een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: oktober 2017

4 oktober: Wa-ha-ha-ha-ha-chet auf! (2)

Wachet auf!

Op 29 augustus schreef ik deel 1 in een serie blogs over het koor project in Zuidlaren met Wim Opgelder.
Inmiddels hebben we de tweede repetitie gehad.
Het is hard werken, maar ik haal m’n hart er aan op.
Twee uur zijn we intensief met het stuk bezig. Wim gaat er van uit dat de nootjes er nu wel inzitten; die moet iedereen thuis zelf instuderen met de oefen cd.

De tenoren gaven aan dat ze moeite hadden met drie maten in deel 3.
“Ik heb dat stukje niet, Wim.”
Wim is een goede maar ook wel een strenge dirigent.
“Moeten wij hier gaan zingen op rollator-tempo? Je hebt toch thuis de cd…”
Ja, maar daar stond dit stukje nou net niet op.
Dus toen toch maar even op rollator-tempo; we mochten allemaal meedoen.

Maar voor het overige is het vooral genieten.
Wim heeft er zichtbaar plezier aan en dat straalt op alle deelnemers af.
Een paar van zijn teksten.
– Maak van dat “Hosianna” maar fortissimo: knal ze d’r maar uit!
– Dat loopt daar zo prachtig naar dat ‘licht’, heerlijk!
Rond vijf over half negen hebben we al een uur hard gewerkt, dan heeft iedereen wel zin in koffie.
Wim zit nog helemaal in het stuk en roept: “En dan gaan we nu (blik op de klok)  ow… (zichtbare teleurstelling) …..koffie.
Aan het eind van de repetitie zegt hij “Leuk hè, mensen? We zijn vanavond ontzettend opgeschoten!”

Ik zit op de tweede altenrij tussen Wilma en Anja in; te genieten van het zingen, van de complexiteit van het stuk, van de meerstemmigheid en van het feit dat het zo goed gaat. Mijn telefoon heb ik wel bij me. Hij zit in m’n tas maar staat uit. In de pauze kijk ik even of ik nodig ben in Hoogersmilde: nee. Geen berichten. Dan gaat ie weer uit. Ik ben er even niet.
Zondagavond mogen we weer!

Deel 1 van Wa-ha-ha-ha-ha-chet auf! nog niet gelezen? zie: 29 augustus >>>

Reageren

3 oktober: Het virus (6): Uitgewoed en uitgeblust.

Vorige week genoten we van een heuse ‘Indian summer’.
Boven de 20 graden in september.
Gerard kwam aan het begin van die week met de mededeling dat hij nog een halve zak briketten had. “Zullen we nog één keer iets bakken in de tuinhaard?”

Woensdagavond leek het meest geschikt; we genoten rond 18.00 uur van een speklapje en kipsate in onze kapschuur op Waninge – plaza.
Op de achtergrond hoorden we de geluiden van het feest in Roden; de laatste stuiptrekkingen van ‘het virus’.
Na de zaterdag van de optocht hadden we er weinig meer van meegekregen; de Rodermarkt ging dit jaar aan ons voorbij. Donderdagavond werd de feestverlichting afgebroken en opgehaald. Het laatste stukje krenten brood nam ik mee naar mijn werk en bij de Jumbo waren de Drentse bollen vervangen door pepernoten.

Gelukkig hebben we de foto’s nog. Mijn swingend-koortje-collega Ilse, waarvan op de foto alleen maar een stukje van haar paarse jurk te zien was, kwam zondagmiddag even langs met een USB-stick met foto’s gemaakt door haar man Henk. En kiek nou toch ies!
(Klik op de foto’s voor een vergroting)

         

Reageren

2 oktober: Bijna Z.O.Z.

Het was al vol in de Catharinakerk toen wij gistermorgen binnenkwamen. Er was nog plaats in ‘het Herengestoelte’: de zogenaamde Kymmelbank waar de bewoners van Mensinge altijd zaten. Bert (die er al zat) en ik waren het er roerend over eens dat het volkomen terecht was dat wij in deze bank zaten.
Voelde goed. Zat wat minder trouwens. ……

Hinsz-orgel in de Catharinakerk Roden

Het dreigde even een ‘z.o.z.-dienst’* te worden.
Er was bij het orgel iets met de toevoer van lucht; zonder lucht geen adem, zonder adem geen orgelmuziek. Vlak voor we de aanvangspsalm zouden inzetten hoorden we een klein riedeltje noten. Opluchting alom.

In de viering stond de gelijkenis centraal van de vader die aan zijn twee zonen vraagt om in zijn wijngaard te gaan werken. De ene zoon zegt “Nee!” maar krijgt achteraf spijt en gaat toch. De andere zoon zegt “Ja, dat is goed, vader”  maar gaat bij nader inzien toch maar niet. Jezus vraagt aan de Farizeeën en schriftgeleerden welke van de twee zonen de wil van de vader heeft gedaan.
Jezus vertelt deze gelijkenis tijdens een discussie met de Farizeeërs. Zij hebben de macht over het volk maar Jezus heeft autoriteit, hij wint steeds meer terrein en de schriftgeleerden zien hem als een bedreiging. De predikant zei hierover: “Macht is gebaseerd op angst, autoriteit op respect. En in sommige gevallen liefde.”

Zeg je wat je doet?
Doe je wat je zegt?
Sta je voor je eigen normen en waarden en draag/straal je dat uit?
Wat mij is bijgebleven uit het verhaal van de voorganger is de opmerking dat je altijd op je schreden kunt terugkeren. Dat je niet meer alles in orde kunt maken, maar dat je wel andere keuze’s kunt maken.
In het gebed vroeg hij aandacht voor de toestand in de wereld.
“Dat de milde mensen mogen winnen van de harde koppen.”
Met afgrijzen zie ik dan ‘de harde koppen’ van Trump en Kim Jung Un in mijn hoofd, maar die harde koppen zijn alom vertegenwoordigd, ook in Roden en Groningen.

Na de preek waren we blij dat het orgel het weer deed, want Arjan Schippers speelde een prachtige versie van het lied Shaloom Chaweriem in het kader van ‘Israëlzondag’.
Na afloop wensten we de mensen om ons heen een fijne zondag en wandelenden naar huis. Een beetje stram van het deftige zitten. Volgende keer weer op een gewone stoel.

*z.o.z. = zonder orgel zingen.

Reageren

1 oktober: Tulipani

Mantelzorg is iets dat heel stiekem begint en heel langzaam steeds meer tijd, energie en aandacht vraagt. In de zorg rondom mijn moeder ga ik nu 4 à 5 keer in de week een aantal uren naar haar toe. Wat de meeste energie kost is om aan te zien hoe ze heel langzaam achteruit gaat. We doen allemaal heel dapper, maar het valt niet mee.

Zaterdagavond zaten Gerard en ik om 19.00 uur bij een pizzeria in Groningen en later op de avond gingen we naar de film; we zagen “Tulipani”, een Nederlands/Italiaans/Canadese co-productie, geregisseerd door Mike van Diem. We hebben ons kostelijk vermaakt. Het is een tragikomische film over de jonge Zeeuwse boer Gauke die na de Watersnoodramp in 1953 op de fiets naar Italië vertrekt om daar in een klein Italiaans dorpje tulpen te gaan verbouwen. De film begint in 1980 als de moeder van Anna overlijdt. Zij wil graag dat haar as wordt uitgestrooid in Italië en eenmaal in het dorpje aangekomen ontvouwt zich het verhaal van Gauke, de vader van Anna.

Het is een komedie, want we moesten soms lachen. Het is een sprookje, want sommige dingen konden helemaal niet of waren ronduit onrealistisch en het was een drama, want de maffia deed vreselijke dingen. Maar het was een onderhoudende film en het liep goed af want ‘ze kregen elkaar’. Wie elkaar kregen laat ik in het midden, want anders bederf ik de film voor mensen die hem nog gaan zien.

Voor mij was het ‘even weg van de zorgen’. Een ander zou rustig op de bank gaan zitten, maar ik knap gewoon ontzettend op van leuke dingen doen.
De zorgen blijven toch wel.

Reageren

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén