De waarde van de dag

een alternatief voor 'de waan van de dag'

14 november: Deure dichte!

Half oktober veul de neie ‘Zinnig’ op de mat.
Daor mag ik as streektaolschriever ok teksten naor toe sturen en zo nou en dan wordt d’r een verhaal van mien haand plaotst.
Dizze ‘Zinnig’ haar as underwarp Wonen.
Daor wus ik zo niks over; gien inspiratie.
Twee dagen veur de uuterste inleverdaotum vreug ik Gerard waor hij an dacht bij wonen.
Nao die autorit wus ik waor ik over zul schrieven.

Deure dichte!

Zomaor een maondagaomnd in juli; wij kiekt naor ‘de slimste mens’.
Kandidaot Zohair vertelt dat e iedere dag begunt met het opschrieven van dinge waor e dankbaor veur  is.
Ik stel mij veur dat ik s mörgens bij taovel zit met een brieffie.
Wat zul ik daor dan opschrieven?

As ik daor eem goed over naodenk zol ik an een hiel schriefblok nog niet genog hebben.
Anno 2021 is d’r zoveul um dankbaar veur te wezen.
Daarbij denk ik eem terugge  an een gesprek dat ik lest  in de auto haar met Gerard,  met wie ik al meer dan vittig jaor verkering heb.
Hij haalde herinnerings op an het sanitair vrogger bij hum thuus: een boerderijgie an de Gowenbrogge.
“Wij hadden toen nog gien wc met stromend water, maor een holten huusie met een tunnegie. De inhold gung nou en dan over de tuun.”
Ok vertelde hij over de tobbe waor hij met zien breurties in wast weur. Later kwam d’r een lavet op de deel waor ze in können douchen,  waor een plastic douchegedien umhen zat.
Het kost niet veul inbieldingsvermogen um te bedenken wat d’r gebeurde as de buutendeure lösgung. Veural in de winter.
“DEURE DICHTE! ” schrowde dan iene vanachter het gedien, die de kolle wind over de rugge kreeg.

Wij hebt het over vieftig jaor leden.
Oonze (groot) olders waren wies met heur lavet en heur moderne wc met een störtbak met een kettentie en een holten handvat.
“Dit kan toch absoluut niet meer…!” heurde ik een nuffige gast over zu’n authentieke wc zeggen in een commentaar op een Bed & Breakfast.

Verwende sikken bint wij in 2021.
Met oonze verwarmde wc’s en badkamers met warm stromend water.
Wij huuft lang zo hard niet meer te warken as de generaoties veur oons.
Wij bevindt oons in de luxe positie dat wij ’s mörgens an ’t ontbijt veur een brieffie kunt zitten en oons ofvraogen waor wij dankbaor veur bint.

Reageren

13 november: Rustig herfstweer

De zon scheen uitbundig in de week van onze herfstvakantie in Westerbork, daar hadden we echt geluk mee.
(zie ‘Casa Grada in de herfst‘.)
Het weerbericht had het over ‘rustig herfstweer’; zo rustig dat we nog een paar ochtenden op ons terras aan het water konden zitten.
We maakten die week twee fietstochten: rondje Grolloo/Amen en rondje Zwiggelte/Holthe/Eursing.
Als je op fietsknooppunten fietst,  kom je niet door alle dorpjes onderweg.
Gerard heeft de navigatie van de fietsknooppunten-app  op zijn telefoon en riep op een gegeven moment: “Hier gaan we rechts” net toen vóór ons zo’n klein dorpje opdoemde dat we links zouden laten liggen. “Hoe heet dat dorpje dan dat daar ligt?” vroeg ik.
Het bleek Grolloo te zijn. Daar wil ik dan even heen.

Grolloo is bekend van Harry Muskee en de LP groeten uit Grollo.
Ook bekend van het blues festival dat Johan Derksen daar organiseert als er geen corona is.
Een mooi, Drents dorp, slapend in het rustige herfstweer.
Er is een Cuby & the Blizzards museum waar een levensgroot beeld van Muskee voor staat: Gerard was daar in 2017 geweest met zijn broer Jan.
Daarover schreef hij een gastblog op deze website onder de titel ‘Disco-jongen snuift the blues op in Grolloo‘.
Verder staat er een bronzen buste van hem met z’n karakteristieke hoed tegenover restaurant/café Hofsteenge.
Muskee zelf was wars was van uiterlijk vertoon en persoonsverheerlijking; ik vraag me af wat hij er zelf van zou hebben gevonden.
Wij zouden eigenlijk thuis een broodje eten (er stond nog een ‘prakkie’ zuurkoolstamppot van de vorige dag, dat is zo lekker op een boterham), maar het was al ruim na enen en we besloten te gaan lunchen bij Hofsteenge.
Op een doordeweekse dinsdag zomaar een broodje gerookte zalm en een boerenomelet: wat feestelijk!

Een uur later haalden we een feestelijk nat pak door een onderschatte regenbui.
Wij hadden van het weerbericht alleen maar ‘rustig herfstweer’ gehoord, maar daar kan natuurlijk nog wel eens een bui bij horen.
Eenmaal thuis met droge kleren aan ben je zo’n bui ook zo weer vergeten.
En verder was er nog een klein voordeeltje: nu hadden we de volgende dag nog dat ‘prakkie’!

Reageren

12 november: Onderweg.

Vorige week vrijdagmorgen was ik onderweg naar de kapper; om 09.00 uur had ik een afspraak.
Kapper woont in Een, dus ik zat om 08.30 u op de fiets en had een heerlijke fietstocht door een deel van de gemeente Noordenveld.
Altijd weer voel ik me op zulke momenten bevoorrecht dat we in zo’n mooi gebied wonen, waarbij je je in het dagelijkse leven door zulk aangenaam landschap beweegt.
Want ook wandelend of met de auto is het mooi, vooral nu in de herfst.

Vlak bij het hunebed  fietste ik langs een boom met een gat en toen ik naast die boom was zag ik iets in dat gat.
Ik stapte van de fiets af en liep even terug.
Het gat zat te hoog om er in te kunnen kijken, maar vanaf de andere kant van de weg kon je toch zien wat er in zat.
Op de foto’s is het niet heel goed te zien, maar het zat halfvol met paddenstoelen.
Het leek op een paddenstoelenkoor, mooi opgesteld in rijtjes stonden ze voor de rand van het gat te koekeloeren.
Als je op de foto klikt wordt hij groter, dan zie je ze misschien zitten.

Even verderop in Steenbergen werd ik vriendelijk toegelachen door de groene smiley op het bord dat de snelheid van je voertuig meet.
21 kilometer per uur reed ik. Ik was goed bezig.
In Steenbergen staat zo’n mooi informatiebord met de geschiedenis van die plaats; ik was mooi op tijd, dus kon ik nog even lezen wat daar allemaal op stond.
Het dorpje heet Steenbergen, omdat het hunebed vroeger ‘de Stenen Berg’ werd genoemd.
Dat weet ik dan maar mooi weer.
Vóór 09.00 uur al!

Reageren

11 november: Dystopisch.

In een kop op internet las ik vorige week: ‘Het boek 1984 van George Orwell  waarschuwde voor een dystopische wereld. Het is te laat; we zitten er al midden in.’
Het bijbehorende artikel heb ik niet gelezen, maar ik bleef met dat woord in mijn hoofd zitten.
Wat is dystopisch? Ik had geen idee; maar tegenwoordig kun je alles opzoeken.

Een dystopie is een denkbeeldige samenleving met louter akelige kenmerken waarin men beslist niet  zou willen leven; het tegenovergestelde is een utopie.
Op internet vond ik wat voorbeelden van een dystopische samenleving:
– leven onder een totalitair regime waarbij er geen ruimte is voor het individu, zijn denkbeelden en zijn vrijheid.
– een wereld die gereguleerd wordt door robots en computers.
– een wereld waarin de mensheid bijna is uitgestorven door een natuurramp,  kernoorlog of een pandemie.

Een dystopische wereld.
Nu ik weet wat het betekent blijft dat andere zinnetje uit die internetkop steeds maar in mijn hoofd spoken ‘het is te laat…..

De overheid die door internet alles van je weet.
“O, ik heb niets te verbergen.”
Nee, nu niet. Maar wat als er een andere overheid komt met andere denkbeelden en wetten?

De klimaatcrisis. Het moet anders, maar de mensheid gaat gewoon door met ontwikkelen, ontdekken en consumeren.
Hoe is het over 20 jaar?

De coronapandemie overkwam ons in 2020. Het ontwrichtte de maatschappij behoorlijk, we hielden ons maar ternauwernood staande.
Wat komt er nog meer over ons aan bacteriën en virussen?

Het doet me denken aan het lied van Annie M.G. Smidt uit de musical Foxtrot: ‘Dansen op een vulkaan’.

Maar we trekken ons er niets van aan
We beginnen weer van voren af aan
Het is altijd zo gegaan
Nooit iets anders gedaan
Dansen op een vulkaan.

Een indringend lied uit een musical, geschreven in 1977.
44 jaar geleden.
De setting is 1939, vlak voor het begin van de 2e Wereldoorlog.
82 jaar geleden.
Onder de titel ‘De laatste dans‘ schreef ik er in januari 2019 al een blog over.
Daar vind je ook een link naar het nummer, uitgevoerd door o.a. Willem Nijholt en Gerrie van der Klei.

(Afbeelding: ‘Dystopie’ van Elliot Anderson via Pixabay)

Reageren

10 november: DEUR UUT!

Sinds vorige week zijn we met een deel van ons gezin weer gestart met ‘de Ommetjes-app’ van de Hersenstichting.
Heb je geen idee wat dat is, lees dan even het blog ‘Waarom moet dat van Erik‘ van vorig jaar.
Hierbij een link naar meer informatie op de website van de Hersenstichting.

Een vriendin van de familie doet ook mee. Deze zin in de uitnodiging haalde haar over de streep: “Maak je geen zorgen als je niet iedere dag meedoet. Harriët zei: ‘Ik stel me kandidaat als onderaanbungelaar: ik heb daar niet iedere dag tijd voor of zin aan, maar ik wil wél meedoen.”
Naast de groep bij de ommetjes hebben we ook een app-groep op onze telefoon voor de communicatie, foto’s enzo .
Het is wel even weer wennen.
Maandag zette ik de app aan toen ik tussen de middag even ging wandelen op het werk.
Na 16 minuten was ik terug, toen telde het ommetje niet: moet minstens 20 minuten.
Maar ik kreeg nog wel wat punten voor het lunch-ommetje en nog iets, weet ik niet meer.
Maar ik wil mijn dagelijkse reeks behouden, dus maandagmiddag na het werk toch nog maar even ‘vertreden.’

Van zondag op maandag had ik beroerd geslapen.
Dat is voor niemand goed, maar als je normaal gesproken 6-7 uur per nacht prima slaapt, dan heeft zo’n gebroken nacht gevolgen voor je welbevinden de volgende dag.
Maandagavond lag ik voor mijn doen dus al heel vroeg in bed en zette geen wekker.

Dinsdagmorgen: ik werd wakker rond de klok van 9.
Vóór de dagelijkse rek- en strekoefeningen keek ik op mijn telefoon.
Foto’s en app’jes.
Carlijn had om 07.49 u al een foto gestuurd van een bos waar ze liep.
Frea stuurde een foto van ‘koffie to go’ onderweg.
Harriët reageerde ‘Ik lig in bed en wil dit niet’.
Dat had mijn tekst kunnen zijn.
Ik stuurde ook een app: “Ik lig ook nog in bed met een aangewakkerd schuldgevoel.
Vriendin stuurde  een foto van zichzelf met een gehavend gezicht: “Ik doe niks. Gisteren staaroperatie.”
Wat dan weer associaties oplevert met ooglapjes en piraten en een prachtig ‘gifje’ van een heldhaftige kat in een piratenoutfit.
En toen lag ik nog in bed hè?
Heb je al weer dikke lol met elkaar.

We zijn weer begonnen en het onderlinge contact maakt het leuker en gezelliger.
Maar het gaat om het 0mmetje: iedere dag minstens 20 minuten.
Met of zonder schuldgevoel, tegen heug en meug of met plezier, maar in ieder geval: D’R UUT!
Waor uut? Deur uut!

Reageren

9 november: Snap jij het?

Vorige week schreef ik over onze cantorij-repetitie op dinsdag 2 november.
Toen wij mopperden dat we een mooi, bekend lied niet vierstemmig zongen, zei Karel: “Hierbij moet je aan het gezamenlijk belang denken. Er zitten in deze gedachtenisdienst misschien mensen in de kerk die niet zo vaak komen en daardoor ook niet bekend zijn met onze liederen. Als wij dan vierstemmig zingen is het lastiger om de melodie mee te zingen; wij zingen dus éénstemmig en geven de gemeente daarmee wat ‘wind in de rug’.
Wij knikten gedwee ondanks het generatieverschil en zongen éénstemmig.
Hele blog lezen? klik dan hier: ‘Niemand leeft voor zichzelf’.

Het lied in kwestie was ‘Licht dat ons aanstoot in de morgen’.
Toen we vorige week hoorden dat het eenstemmig moest was de teleurstelling voelbaar: wat jammer.
Maar het was voor een goede zaak: we gingen de gemeente ondersteunen.

Toen we zondagmorgen dit lied met de gemeente zongen kon zelfs iemand zonder verstand van kerkmuziek wel horen dat de gemeente onze ondersteuning niet nodig had: het werd van harte en uit volle borst meegezongen.
Mensen, ik kon het niet laten: ik zong gewoon de altpartij.  Die ken ik uit mijn hoofd en is te mooi om niet mee te zingen.
In de eerste dienst was ik de enige burgerlijk ongehoorzame en Karel had het volgens mij niet gehoord,  ik kreeg in ieder geval geen reprimande na de dienst.
In de tweede viering zong ik weer de altpartij,  maar deze keer deed buurvrouw alt ook mee en naast mij hoorde ik buurman tenor ook zijn eigen partij zingen.
Stonden we daar een beetje illegaal en stiekem te genieten op de tweede rij.
Als je zelf in een koor zingt snap je dit.
Zing je niet in een koor en zou je dit wel willen snappen? Kom dan een keer langs op onze repetitie op de dinsdagavond om 19.30 uur.

Vanavond is er geen cantorij-repetitie.
Er is bij iemand corona geconstateerd, dus we moeten ons laten testen en voorzichtig doen.
Het zal toch niet weer 5 maanden duren voor we weer mogen zingen met onze cantorij?

 

Reageren

8 november : Een kratje op de achterbank.

Onze dominee Sijbrand van Dijk kan het zo beeldend en treffend zeggen.
In het begin van zijn overdenking in de viering van de gedachteniszondag gistermorgen vertelde hij over het overlijden van zijn vader.
Een week na het sterven moest zijn woning ontruimd zijn.
“Wat overbleef was een kratje met spullen uit het laatste stukje van mijn vaders leven. Spullen waar hij  zo blij mee was geweest, waar hij zo zuinig op was geweest. Het was niet te bevatten: dat iemand die met zoveel aanwezigheid had geleefd, die zoveel karakter tentoonspreidde zomaar weg was en dat alleen dat kratje overbleef dat op de achterbank van mijn auto stond.
Dat iemand dan zo ontzettend afwezig is achter in je auto…. “
Het raakte me.
Het beeld riep emoties op die al wat waren weggezakt in de loop van de jaren.
Dat is wat zo’n viering doet; de namen van de overledenen van het afgelopen jaar worden genoemd, maar iedereen heeft in het verleden geliefden verloren en in zo’n kerkdienst komen die emoties even weer aan de oppervlakte.
Centraal stond de vraag: waar draait het nou eigenlijk om in dit korte bestaan van ons?
Wat is belangrijk in het leven?
Dit haalde ik er gistermorgen uit: ‘Heb lief.’
En dan gaat het niet om wilde erotiek, geen groots en meeslepend leven, maar ‘liefde tussen de regels door’.

