Zondag. Rustdag. Geniet ik altijd van. Eerst was daar vanmorgen een kerkdienst. Normaal gesproken zijn in onze PKN-gemeente op zondagmorgen 3 kerkdiensten in verschillende gebouwen, maar de eerste zondag van de maand kerken we met elkaar in één gebouw. Wat mij betreft doen we dat vaker.

We gebruiken de zondag ook vaak om even op bezoek te gaan bij onze moeders. Vanmiddag namen we de gitaar mee naar de beschermde woonvorm waarin mijn schoonmoeder woont. Eerst een kopje thee en daarna samen zingen. De bewoners kennen ons al en gaan er echt voor zitten. Meneer B. begint al te glimmen als ik de gitaar uitpak. Mevr. R. wordt van een andere unit gehaald omdat ze dol is op zingen. Het hele bekende repertoire komt voorbij. Daar ruist langs de wolken. Ga niet alleen door ’t leven. In ’t groene dal, in ’t stille dal. Gerard en ik zingen al langer samen, dus wij hebben inmiddels redelijk wat ervaring. Meneer B. vraagt altijd om liederen als Ik heb eerbied voor jouw grijze haren en Mijn Sarie Marijs.

Hij vertelde een vorige keer dat hij vroeger altijd zong. Vooral achter de ploeg. “Wat zong u dan?” vroeg Gerard. De oogjes begonnen al te glimmen bij de herinnering: “Heb medelij, Jet!” Dat lied kenden wij niet. Maar met internet is daar tegenwoordig wat aan te doen. Dus ik zoeken. Eerst op wikipedia en toen op You Tube. Ik vond een opname van Kees Pruis uit 1929. Nu begrijpen wij de guitige blik van meneer B. Het lied gaat over een hele dikke vrouw die bij een hele dunne man in bed ligt. Hij wordt bijna geplet en roept dan “Heb medelij Jet…!” Vanmiddag hebben we het gezongen. Grote pret bij meneer B. “Jij neemt alle dekens, o monstervrouw, ik bibber van de kou!”
Voor de liefhebbers: hierbij een link naar het Youtube filmpje >>>
Toen we waren uitgezongen werd mevrouw R. weer teruggebracht naar haar afdeling. “O, breng mij trug naar die ou Transvaal…!” De stemming zat er nog goed in.