een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: mei 2017 Pagina 3 van 4

11 mei: Donderdagavond.

Sinds 2007 is de donderdagavond voor mij Cantorijavond.
Als ik werd uitgenodigd voor iets anders op donderdagavond dan ging ik daar niet heen.
Als er een verjaardag was ging ik eerst een uur zingen en daarna gingen we naar de koffie met gebak: het feest begon ook wel zonder mij.
Vanavond komen we niet bij elkaar, want cantrix Erica heeft een weekje vakantie.
Dat is best gek, kennelijk ook voor Gerard.
Gisteravond vroeg hij: “Ben je morgenavond thuis dan?”
Hij had gerekend op een avond alleen: Ajax speelt vanavond namelijk een wedstrijd.
“Geen zorgen, ik stoor je niet en ik verveel me niet” verzekerde ik hem.

Volgende week donderdag is de laatste repetitie-avond.

….. paginagroot artikel…..

Langzaam zijn we gewend aan de gedachte, dit is het laatste seizoen (zie 28 maart >>>).
Vanmorgen bij de koffie viel Kerknieuws in de brievenbus.
In het midden staat een paginagroot artikel over het einde van de Catharinacantorij.
Van de hand van onze onvolprezen voorzitter Jaap.

Hij beschrijft de geschiedenis van onze cantorij, het is een mooi verhaal geworden.
Een prachtige foto van ons koor in rode tinten (ter gelegenheid van Pinksteren) staat onder het artikel.
Jaap besluit zijn verhaal met deze woorden:

Zondag 21 mei zingen wij voor de laatste keer in de Catharinakerk. Het stemt ons met weemoed maar

2008: Catharinacantorij 25 jaar

het is onvermijdelijk. Er is geen aanwas van jongeren die graag zingen, maar we kijken terug op een heel mooie periode waarin we met z’n allen de lofzang hebben mogen laten klinken in de gemeente van Roden – Roderwolde en wij hopen dat u allen er ook van genoten hebt. Een groet namens de Catharinacantorij! 

Hiernaast een foto van de cantorij zoals we altijd stonden te zingen in de Catharinakerk. (klik er op voor een vergroting). Nog één keer zal dat dus gebeuren: zondag 21 mei nemen we afscheid van cantrix Erica en van de cantorij.

Op de volgende donderdagavond zonder koorrepetitie zal ik me ongetwijfeld ook niet vervelen.
Maar ik zal het wel missen!

Reageren

10 mei: In mei…..

Zondagmiddag zaten wij in onze kapschuur achter in de tuin.
Lekker beschut, uit de wind in de zon.
Het viel ons op dat twee merels onrustig om ons heen scharrelden; luid kwetterend stonden ze in de groentetuin tegen ons te keer te gaan. Alsof wij in hun tuin zaten.
We lachten en wat om.

Gisteravond zei Gerard na het eten: er zitten vogels in de schuur.
Merels. Vlogen de schuur in en er ook weer uit.
Zou er een nest zitten?
We ontdekten geen nest, maar wel een los ei.

Het ligt boven in de schuur op een dwarsbalk, op ongeveer 3 meter hoogte.
De merels weten volgens ons zelf ook niet goed wat ze er mee moeten.
Af en toe gaan ze kijken, maar ze zitten er niet op.
Dat wordt zo geen merel-kuiken…… dat wordt zo helemaal niks.
We gaan het zien.
Vooreerst hebben we voor de schuur heel veel vogelpoep.

Reageren

9 mei: De uil in de olmen. In canon!

Maandagmiddag had ik afgesproken in verzorgingshuis Vredewold in Leek; ik ging op bezoek bij mijn ex-buurvrouw Zwanny. Bij dergelijke bezoekjes neem ik altijd de gitaar mee en ga ik met haar en de andere bewoners een uurtje zingen.
Op zulke middagen zing ik altijd liedjes in de trant van Sarie Marijs, In’t groene dal en Kleine Greetje uit de polder.
De vorige keer (zie 28 februari >>>) zong Zwanny vrolijk mee, maar aan het einde vroeg ze: kunnen we ook een christelijk lied zingen?
“De volgende keer neem ik mijn andere map mee” beloofde ik haar.

