Maandagmiddag fietste ik naar verzorgingshuis Vredewold voor een bezoekje aan mijn ex-buurvrouw Zwanny. Het was al even geleden dat ik haar had opgezocht; dat had alles te maken met de zorg en de aandacht die mijn moeder de laatste maanden van haar leven nodig had. De laatste keer dat ik Zwanny bezocht was mei, toen had ik mijn gitaar mee;  (zie De uil in de olmen) die had ik nu bewust thuis gelaten. Van een gemeentelid van de PKN had ik gehoord dat het niet zo goed met haar ging, ik wilde haar graag nog een keer bezoeken.

Het viel me inderdaad niet mee. Er was geen herkenning meer en ze lag in bed, maar ze deed nog wel haar best om een gesprek te voeren. Dat lukte ook al niet heel goed meer; ze vroeg herhaaldelijk hetzelfde en was voortdurend in de war. Dan is het voldoende om er te zijn. Geruststellend een gesprekje voeren over het weer en het eten. En over haar overleden echtgenoot Jan die ze zich niet meer voor de geest kan halen. Over Roden, waarvan ze niet weet dat ze er ooit gewoond heeft. Of Leek, waarvan ze niet weet dat ze er nu woont.

Er speelde een CD van een Christelijk Mannenkoor op de achtergrond met Johannes de Heer liederen, maar daar hoorde ze kennelijk niks van. Toen ik haar vroeg naar de muziek zei ze dat ze geen muziek hoorde.
“Wat vond jij vroeger een mooi lied”? vroeg ik haar. “De weg was recht, de weg was krom, nooooit kwam Berend Botje weerom!” Ze zong het helemaal helder en keek me stralend aan. “Die ken ik nog wel!” Samen zongen we het hele lied van Berend die naar Zuidlaren ging maar in Amerika terecht kwam. Daarna zongen we De Heer is mijn herder, Ga niet alleen door ’t leven, Welk een vriend is onze Jezus en Scheepke onder Jezus’hoede.

Ze mag dan helemaal in de war en dement zijn, op het moment dat ik iets anders zong dan zij was het weer dezelfde, heel soms een beetje kribbige Zwanny van vroeger. Ze kon heel dwingend zijn als ze het niet met je eens was……ook maandagmiddag kreeg ik commentaar, ik zong per ongeluk wat regels van een eerste couplet van een lied, terwijl zij het tweede zong. “Hij schraagt m’als ik wankel, Hij draagt m’als ik viel!”

Niet meer weten waar je woont en wel discussiëren over een liedtekst; het blijft onbegrijpelijk.