Eén keer per jaar hebben collega Jacquelien en ik een teamuitje met z’n tweeën.
Vorig jaar was zij bij mij te gast in Roden (zie: ondeugende leerlingen), dit jaar was ik bij haar uitgenodigd in Veendam. We begonnen met een heerlijk broodje bij ‘Kielman‘ in het winkelcentrum.
Jacquelien had gezegd dat we iets historisch gingen doen waarvan ze zeker wist dat ik het leuk zou vinden en ze had gelijk: we gingen naar het Veenkoloniaal Museum.
Dat museum is gevestigd in het oude gebouw van de HBS en later zat daar ook de middelbare school waar Jacquelien op had gezeten.
Het museum geeft een mooi beeld van de geschiedenis van de streek. Het begint bij de préhistorie. Aan de hand van kaartjes, bodemvondsten en klankbeelden zie je hoe het hoogveen is ontstaan, hoe het daarna werd afgegraven en wat voor bedrijvigheid dat teweegbracht. Er ontstond een levendige handel in turf en de veenkoloniën ontwikkelden zich in rap tempo. We werden meegenomen in het scheepvaartverleden van het gebied, er was een winkeltje uit de vorige eeuw, een bruine kroeg en we konden een kijkje nemen in een boot waarmee vroeger turf werd vervoerd. Voor mij bijzonder omdat mijn vader de eerste jaren van zijn leven heeft doorgebracht op zo’n boot (zie mijn blog uit augustus 2015 Schipperskind), mijn opa Vrieswijk was turfschipper. De boot heette toevallig ook Ebenhaëzer, net als de boot van mijn opa.
Ook de opkomst van de stro-karton- en de aardappelmeelindustrie werd belicht.
We zaten als grote pubers met open mond naar een Klokhuisfilmpje te kijken over het fabricage-proces van karton.
Ieder keer als we een nieuwe zaal betraden was ik benieuwd welk stukje van de geschiedenis van de Veenkoloniën er werd belicht, maar Jacquelien wist daarbij bij elke zaal ook welk lokaal het vroeger was. “Hier was vroeger de gymzaal.”
“Hier deed ik mijn eerste scheikunde-proefjes.” Ook de monumentale trap haalde tal van herinneringen naar boven. “Dan stond de conciërge hier in het midden op de trap en als je naar boven ging moest je rechts van hem passeren en als je naar beneden wilde moest je om de balustrade heen en op de trap hem links voorbij. Om geduw en getrek te voorkomen.”
Dit blog vertelt lang niet alles over wat er te zien was; wat een heerlijk, afwisselend museum.
Eén van de leukste dingen was een oud bioscoopzaaltje waar een fimpje zagen van ‘Roaring Veendam” in 1921. Wat een prachtig tijdsbeeld!
Verder zagen we mooie serviezen uit Riga en porseleinen hondjes met een dubieuze achtergrond.
(benieuwd naar die ietwat dubbelzinnige betekenis? Zie Souvenir of dekmantel >>>)
Misschien had je oma wel zo’n hondje. Kijk je dan met heel andere ogen naar……
En wil je weten wat het opzienbarende verhaal is van Vrouw Jonker in de ton, dan moet je toch echt zelf eens naar Veendam; van harte aanbevolen!
Geef een reactie