Toen ik kwam zaten er al een paar bewoners rond de tafel. Er was ook bezoek; twee echtgenoten van dames in een rolstoel en een zoon die thee kwam drinken bij z’n moeder.
Geert kwam ook binnen; immer vrolijk en opgewekt en een met kwinkslag voor het verzorgend personeel.
Ik vertelde de groep dat ik op verzoek van Zwanny deze keer zou beginnen met een paar christelijke liederen; of daar ook bezwaren tegen waren? Nou niet echt bezwaren. Van Geert hoefde het niet beslist, maar hij verzoende zich er mee.

Liederen als “Ga niet alleen alleen door ’t leven” en “de Heer is mijn Herder” kwamen voorbij. De eerste coupletten werden nog meegezongen (want nog wel een beetje bekend), bij de rest van de liederen zong ik alleen.
Doodstil was het toen het laatste akkoord klonk.
Geert zat in tranen en de meeste anderen waren ook aangedaan.
“Dit zingen we hier nooit” zei één van de echtgenoten, die de hand van zijn vrouw had gestreeld toen ze het te kwaad kreeg.
“Zou eigenlijk vaker moeten” zei een verzorgster.

We zongen nog wat andere bekende liederen en toen vond ik het wel weer tijd voor enkele seculiere liederen.
In een tekstboekje van het huis stond de canon : De uil zat in de olmen. Koekoek.
“We kunnen dit wel in canon zingen, mensen” stelde ik voor.
Meestal lukt dat niet met zo’n groep kwetsbare ouderen, want iedereen is gelijk in de war als anderen iets anders gaan zingen, maar met de gasten erbij lukte het prima.
We zongen mooi zachtjes de canon met elkaar en bij het ‘Koekoek” zong Zwanny naast mij een bovenstem.

Een etmaal eerder was ik nerveus voor het zingen met het kwintet op 7 mei.
Moeilijk. Veel gerepeteerd.
Nog geen 24 uur later zing ik een simpele canon en voel me trots en gelukkig omdat het lukt. Omdat de mensen er zo van genieten.
Het hoeft niet altijd heel ingewikkeld te zijn.
Ben je ook wel eens in zo’n verzorgingshuis?
Vraag eens naar zo’n boekje met liedteksten en zoek een liedje op dat je kent.
Zing dat maar eens met de bewoners;  zingen hoeft echt niet altijd met een gitaar of een orgel. Toen ik mijn gitaar al had ingepakt zat Zwanny nog met de liedboekjes voor zich.
“Oh kijk: Daar bij die molen!” en daar ging het weer. Daar woont het meisje……

Reageren

8 mei: Sterk en dapper.

Bijna iedere zondag gaan wij ’ter kerke’. Lezers die mijn blog een beetje volgen weten dat zo’n viering altijd weer anders is. Soms ben ik luisterend gemeentelid, soms heb ik een dienst mee voorbereid en soms ben ik koorlid. Gisteravond om 19.00 u was de vesper (zie 25 april >>>) waar ons kwintet (Piety, Nienke, Joop, Gerard en ik) aan meewerkte.
“Spannend” is dan een understatement; als alt in de cantorij zing ik ontspannen mijn partijtje mee, maar als enige alt in een klein groepje komt het er op aan.
Gistermorgen stond ik al met Gabriëla onder de douche: meezingend met een opname van dat lied gemaakt op de laatste repetitie. Die ene inzet…….het duurde lang voordat ik die erin kreeg. Maar herhaling is de kracht van de reclame: gisteravond ging het goed.

Naast de zenuwen hebben we er met z’n vijven ook erg van genoten. We zongen allerlei stijlen: vierstemmige liedboek liederen, een negrospiritual, een Taizé-lied, een gebed van Elly en Rikkert en het Zuid-Afrikaanse lied ‘Sanna’.

Malala Yousafzai

Wij vinden dit een fijne combinatie: de ZWO bereidt de viering voor en ons gelegenheidskoor verleent haar medewerking. Het thema van de vesper was ‘Sterk en dapper’. We hoorden het verhaal van Mozes en ook hoorden we hoe de leerlingen van Jezus na zijn dood de draad weer oppakten: van discipel werden zij apostel. Sterk en dapper waren ze, evenals Malala >>>, die aangehaald werd in de overdenking.
De boodschap van deze viering was wel duidelijk: “Sta op, kom in beweging, wees sterk en dapper!”

De viering is te beluisteren op Kerkomroep >>>: plaatsnaam Roden, Kerkelijk Centrum Op de Helte, 7 mei, 19.00 uur. De opname is niet helemaal gelukt, de eerste vijf minuten staan er niet op.
Na afloop van de vesper waren de reacties hartverwarmend.
We kregen lieve complimenten en we werden gevraagd om dit vaker te doen. Als het qua tijd en energie kan zullen we zeker aan dit verzoek voldoen!

Reageren

7 mei: Pannenkoeken.

Als ik op dit blog al een winkel (zoals laatst Achterpand) of een merknaam noem, dan heb ik daar geen bedoelingen bij.
Geen financiële motieven. Deze website levert mij niets op, sterker nog: ik betaal voor het gebruik maken van de diensten van WordPress. De eerste versie van deze website, ‘Handwerkenenmeer’ was voor mij gratis, maar daar werden dan wel kleine advertenties op geplaatst. Foto’s van dames die contact zochten enzo. Daar ergerde ik me zo aan, dat ik op den duur voor WordPress heb gekozen. Kost wel wat, maar dan heb je in ieder geval niet van die stomme knipperende reclame-berichtjes. Ik geniet erg van deze hobby en een hobby mag per slot van rekening wel wat kosten. Zo duur is het nou ook weer niet…..

Vandaag een blog over pannenkoekmeel, waar de fabrikant van dat meel (meneer Koopmans in dit geval) dus niets van weet. Ik vind er iets van, dus schrijf ik er iets over op dit blog.
Toen wij trouwden kon ik niet veel op kookgebied, maar ik kon wel pannenkoeken bakken.
Die aten we dus op de eerste zaterdag na onze trouwdag.
Mijn moeder bakte toen altijd al pannenkoeken met ‘Kabouter Pannekoekmeel’ (toen nog zonder ‘n’) van Koopmans, dus dat kocht ik ook.
Lekker, wij zijn er helemaal aan gewend.

In onze voorraadkast stond nog een pak Pannenkoekmeel van Jumbo. Zat in één of ander kerstpakket. Of een keer gekregen, in ieder geval: gisteren maakte ik pannenkoekbeslag van dat pak meel. Er rustte geen zegen op. Ik kreeg het eerste exemplaar al haast niet uit de pan, Gerard vond dat het beslag veel te dun was en toen hij een pannenkoek probeerde te bakken kwam hij vervolgens in stukjes op mijn bord. Het lag aan het meel, dat was wel duidelijk. Heerlijk kunnen we dan samen mopperen. “Dat beetje wat ik nog over heb (in casu 75 gram) gooi ik gewoon weg”. “Volgende keer weer gewoon Kaboutermeel van Koopmans!”

Mijn schoonmoeder zou ons bestempelen als ‘verwende sikken’.
Zie voor een afbeelding daarvan de foto op het blog van gisteren…..

Reageren

6 mei: Drents? Of Wanings?

Gusteraomnd kwam dochter Harriet bij oons kovviedrinken.
Uutgebreid bijpraoten en een spellegie doen. Kolonisten van Catan, de versie met steden en ridders. Glassie, happie en mooie muziek op de achtergrond.
Toen ik dattien punten haar (ik wun!) was het spel uut, de happies waren op en de muziek die ik op haar zet was net oflopen.
“Het heui op en de geite dood” zee Gerard.

Die uutdrukking haar ik al vaker heurd. In de femilie Waninge is dit een gezegde waor met uutdrukt wordt: het eten  is net allemaal op en het feest is oflopen.
Veurbeeld: op de leste aomnd van de vekaansie  op de camping alle veurraod drinken, koekies, slikkerij en chips opeten en de volgende morgen bij ’t ontbijt nao de leste beschuut tegen mekaar zeggen: “Zo! ’t Heui op en de geite dood!”

Harriët wus niet goed wat d’r met het gezegde bedoeld weu.
Die kan dan zo heerlijk nuchter zeggen: “Misschien ging die geit wel dood omdàt het hooi op was…..”.
Wij legden de betiekenis an heur uut en ik zocht nog eem op internet. “Het stiet vast wel argens bij een streektaol website” dacht ik.  Maor nee dus, ik kan het nargens vinden.

Het zal dus wel een ‘Waninge-gezegde’ wezen.
Net as “Jans lig awweer achter de batterij”. Daormet bedoelt ze dat het echtpaar Jans en Griet al in berre lig.
Of “allemaol jonkheid” as excuus veur het feit dat ze wat vergeten  bint.
Zo hef elke femilie zien eigen taolgebruuk.

Eigenlijk bin ik wel beneid of d’r streektaol-sprekers bint bij wie ‘de geite en het heui’ ok wel ies veurbij komt; reacties bint welkom. Klik op ‘een reactie plaatsen’ onder dit blog.
(ie moet nao joen reactie nog een rekensommegie oplossen, dit is om te veurkommen dat ik allemaol ‘spam-reacties’ krieg van robotcomputers).

Reageren

5 mei: Een meisje van acht.

Gistermorgen zat ik alweer met mijn moeder in de auto, maar dit keer met een leuke reden: familiebezoek. Twee keer per jaar ga ik met haar een dag naar haar schoonzus Trijn (de jongste zus van mijn vader).
De reis duurt ongeveer een uur en dat uur praten we echt niet vol. Mijn moeder is niet een gemakkelijke prater en kan soms minutenlang zwijgend naast me zitten. In gedachten. Genietend van het Drentse landschap dat aan haar voorbij trekt.

“Vandaag is het vier en vijf mei, he?”
“Nou, alleen 4 mei, morgen is het 5 mei.”
“Ja tuurlijk”. Ze bedoelde dat het ‘herdenktijd’ is.
Stilte.

Out of the blue begon ze ineens een verhaal.
“Ik kan me nog zo voor de geest halen dat de oorlog begon….. vrouw Bruinsma, die naast ons woonde, kwam schreeuwend naar mijn moeder toe. Haar twee zoons werden allebei gemobiliseerd en moesten hun plaats in het leger innemen.”
(Mijn moeder was toen acht jaar; haar ouders hadden in 1940 al 8 kinderen.).
Wij wisten niet wat oorlog was. Maar dat de volwassenen zo in de war waren maakte indruk.
Vader moest eigenlijk naar Duitsland om te werken voor de Arbeitseinsatz.

Bij ons in de kelder was een verstopplek voor mijn vader; tussen de Keulse potten met zuurkool en snijbonen kon je wat stenen weghalen, daar paste hij net tussen.

Distributiebonnen 40-45

Er was een boer bij ons in het dorp. Dat was eigenlijk een NSB’er…..maar hij heeft wel veel voor mijn vader kunnen doen. Vader hoefde niet naar Duitsland.
Omdat wij thuis zoveel kinderen hadden kregen wij veel ‘suikerbonnen’ >>>, maar die waren wij niet allemaal nodig. Die kon mijn moeder dan weer ruilen voor wol en katoen, daar breide ze borstrokken van.
Honger hebben we niet gehad, we hadden een hele grote groentetuin en alles werd geweckt en ingemaakt.
Toen de oorlog was afgelopen werd er een jong NSB echtpaar kaalgeschoren en door het dorp gevoerd en uitgejouwd. Maar ik zag die ouders van die man bang in hun huis zitten en ik vond het zo erg voor hen….

Bijna ademloos zat ik achter het stuur.
Het grootste gedeelte van dit verhaal had ik nog nooit gehoord.
Wat uit het verhaal van mijn moeder blijkt is de dunne scheidslijn tussen goed en kwaad. “Dat was eigenlijk een NSB’er. ..” maar voor het gezin van mijn grootouders van groot belang. Verder trof mij het mededogen van mijn moeder met de ouders van ‘foute’ Nederlanders.
De oorlog kent niet alleen slachtoffers aan ‘de goede kant’.

Gisteravond keek ik naar de dodenherdenking op de Dam in Amsterdam. Het verhaal van het meisje van acht uit Emmercompascuum klonk nog door in mijn oren.
Opdat wij niet vergeten.

Reageren

4 mei: Breien in de wachtrij.