Wat mis je  het meest  als iemand is overleden?
Niet wat hij of zij bereikt heeft of de heldendaden,  maar de koffie die je samen dronk aan de keukentafel.
De kus ’s avonds voor het slapengaan. Het wekelijkse telefoontje waarbij je zo heerlijk kon bijkletsen, het samen lachen om een leuke herinnering,  hoe goed hij biefstuk kon bakken en hoe zij het met eenvoudige dingen altijd gezellig kon maken.
De mensen die ons zijn voorgegaan zeggen ons: leef het alledaagse leven met de mensen om je heen en heb aandacht voor het kleine, het gewone.
Aandacht voor die kleine, gewone dingen die wij als eerste vergeten in ons dagelijks leven, want ‘geen tijd’, druk als we zijn op weg naar wat wij belangrijk vinden in onze maatschappij; dingen die er achteraf gezien niet toe deden.

Twee keer werd deze viering gehouden gistermorgen en twee keer werkte de cantorij mee.
En ja,  het was een lange morgen : om 08.10 u stapte ik de deur uit voor het inzingen om 08.30 u,  om 13.00 u was ik weer thuis.

Maar met de cantorij zingen is sowieso al fijn en twee keer zo’n indringend verhaal horen is goed voor een mens; dan ben je nog meer doordrongen van de dingen waar het echt om gaat in het leven.

En…. je krijgt twee keer de zegen!
Daar kun je de week mee in.

Reageren

7 november: Opkikkertje.

Dit jaar hebben wij een scheurkalender op de WC hangen van ‘Mind & Spirit’.
Eerlijk gezegd vind ik er niet zo veel aan.
Veel ‘napraat-wijsheden’, gezweef en  tips over eten waar ik niks mee kan.

Maar de vorige maand was er ineens een blaadje waar ik van opknapte.
Donderdag 28 oktober.
Eigenlijk ook geen nieuws, maar voor mij een bevestiging: ik ben goed bezig.

Volgend jaar wil ik weer een Maarten van Rossem-scheurkalender.

Reageren

6 november: Nu nog?!? 6 – Nagels.

10 weken ‘met beugel’ heb ik er nu op zitten.
Gistermiddag kreeg ik bij de tandarts het 6e bitje ingezet en het 7e kreeg ik mee naar huis.
Inmiddels ben ik al helemaal gewend aan ‘de mond vol plastic’ en heb ik een manier gevonden om er mee om te gaan.
Eten en drinken gaat goed en het inzetten en uithalen gaat ook steeds soepeler.

Eén heel bijzonder gevolg van het dragen van een beugel wil ik vandaag onder de aandacht brengen: ik bijt niet meer op mijn nagels.
Dat kan namelijk niet met een mond vol plastic; ik kan nog geen draadje van mijn breiwerkje doorbijten met de bitjes in.
Al vanaf dat ik baby was zat ik met mijn vingers in mijn mond.
Mijn ouders (en met name mijn vader) ergerden zich er groen en geel aan.
Ettelijke pogingen hebben ze ondernomen om me het nagelbijten te beletten.
Jarenlang zong mijn vader het liedje “Louise, zit niet op je nagels te bijten, bah, wat vies, Louise!”
Hierbij een link naar het liedje van Lou Bandy.
Hielp niet.
Mopperen, straffen, zeuren en verbieden.
Hielp niet.
Een soort vieze nagellak op de nagels strijken.
Hielp niet.
Beloningen in het verschiet.
Hielp niet.
Op het laatst gaven ze het op: het hoorde bij mij, net als het stotteren dat ik tot mijn 25e deed.

De hele wereld bemoeit zich met zo’n nare gewoonte.
“Niet doen. Ophouden! Ga op je handen zitten…”
Hielp niet.
Ook Gerard vond er iets van en wees mij er regelmatig op.
Hielp niet.

10 weken ‘met beugel’ heb ik er nu op zitten en ik heb al één keer mijn nagels moeten knippen.
61 jaar en dan voor het eerst in je leven je vingernagels knippen.
Eerlijk gezegd moet ik er ook wel aan wennen: met gitaarspelen zitten die lange nagels al gauw in de weg.
Ook op het toetsenbord moet ik wennen aan de vingerzetting met langere vingers, datzelfde geldt voor het accordeon spelen.
Verder heb ik mezelf al eens lelijk bezeerd met het uittrekken van een trui: krabde ik mijn eigen arm open.
Het is voor mij een vreemde gewaarwording, ik had nooit gedacht dat ik er nog eens vanaf zou komen.
Maar net als het stotteren waar ik van af kwam kan ik dus nu ook een streep zetten door het nagelbijten.

Maar daar is het hele beugelverhaal niet om begonnen; het gaat natuurlijk om de tanden!
Eén zesde deel van het traject heb ik nu gehad.
Nog 50 weken te gaan.

Benieuwd naar het hele orthodontietraject?
Hierbij een link naar deel 1, onderaan dat blog vind je een overzicht van alle gepubliceerde delen.

Meer weten over dat stotteren?
Lees dan het blog ‘Zwaar van tong’ uit februari 2018.

Reageren

5 november: Hé! Een heksenhand….!

Woensdagmiddag raapte ik een heel groot blad op dat van een boom was gevallen.
Heel mooi geel en bruin, van minstens 25 cm doorsnee.
Geen bijzonderheid in deze tijd, het is immers herfst.
Ik legde het blad plat op ons aanrecht: misschien kon er nog iets mee doen in een bloemstuk of zo.

De volgende dag toen ik uit het werk kwam was het blad helemaal verschrompeld.
“Kijk” zei ik tegen Gerard, “een heksenhand…..”
Hij keek me aan of hij het in Keulen hoorde donderen.
“Heksenhand? Hoezo?”
“Weet je niet meer van dat spannende prentenboek uit de bibliotheek dat we vroeger voorlazen voor de kinderen?”
Nee dus.

Ik vroeg het via de gezinsapp aan de dochters; ik  stuurde een foto van het blad en vroeg: “Wat is dit? Waar doet je dit aan denken?”
4 minuten later kreeg ik al antwoord: HEKSENHAND!

Er zijn van die boeken die je niet vergeet. Dit was er zo een.
Het begon zo:
Jakkes! Wat is dat afschuwelijke, bruine, gekreukte ding dat George daar aan de muur ziet hangen? 
Papa weet het – maar het is zo afschuwelijk, in het begin wil hij het zelfs niet zeggen,
Maar George smeekt. En dus, na te hebben gewaarschuwd dat het heel eng is begint vader een verhaal over een gruwelijke, lelijke heks, die hij op een nacht heeft betrapt in de kamer van George. Vader probeert de indringster weg te jagen en wordt bijna door de heks overmeesterd…….. als moeder binnenkomt met een zwaard dat in de bezemkast stond en de hand van heks afhakt. 
De hand verschrompelt en papa en mama prikken de hand met een punaise aan het prikbord als herinnering om ’s nachts de deur op slot te doen. 
Natuurlijk vertellen ze George later het ware verhaal van het verschrompelde, bruine ding.

Het was een feest om dit boek voor te lezen.
Het verhaal dat de vader vertelt werd eng door de geluiden die hij hoorde; zacht, kakelend lachen, smakkende geluiden, glibberige geluiden, ritselen, tikken…..
dan kun je je als voorlezer helemaal uitleven in stemmetjes en geluidjes.
Ik kan het gevoel van een warm kinderlijf tegen me aan nóg voelen.
Ze gingen steeds dichter bij me zitten……

Sweet memories.

Reageren

Pagina 101 van 353

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén