Gerard en ik zitten voor de dagelijkse warme maaltijd aan tafel.
We koken bijna iedere dag en nemen de tijd voor het eten: door de week zo rond een uur of half zes, in het weekend iets onregelmatiger.
Wij eten gevarieerd, maar ook nog wel redelijk traditioneel.
Een ‘Aa-Gee-Vee-tje” ligt bij ons nog regelmatig op het bord.
(Aardappels, Groente, Vlees, uitdrukking van onze dochters).
Dat soort maaltijden zet ik nooit op mijn blog, want ik kan me niet voorstellen dat er iemand is die niet weet hoe je dat moet klaarmaken en wat voor ingrediënten er in gaan.
Daarom vandaag eens aandacht voor het toetje.
Ook daarin doen we nooit heel gek. We kunnen erg genieten van een kommetje volle yoghurt met een halve banaan er door geroerd. Of een ananas ring in kleine stukjes gesneden. We doen al uitgebreid als we in de yoghurt een twee walnoten versnipperen en daar honing overheen doen.
Vanavond hadden we een vla-flip na. Bedacht in de jaren ’60 om het duffe imago van vanillevla wat op te krikken.
Een longdrink-glas.
Een kleine bodempje roosvicee (of ranja).
Een laagje volle yoghurt.
Een laagje vanille-vla.
Vla en yoghurt moet officieel andersom, maar wij vinden het zo lekker.
Onze kinderen vonden het heerlijk.
Wij gebruikten hiervoor vroeger altijd lange dessertlepels in zes kleuren.
Onze dochters hebben tot in hun late puberteit ruzie gemaakt over wie welke kleur mocht.
Daarover hebben Gerard en ik nooit een meningsverschil.
Hij krijgt de blauwe.
Ik de rose.
Geef een reactie