De 6e Franse les van 2018.
Dinsdagavond wandelde ik zo’n 25 minuten door de vrieskou naar onze lesruimte; deze keer had Piet (Pierre op dinsdagavond ) een spreekbeurt. Hij vertelde ons in het Frans van alles over ons drinkwater. We moesten wel goed opletten tijdens zijn verhaal. Veel specifieke termen had hij keurig vertaald, maar die sloten niet helemaal aan bij onze luistervaardigheid. Maar juf vindt het altijd belangrijk dat we de strekking van het verhaal kunnen volgen; dat is in Frankrijk namelijk ook zo.  Door de snelheid waarmee de Fransen spreken en door het bijna altijd aanwezige accent krijg je nooit alles letterlijk mee. Wat wij van Piet begrepen is dat ons drinkwater spotgoedkoop is en dat het in Nederland op het gebied van drinkwater prima geregeld is.

Hoe moeilijk luisteren naar Frans sprekende mensen is, bleek uit het verhaal dat onze juf vertelde. “Wat is Olympische Spelen in het Frans?” vroeg iemand.
“Les Jeux Olympique” was het antwoord. Ze begon wat giechelig te vertellen.
Bij één van haar examens Frans was destijds ook een luistertoets geweest, onderwerp Les Jeux Olympique. Maar in haar zenuwen had ze dat niet goed verstaan. Zij had gehoord “Les jeux, oh, lui pique!” (vertaling: Oh, wat prikken hem de ogen!”).
Daarna had ze de tekst niet goed begrepen. Ze had geprobeerd te ontdekken waarom die ogen zo prikten, maar ze kwam helemaal niet in het verhaal.
Ze haalde geen goed cijfer….. gelukkig kon ze er achteraf om lachen.

Wij hoeven geen examen meer te doen.
Wij zijn al blij als we het huiswerk redelijk foutloos gemaakt hebben; altijd fijn als je dan weer zo’n mooie krul mag zetten!
Dinsdagavond gingen we cijfers oefenen. Juf zei eerst een cijfer in het Nederlands, dat moesten wij in het Frans opschrijven. Daarna zei ze een cijfer in het  Frans en moesten wij het in het Nederlands vertalen. En weer maakte ik dezelfde fout als vroeger op school: ik haalde vingt quatre (24) en quatre vingt (80) door elkaar.
Een deja vu.
Bij één cijfer werd weer even goed duidelijk dat juf onderwijzer is. Die hebben namelijk altijd gelijk. Drie leerlingen hadden opgeschreven ‘cinq cent quarante sept’ (547). Fout. Juf vond dat ze had gezegd ‘cinq cent quarante cinq’ (545).
Had zij het nou niet goed gezegd?
Of hadden wij niet goed geluisterd…..