Voor Carlijn ben ik bezig met het breien van een sjaal en een capuchon/muts aan een stuk.
Ze had zo’n ding gekocht, maar het was gebreid van (haar woorden) prik-wol.
Helemaal kriebelig werd ze er van.
“Wil jij precies zo één voor mij breien? Maar dan van lekker zacht garen?”
Tuurlijk.
Het voorbeeld was gebreid in tricotsteek. V-tjes aan de voorkant, ribbels aan de achterkant. Nadeel daarvan is dat de zijkanten omkrullen en dat de voorkant veel mooier is dan de achterkant. Bij een sjaal moeten eigenlijk beide kanten gelijk zijn.
Ordnung muss sein.
Met Carlijn overlegde ik dat een andere steek ging proberen.
Van de veel te vroeg overleden Willy van ’t Spinnewiel leerde ik de ‘versprongen boordsteek’. Wordt ook wel ‘verschoven boordsteek’ genoemd.
Redelijk eenvoudig te breien en een verrassend resultaat.
Je zet een veelvoud van 4 steken + 1 op de pennen, in het geval van de sjaal-muts 72 + 1 = 73.
Dan brei je in de eerste pen 2 steken recht, 2 steken averecht, dit steeds afwisselen.
Op het laatst hou je 1 steek over, die brei je recht.
De tweede pen is precies hetzelfde en alle volgende pennen ook; ik zei al: redelijk eenvoudig.
Het verschil met de gewone boordsteek (2 recht 2 averecht) en de versprongen boordsteek zie je op de foto’s. Het effect is dat je aan beide kanten maar één rij V-tjes krijgt op 4 steken. De structuur van het breisel is wordt lekker los en rul als je het op één pen groter breit dan op de wol staat aangegeven.
Probeer het maar eens!
Er komt nog een deel 2 van dit blog: dan is de capuchon-sjaal klaar en vertel ik welk ‘niet-prik-garen’ ik heb gebruikt en hoe je zelf zo’n combi kunt breien.
Zie hiervoor 16 december: Capuchon-sjaal >>>
Grietje Boonstra-van der vliet
Hej Ada,
Ben jij dat, uit Roden, van zang?
Groet Grietje Boonstra
Ada
Ja! Die van Gerard die bij InBetween zong……