“Het weer voor de komende dagen: overwegend zonnig, temperaturen boven de dertig graden” klonk het dinsdag na het nieuws. Als ik heel eerlijk ben: dat is niet echt mijn weer. Dat komt door de problemen met met mijn hart; zulke temperaturen vragen van je lichaam dat het de lichaamstemperatuur op een aanvaardbaar niveau houdt. Daar moet je hart hard voor werken. Veel extra’s moet je dan niet van je hart vragen.
Na al die jaren (en heel vaak m’n neus stoten) heb ik inmiddels de goede modus gevonden om met zulke weersomstandigheden om te gaan: ik geef mij er volledig aan over. Als ik op zo’n dag moet werken neem ik vrij. Ik ben dan namelijk niet van toegevoegde waarde voor mijn werkgever.
’s Morgens als het nog koel is doe ik wat nodig is en vanaf het middaguur hou ik me gedeisd. Lezen, uitgebreid bellen met tante Trijn, borduren, computeren, ik geef toe, er zijn vervelender dingen om te doen.
Gisteravond na het eten was het nog 30 graden. “Zullen we nog even gaan zwemmen?” vroeg Gerard. Dus wij om 18.30 uur naar het Ronostrand >>>. Heerlijk. Een paar keer het meer overgezwommen en langs het strand gewandeld. We zochten het laatste stukje zon op en genoten van een klein jongetje dat heerlijk in het zand en in het ondiepe water omdobberde. Wat een sfeertje. We gingen pas weg toen de zon achter de bosjes verdween.
Op weg naar huis reden we een stukje om langs Alida’s smulpaleis. Daar verkopen ze de allerlekkerste softijsjes in onze omgeving. Ik geef toe, er zijn vervelender dingen om te doen.
Helemaal niet verkeerd zo’n dag. Sinds ik me er aan overgeef zijn het ‘geniet-dagen’,
De bonus van zo’n tropische dag is altijd de avond. Een wijntje onder de sterrenhemel bij kaarslicht bij ons achter in de tuin. Ik geef toe……
Geef een reactie