerste wat ik dan doe: opzoeken op internet.
Er is gewoon een pagina ’troostdekentje.nl’ waarop je alle informatie kunt vinden.
Wat leuk.
Dat ging ik ook doen, want ik had nog wat garen over van het gordijn/sprei-project voor het opklapbed.

Ik haakte 12 lichtgroene vierkantjes, allemaal met andere haaksteek en vervolgens haakte ik 12 witte vierkantjes met diezelfde steken.
Met donkergroen naaide ik ze aan elkaar en haakte er vervolgens 2 toeren vasten omheen, ook met donkergroen.
Zo ontstond een klein dekentje van 100 bij 80 centimeter.
Toen ik het in elkaar zette werd het dekentje steeds een beetje groter en lag het op een gegeven moment over mijn benen terwijl ik er aan werkte.
Hmmmmm….. lekker warm ja.
Vooral als ik een rokje met maillots aanhad.
Het dekentje paste eigenlijk ook wel goed bij de bank.
En toen het klaar was, was het precies groot genoeg om mijn benen te bedekken tot de voeten, al dan niet met sloffen.

Lang verhaal kort: ik hou hem zelf.
Hij ligt in opgevouwen toestand op de bank en ’s avonds ligt het over mijn benen.
Dat duurt vast niet lang meer, want het is al april en voor je het weet zitten we weer buiten, maar het wordt vast ook wel weer winter!
Troostdekentje wordt bankdekentje; het volgende ‘restjesproject’ wordt een troostdekentje.

Ook een troostdekentje of een ‘zorgenvriendje’ maken? Hierbij een link naar de website Troostdekentje.nl.

Reageren

22 april: Het haasje.

Pasen ligt al weer even achter ons, maar misschien kun je iets met dit blog voor een volgend jaar.
Een andere voorwaarde is dat je kunt haken.

In coronatijd blogde ik over gehaakte paasonderzetters in het blog ‘Loensende kippen haken’
8 had ik er destijds gehaakt, maar als je met z’n achten bent is dat te krap, want als 1 persoon een pilsje neemt heb je al twee onderzetters nodig.
Voor Pasen 2023 haakte ik er een paar bij: 3 eieren en 3 haasjes.
Voor eieren gebruikte ik de beschrijving op deze website , maar een patroon voor een paashaasje kon ik niet vinden, dat bedacht ik daarom zelf.
Hieronder vind je de beschrijving.

Haak 5 lossen, sluit tot een ring met een halve vaste in de 1e losse.

toer 1: 3 lossen (dit is eerste stokje) + 14 stokjes,  = een ring van 15 stokjes, sluiten met een halve vaste in het 1e stokje.
Volgende steeds sluiten met een halve vaste in de 1e vaste van de vorige toer. 
toer 2: 2 vasten, 2 vasten in het derde stokje, dit nu nog 4 keer doen. (ring van 20 vasten)
toer 3: 3 vasten, 2 vasten in de vierde vaste, dit nu nog 4 keer doen, (ring van 25 vasten)
toer 4: 4 vasten, 2 vasten in de vijfde vaste, dit nu nog 4 keer doen, (ring van 30 vasten)
toer 5: 5 vasten, 2 vasten in de zesde vaste, dit nu nog 4 keer doen, (ring van 35 vasten)
toer 6: 6 vasten, 2 vasten in de zevende vaste, dit nu nog 4 keer doen, (ring van 40 vasten)
toer 7: 7 vasten, 2 vasten in de achtste vaste, dit nu nog 4 keer doen, (ring van 45 vasten)

Het basisrondje van het haasje is nu klaar.
Voor de oren haak je het volgende:

* 9 lossen en 8 vasten ’terughaken’.
2 vasten in de basisring en nu ga je langs de linkerkant weer naar boven: haak een stokje op elke vaste, 7 stokjes in totaal.
Haak in de 8e vaste 6 stokjes.
Nu ga je langs de rechterkant naar beneden haken: weer op iedere vaste 1 stokje.
Zet het oortje met een halve vaste vast aan het basisrondje.
Rechts zie je een patroontekening van één oortje.

Voor het volgende oortje haak je 2 vasten op de basisring en maak je nog zo’n oortje, begin hiervoor opnieuw bij *

Zorg dat je bij het terughaken van het tweede oortje aan de buitenkant terughaakt.

Haak nu nog 1 toer vasten om het basisrondje heen tot je weer bij de oren bent, toer sluiten met een halve vaste in de ring.

Je kunt er natuurlijk nog oogjes op borduren en snorharen enzo, maar ik vond het zo wel goed.
Het zag er in ieder geval feestelijk uit op 2e Paasdag.

Reageren

Pagina 2 van 22

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén