De waarde van de dag is soms iets heel kleins.
Gisteren bijvoorbeeld.
Na de overvloedige regen van maandag fietste ik gistermorgen door een dampende wereld van Roden naar Groningen. De lucht was nog erg vochtig, het was heel bewolkt en de bomen en struiken drupten nog na.
Op zo’n morgen zijn er hééél veel slakken op het fietspad.
Echt heel veel.
Zo veel, dat je af en toe wel eens over één heen fietst….(laat mijn dochters het maar niet horen).
Toen ik de Onlanden uitfietste reed ik een brugklasser achterop; een veel te grote tas op een smal ruggetje.
Het jongetje had meer medelijden met de slakken dan ik: hij slingerde er vol overgave omheen. Al zijn aandacht ging uit naar het redden van slakkenlevens.
Rechts van ons kwam er een zwarte two-seater aanrijden, zo’n hip snel wagentje.
Het jongetje zag hem niet aankomen, verdiept als hij was in het ontwijken van de slakken. Dit had heel slecht kunnen aflopen. Maar dat gebeurde niet.
Het jongetje fietste al slingerend de weg op en de bestuurder van de zwarte auto remde.
Hij liet het jongetje met een brede glimlach voorgaan.
Ik kreeg ook zo’n glimlach van de chauffeur en mocht er ook nog langs.
Geen claxon. Geen opgestoken vinger. Geen scheldkanonade.
Een glimlach. Misschien was de bestuurder vroeger zelf ook wel zo’n jongetje……..
’s Middags op de terugweg kreeg dit verhaaltje voor mij nog een vervolg.
De Juliana-rotonde in Roden wilde ik als fietser drie-kwart nemen, dan moeten de auto’s op de rotonde die af willen slaan je voorrang geven. Ik stak een hele lange arm uit naar links want in mijn ooghoek zag ik een auto. Die claxoneerde. “Wat nou?!” dacht ik en keek schuin achterom. Daar zat een vriendelijke meneer achter het stuur. Hij zwaaide naar mij, want wij kennen elkaar van de kerk.
Een glimlach in het verkeer. Dat zouden we gewoon meer moeten doen.
Geef een reactie