Een ‘interbellum’ is een periode tussen twee oorlogen in. Zo voelt het momenteel als het gaat om de behandeling van de ziekte van Kahler die bij Gerard is geconstateerd.
Vorige week was de rustweek na de derde chemo en de komende week gebeurt er amper iets.
Er is alleen een afspraak met de KNO-arts voor de ‘ontstekingen-check’, maar er is geen zicht op het begin van de stamceltransplantatie. Dat kan ook nog niet, want eerst moet goed nagekeken worden of zijn lichaam ontstekings- en infectievrij is.
We krijgen nog steeds veel reacties vanuit onze omgeving. Mensen vinden het bijvoorbeeld bijzonder dat Gerard er niet ziek uitziet. “Hij oogt goed gezond!” merkte iemand op bij de Jumbo van de week. En dat is ook zo. Maar wat je ziet is buitenkant. Hij moet ontzettend z’n best doen om in conditie te blijven en stapt soms tegen heug en meug op de hometrainer om toch maar in beweging te blijven. Ook mentaal vergt de ziekte veel hem.
Maar hij is positief en zegt niet vaak iets af. Kenmerkend voor hem is wat er vorige week woensdag gebeurde. Hij ging naar de koorrepetitie van InBetween en zei: “Ik blief maor tot de pauze, ik ben d’r om kwart over negen wel weer.” Om twintig over tien was hij weer thuis. “Het gung zo goed, ik knapte d’r haost wat van op!”. Zo zie je maar weer: samen zingen pept je op.
We genieten nu eigenlijk een beetje van de stilte voor de storm. Het lichaam heeft het zwaar te verduren gehad, dit weekend had het nog niets over, maar in loop van vandaag knapte het weer wat op. We hopen dat deze stijgende lijn zich doorzet nu er even geen chemo meer wordt toegediend. We zien dit als een kadootje en proberen vooral af en toe wat leuke dingen te doen.
De komende week ga ik me voor het eerst in het ‘Avond-vierdaagse-avontuur’ storten. Als Gerard zich goed voelt loopt hij misschien wel één of twee dagen mee.
Wordt vervolgd.
Geef een reactie