Gistermiddag was ik met mijn moeder ‘op tournee’. Ze moest verschillende onderzoeken ondergaan in het Wilhelminaziekenhuis in Assen en dat betekent: aanmelden bij diverse balie’s en wachten. Veel wachten.
Daar ben ik natuurlijk op voorbereid, dus ik heb altijd een brei- of haakwerkje bij me.
Ma en ik keuvelden gezellig, maakten af en toe even een praatje met deze of gene die ook zat te wachten en ondertussen prikte ik heel wat pennen weg.
Maar we moesten nu wel heel lang wachten en in de vierde wachtkamer was het breiwerkje klaar.

Dan ontstaat er een vreemde situatie. Ik zit met lege handen stil te zitten.
Het lijkt wel of de tijd dan nog langer duurt…….
De vijfde wachtkamer was die van de Apotheek in Smilde, waar we op de terugweg langs moesten om medicijnen te halen.
We trokken een nummertje en gingen weer zitten wachten.
Toen viel mijn oog op een mandje met een breiwerkje.
Er lag een briefje bij: Blij dat ik brei in de wachtrij. Ga gerust verder!

Er zat een keurige meneer op de stoel naast het breiwerkje, dus ik vroeg hem vriendelijk of hij van plan was om verder te gaan met het breiwerkje? Nee, dat was geenszins het geval, antwoordde hij glimlachend.
Dus daar zat ik, innig tevreden met het ‘blij-dat-ik-brei-breiwerk’.
Als Maxima in Tilburg.
Een klein stukje (drie toeren in dit geval) breien aan een vreemd soort sjaal waaraan tientallen mensen hebben gebreid.
Mijn moeder zegt dan niets, maar haar lichaamstaal zegt genoeg.
“Waarom zou je in ’s hemelsnaam…..”
Het is een virus.
Het handwerkvirus.
Mijn moeder is er niet mee besmet……….

Reageren

3 mei: Respect voor andere culturen.

Daniël Lohues komt op mijn blog regelmatig voorbij. Meestal met muziek; maar vandaag vestig ik de aandacht op zijn column in het Dagblad van het Noorden van afgelopen zaterdag. Zijn woorden raakten mij.

Vorige week is Chriet Titulaer overleden. Een gerespecteerd geleerde en bekende Nederlander door zijn TV programma TROS Wondere Wereld.
Er ontstond een klein relletje in de media om de respectloze manier waarop er in De Wereld Draait Door over hem werd gesproken.
Ik las dat Jelle Brandt Corstius de volgende dag zijn excuses aanbood voor zijn gedrag.
Hij had Titulaer bespot door zijn Limburgse tongval na te doen.

Ik had het niet gezien en had dus niks gemist. Het was de zoveelste uiting van de arrogantie van de grachtengordel van Amsterdam ten opzichte van alles wat uit andere provincies van Nederland komt.
De column van Lohues van dit weekend ging daar over, maar dat had ik pas in de laatste alinea door.
Hij beschrijft een katholieke begrafenis uit zijn jeugd. Als Hervormd meisje heb ik daar nooit iets van meegekregen, maar hij beschrijft het treffend. Het ‘in paradisum’ heb ik zelfs opgezocht; ik had het nog nooit gehoord.

Van de column van Lohues heb ik een PDF gemaakt.
Klik hier Tragisch voor de tekst
‘In paradisum’ ook nog nooit gehoord?
Hierbij een link >>> naar een filmpje op YouTube.
De latijnse tekst die wordt gezongen komt in beeld.
Door het verhaal van Lohues zie ik de begrafenisstoet lopen op het kerkhof van Erica.
Zijn punt heeft hij wel gemaakt met dit verhaal.

Reageren

2 mei: Best al lang verkering.

Vandaag is het 37 jaar geleden dat Gerard en ik verkering kregen.
Daar schreef ik twee jaar geleden al eens een blog over. (zie 2 mei 2015 >>>)
Vandaag een foto uit dat eerste jaar.
Een dagje naar de dierentuin in Emmen.
Daar stond aan het begin een fotograaf die je op de foto zette, die je dan later op de dag bij de uitgang kon kopen.
Dat deden we toen nog…..

Gerard had een snor en ik een lichtelijk uitgegroeid permanentje.
19 en 20 jaar.
Wij vieren nog ieder jaar de dag dat we verkering kregen.
Net als Willem Alexander kan ik zeggen: “Ik heb het geluk gehad dat hij zijn leven met mij wilde delen.”

Reageren

Pagina 3 van 4

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén