een alternatief voor 'de waan van de dag'

Maand: februari 2019 Pagina 1 van 3

28 februari: Het kan weer.

Na de voorjaarsvakantie ga ik als het kan weer op de fiets naar het werk.
Deze week kon het weer. En hoe!

Dinsdagavond had ik de fiets-accu nog helemaal opladen, de bandjes opgepompt en de warme handschoenen opgezocht, dus woensdagmorgen was ik er helemaal klaar voor. Het was één van mijn mooiste fietstochten door de Onlanden ooit.
De lucht was onbewolkt en toen ik de Onlanden in fietste was er een piepklein rood-oranje streepje zon te zien aan de horizon. Eenmaal bij Groningen stond hij er als een lichtoranje bol net boven.

De wijdsheid van het gebied, de grote groepen vogels, de uitgestrekte waterplassen en de steeds groter wordende zon: majestueus was het.
De laatste keer dat ik er langs fietste was op 17 oktober. Toen was het gebied nog heel droog. Er was toen in oktober al wel weer wat meer water als in augustus, maar het had nog niet over.
Nu was het weer kleddernat. En heel lawaaierig: de vogels zijn al weer zeer aanwezig.

Vorig jaar heb ik het voorjaar in de Onlanden gemist. Begin maart durfde ik in verband met de hartproblemen niet meer te fietsen en na de hartoperatie kon het een tijdje niet. Pas in juli zag ik de Onlanden weer, maar toen was het voorjaar al voorbij.
Gistermorgen genoot ik van deze eerste voorjaarsfietstocht in het besef dat het weer kon. Wat heerlijk.

Theezakjes-vraag…..

’s Morgens bij de koffie stelde collega Richard mij een theezakjes-vraag: “Wat is het mooiste dat je deze week hebt beleefd?”
Daar hoefde ik niet over na te denken.
De prachtige fietstocht van die morgen tussen 07.00 en 08.00 uur.
En de daarbij horende dankbaarheid dat het weer kan.

Maar het was wel koud…….!

Reageren

27 februari: Een leeuw. Niet? Lion dan…..

Maandagavond fietste ik met m’n gitaar op de rug en een fietstas vol kleine muziekinstrumentjes naar de De Deel: ik was uitgenodigd om een uurtje te komen zingen bij de Maandagavondclub. Een héle gezellige club voor mensen met een verstandelijke beperking uit Roden, Leek en omgeving.

We begonnen met een namenspelletje: hoeveel lettergrepen heeft je naam?
Je kunt je naam klappen en je kunt je naam zingen.
Dit spelletje was ook voor mij wel handig: zo leerde ik alle namen kennen!

Vanuit ons oude Memory-spel had ik een aantal setjes plaatjes meegenomen.
Wie heeft een rode vogel? Tineke.
Wie weet daar een liedje over?
Van het roodborstje!
O ja, deze vogel heeft natuurlijk ook een rood borstje. “Roodborstje tikt tegen ’t raam tik tik tik….”

Een leeuw. Een liedje over een leeuw? Niemand. En in het Engels; een lion?
Pieter, die al mooie rode wangen had van de opgewonden spanning begon al te zingen: “In the jungle, the mighty jungle, the lion sleeps tonight”, even later gevolgd door “A wieieieieieieiei, oe wie oe wie o um ma weeee!”
Dat zongen we ook nog door elkaar heen.
Prachtig om te zien dat iemand zo van zingen kan genieten.

Bij het plaatje van de uil herinnerde Jan zich ‘de Fabeltjeskrant’.
“Hallo meneer de Uil, waar breng je ons naar toe?
Het hele lied werd gezongen, inclusief de gesproken tekst “want dieren zijn precies als mensen, met dezelfde mensen-wensen etc.”
Maar natuurlijk zongen we ook ‘de uil zat in de olmen/koekoek’.

De koster kwam eens even luisteren. Die had buiten ons zingen al gehoord en was nieuwsgierig wat daar toch voor mooi koor binnen zat te zingen.
Glunderende gezichten.

Theo had een plaatje van een boot.
Die had al die tijd met dat plaatje in zijn hand zitten bedenken welk liedje hij kende met een boot; toen hij aan de beurt was riep hij trots: “Ik heb de boot! En ik ken wel drie liedjes met een boot!”
Natuurlijk gingen we die alle drie zingen. Berend Botje, Schuitje varen en varen varen over de baren.

Muziek maakt iets los bij mensen. De begeleiding deed soms ook een duit in het zakje en kwam met oude, bijna vergeten liedjes die bijna niemand kende.
“Ach Margrietje, de rozen zullen bloeien”
Sommige maandagavondclubleden zitten heel erg op te letten en doen uitbundig met alles mee, maar er zijn ook ‘kijkers & genieters’; ze wiegen genoeglijk mee op de maat van de muziek, lachen nog eens lief naar mij en daar blijft het bij.
Met elkaar hebben we drie-stemmig gezongen: 1. mooi 2. vals en  3. dolenthousiast.

Benieuwd naar het verslag van de vorige keer? Lees dan ‘Hoeden en een liedje’>>> uit 2018.

(De namen voor dit blog zijn gefingeerd ter bescherming van de deelnemers) 

Reageren

26 februari: Vegan.

“Zal ik anders koken donderdag?” vroeg Harriët in de voorjaarsvakantie.
Wat een goed idee.
En achteraf heel goed uitgekozen, want donderdag was ik niet helemaal lekker.
Helemaal niet lekker eigenlijk.
Griepverschijnselen maar niet echt ziek, maar wel moe en bluuuh.
Wat heerlijk dat er dan iemand langs komt voor een kopje thee die ook nog kookt!

Als één van de dochters kookt weten we zeker dat we vegetarisch eten.
Ze had thuis al boerenkoolsoep gemaakt.
Het recept daarvoor had ze van internet gehaald: boerenkoolsoep >>>  van het foodblog Foodsels.
Zij had er als finishing touch een handje kokos aan toegevoegd.
Wij hadden nog nooit boerenkoolsoep gehad maar het was verrassend lekker.
Op het bijbehorende blog las ik ook nog dat boerenkool ook een ‘superfood’ is. ‘Dat komt omdat het tjokvol vitamine B12 en vitamine C zit  en daarnaast ook nog een belangrijke bron van Kalium en Calcium is‘ aldus de hippe kok van Foodsels.
Wij eten nog regelmatig boerenkoolstamppot (uit eigen tuin) dus we zijn over de hele linie goed bezig.

Als hoofdgerecht kregen we pasta met spinazie-pesto.
Hadden we ook nog nooit gehad, maar ook dat was erg lekker.
Volgens Harriët was het helemaal niet moeilijk om te maken; ook dit recept had ze van een website gehaald. Die heet “Yup…. it’s vegan!” en wordt bijgehouden door Shannon.
Deze website is in het Engels, hierbij een link naar die pagina: Spinazie-pesto-pasta >>>
Schreef ik van de week al over hè?
Ons Nederlands ver-Engelst.
Onze dochters lezen Engels alsof het Nederlands is.
Wat ik dan wel een giller vind is dat wij een Engelse schoonzoon hebben die Nederlands spreekt met een Drents accent!
De omgekeerde wereld…….

Reageren

25 februari: Daar knap ik van op!

Maandagmorgen.
Er wacht een tjokvolle vaatwasser op mij om uitgepakt te worden en het rommelige aanrecht staat nog vol met afwas.
Er wacht een huis op mij dat opgeruimd en stofgezogen moet worden en er moeten weer boodschappen gehaald. En ik hou niet van huishouden.

Als ik beneden kom piept er één narcisje uit het bollenpotje dat ik zaterdagavond van vrienden kreeg.
Op Radio 5 wordt een vrouw geïnterview. “Wat betekent je verjaardag voor je?”
Heel veel zegt ze. Ze viert het altijd uitbundig buiten de deur. “Mensen doen tegenwoordig zo negatief. Gezeur over dat ze ouder worden. Dat verjaardagen zo’n gedoe zijn. Boodschappen halen, wie drinkt wat. Ik vier mijn verjaardag in de plaatselijke kroeg, dan heb ik zelf ook een leuke avond. Je moet het leven vieren, er wat van maken. Er is veel gebeurd in mijn leven: man overleden, niet gemakkelijk gehad. Daar moet je niet in blijven hangen, maar doorgaan en de fijne dingen die er nog wel zijn benadrukken. Zoals daar zijn: het vieren van je verjaardag. ”

Dan gebeurt er iets in mijn hoofd op maandagmorgen.
Er ontspringt een idee voor een blog in mijn gedachten, dus mag ik vóór alle huishoudelijke klussen eerst achter de computer om dat blog uit te werken.
Toen ik de computer aanzette kon ik het scherm niet zien omdat de zon naar binnen scheen……..in februari!

Het rommelige huis en het volle aanrecht zijn gevolgen van het vieren van het leven.
Gisteren hadden we alle kinderen met aanhang thuis om een vakantie te bespreken die we met z’n achten in het verschiet hebben. We hadden soep, broodjes en verse appeltaart met slagroom. En folders, kaarten, websites en filmpjes van het vakantie-adres waar we dit voorjaar naar toe gaan.
Het is nu 09.05 uur.
Met genoegen zet ik mij aan mijn huishoudelijke taken van deze maandag.

Reageren

24 februari: Mét orgel zingen.

Een viering in de Catharinakerk met Theo van Beijeren; afwisseling van spijs doet eten.
Vanmorgen hoorden we één van de mooiste verhalen uit de bijbel: het moment dat Jozef als onderkoning van Egypte zich bekend maakt aan zijn  broers. Het onderliggende thema was ‘de andere wang’. Niet iedereen zou zo gereageerd hebben als Jozef.
Hij was natuurlijk door zijn broers heel erg slecht behandeld en het zou eigenlijk heel menselijk zijn geweest als hij zijn broers op zijn beurt heel slecht had behandeld. Eigen schuld, dikke bult.
Maar Jozef moet huilen, vergeeft zijn broers wat ze hem hebben aangedaan en ziet in zijn deportatie naar Egypte de hand van God, die heeft voorzien dat Jozef met zijn macht in Egypte de familie van Jacob van de hongerdood zou redden.

Uit het nieuwe testament lazen we dat Jezus zegt: ‘Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan.’ We hoorden dat deze uitspraak niet bedoeld is als ‘Laat maar over je heen lopen’, maar meer als een manier van in het leven staan.
Als iemand je met kwade opzet onheus bejegent, reageer dan niet op dezelfde manier, maar reageer met liefde. Vaak rekent de andere partij daar niet op, die verwacht op zijn actie een re-actie; heel vaak haal je, door niet gelijk boos te reageren, de angel uit de situatie. Voor ruzie zijn immers altijd twee partijen nodig.
De predikant maakte daarbij wel gelijk een kanttekening: sommige situaties zijn te erg (o.a. vrouwenmishandeling/vernedering, kindermisbruik), dan is het niet mogelijk om de andere wang toe keren. “En onder andere daarvoor” vulde de voorganger aan “zijn ze nu bij elkaar in Rome.

We zongen vanmorgen hele mooie, over het algemeen bekende liederen, maar het moet me van het hart dat ze beslist niet mooi gezongen werden.

Hinsz-orgel in de Catharinakerk Roden

Gerhard Duursema was vanmorgen de organist en hij speelt altijd iets trager dan de andere organisten, maar wel erg mooi.
Maar de gemeente luisterde vanmorgen niet naar het orgel.
De gemeente had kennelijk haast.
Soms zong men zelf twéé noten voor het orgel aan…..
Daarom liepen de orgelbegeleiding en de gemeentezang niet synchroon; het kwam de lofzang (die we gaande moeten houden) niet ten goede.

Als je bij een koor zingt, dan is de dirigent degene die het tempo bepaalt.
Toen ik ooit eens met mijn gitaar in een combo aan een Taizé-viering meewerkte dreef ik het tempo kennelijk behoorlijk op. Bernhard Slofstra, destijds dirigent van de cantorij, sloeg met vlakke hand op de piano en riep: “Mevrouw Waninge. Er is hier maar één die het tempo bepaalt en dat ben ik.” Mevrouw Waninge was namelijk gewend om op dat vlak zelf te touwtjes in handen te hebben. Daarna hoefde Bernard maar een wenkbrauw op te trekken……o ja. Niet te snel.
In de eredienst bepaalt de organist het tempo en de gemeente past zich aan.
Vind je het te langzaam, dan kun je het daar later altijd met hem over hebben, maar voor het orgel uit zingen is niet de goede manier om dat kenbaar te maken.

Wij zijn in Roden qua organisten verwend mensen.
En Gerhard speelt misschien wat langzaam, maar we hebben ook organisten die snel spelen, waarbij de gemeente er soms maar wat achteraan hobbelt.
We moeten onze organisten koesteren, naar hen luisteren en mét het orgel zingen.
Dat verdienen ze.

Reageren

23 februari: Sale?

Als het gaat om taal, maak ik me op deze website vooral sterk voor de streektaal.
Maar ondertussen is er ook iets aan de hand met het Nederlands: het ver-Engelst.
De plaatselijk schoenenwinkel begint met de ‘Sale’, heeft ‘new arrivals’ en presenteert de nieuwe ‘Spingcollection’.
Een familielid is onder behandeling in een ziekenhuis en vraagt in een ander ziekenhuis een ‘second opinion’.
Zelf werk ik ‘parttime’, ik hou mijn actiemap ‘up-to-date’, verstuur dagelijks ‘e-mails’, mijn collega’s moeten hun kwartaalrapportage aanleveren voor de ‘deadline’ en ik ‘scan’ brieven voor in het digitale archief.
Alle zaken die betrekking hebben op het werken met een computer zijn so-wie-so (dat is Duits trouwens) in het Engels. Deleten, resetten, saven: we doen het allemaal.

We houden het ook niet tegen.
Onze maatschappij mondialiseert; in het Nederlands zijn zoveel leenwoorden uit andere talen, dat we soms niet eens meer weten wat de oorspronkelijke taal was.
Tijdens de Franse overheersing hebben we heel veel woorden opgenomen in het Nederlands. Kijk nou eens naar de volgende woorden: chèque, condoleren, controleren,  enquête, première, diner, scène, gourmetten, kostuum, étalage; daar denk je toch helemaal niet meer bij na? Ze zijn al zo ver-nederlandsd dat er officieel niet eens meer van die streepjes en dakjes op hoeven. Depot bijvoorbeeld schrijf je in het Frans als dépôt; maar als een accent niet nodig is voor de uitspraak mag je het dus weglaten.
Het woord scene wordt bij ons zowel in het Engels als in het Frans  gebruikt als leenwoord.
De Engelse variant (zonder accent) spreek je uit als ‘sien’ en staat  voor een groep mensen met geheel eigen gedrags en omgangsvormen, terwijl de Franse scène klinkt als ‘sèè-nuh’, waarmee een stuk uit een film of een toneelstuk wordt bedoeld.
Bij het woord  filmscene/filmscène wordt dit goed duidelijk; zonder accent bedoelt men de  filmwereld, met een streepje is het een stukje van een film.

Ook van onze Oosterburen nemen we vrolijk woorden en uitdrukkingen over.  We hebben het hier toch ook gewoon over abseilen, glühwein, überhaupt , beurskrach, lederhose, ‘Hij kent zijn Pappenheimers’ (dat waren Duitsers) , schnabbel, ‘Kommt nicht im Frage’,  ‘Ins Blaue hinein’ en ‘ Ordnung muss sein’.
Of heb ik die drie laatsten nou van mijn vader overgenomen…..

Taal is iets levends en aan verandering onderhevig.
Taal is communicatie (ook een Frans woord).
As wij mekaar maor begriept.
Maar bij ‘springcollectie’ in een schoenenzaak ligt de verwarring op de loer.
Schoenen waar je goed op kunt springen?
En eigenlijk lees ik ook liever ‘uitverkoop’ dan ‘sale’.

Reageren

22 februari: Elizabeth George – de twintigste Lynley.

‘De straf die ze verdient’ is de twintigste thriller in de serie die Elizabeth George schreef om Thomas Lynley en Barbara Havers heen.
Het was al vijf jaar geleden dat ik het 19e deel ‘De dag des oordeels’ las.
Dit boek is helemaal in de stijl van de vorige delen uit de serie en ook deze keer was het weer een mooi boek.

Havers wordt met Isabelle Ardery naar het plaatsje Ludlow gestuurd. Daar heeft een diaken zelfmoord gepleegd, maar de vader van het slachtoffer zet vraagtekens bij de dood van zijn zoon. Het botert niet tussen de twee politiedames en je bent als lezer gewoon opgelucht als Lynley het stokje overneemt. Maar dat is pas halverwege het boek en dan is men voor wat betreft het oplossen van de misdaad nog niets opgeschoten.
En dat is dan ook gelijk het nadeel van dit boek; het is te dik.
Meer dan 700 bladzijden.
En die waren niet allemaal even spannend……veel beschrijvingen van landschappen, woningen, huizen, kleren, straten;  mijns inzien te veel.
Ook nadat Lynley is opgedoken kabbelt het boek maar door en je denkt: wanneer komen we nou te weten wat er precies is gebeurd?
Het werd pas weer spannend bij de laatste 150 bladzijden en dan weet ik weer waarom ik zo graag een boekvan Elizabeth George over Lynley en Havers lees; ze is gewoon een goed auteur.
Maar het mag wel met wat minder woorden/bladzijden.

Reageren

21 februari: Levensvragen in een lied.

Zondagmorgen gingen we niet naar de kerk, want zondagavond werkte de cantorij mee aan een vesper.
Pas om 09.00 uur werd ik wakker; we konden rustig aandoen, rond 11.00 uur werden we bij Gerard’s broer en schoonzus op de koffie verwacht.
Op de radio hoorde ik het begin van ’the Sandwich’, een programma van Jacques Klöters.
Vroeger was dat ’s zondags om 08.00 u op radio 2, toen werden we er iedere zondag mee wakker.
Het klonk nu ook weer heerlijk vertrouwd; hij droeg een gedicht voor en draaide zijn eigen typische zondagmorgenmuziek.

Hij kondigde een nummer aan dat ik kende: ‘James’ van Billy Joel.
“Let vooral op dat ene zinnetje” zei Jacques. “Do what’s good for you or you’re not good for anybody’
Had ik nog nooit bij stil gestaan.
Het lied gaat over twee vrienden van vroeger die samen zijn opgegroeid.
James was altijd zeer plichtsgetrouw geweest en was een studie gaan doen, de ander ‘went on the road’.
James heeft gedaan wat er van hem werd verwacht, de ander heeft het avontuur gezocht.

Nu ze elkaar na al die jaren weer tegenkomen legt de zanger hem de volgende vragen voor:
James, hou je van je huidige leven?
Je hebt je altijd goed gedragen en je hebt hard gewerkt.
Maar zul je altijd blijven wat een ander van jou gedroomd heeft?
Alles is zo zeker en alle anderen zijn tevreden. 

Doe wat goed voor je is, anders ben jij niet goed voor iemand anders.”

“Do what’s good for you or you’re not good for anybody”.

Levensvragen in een lied dat ik al heel lang ken.
Altijd gedachteloos als geluidsbehang beschouwd.
Wat een bijzondere tekst.
Ook eens luisteren? Hierbij een link naar een video >>> op YouYube.

Reageren

20 februari: Lezer van de maand – Hetty Veerman

Hoe kennen wij elkaar?
We kenden elkaar al via de kerk, maar sinds Ada en ik beide een kritieke levensfase hebben gekend, die we als door een engel gedragen hebben overwonnen, voel ik mij zeer met haar verbonden. (zie 19 april 2018 Engels weer >>>)

Waar en wanneer ben je geboren?
Mijn kinderjaren heb ik doorgebracht in het Friese dorp Eastermar,  daarna Hurdegaryp waarna ik voor mijn werk verhuisde ik naar Hoogezand.

Verliefd? Verloofd? Getrouwd?
Sinds mijn huwelijk in 1996 (met Dick Bosman) woon ik in Roden met onze drie, inmiddels volwassen kinderen.

In welke levensfase zit je nu, hoe vul je je dagen?
Ruim 35 jaar heb ik in de financiële sector gewerkt. Hier kwam helaas een eind aan toen ik me te vaak ziek moest melden.  Op dit moment heb ik een aantal vrijwilligersfuncties waar ik me heel goed bij voel (VOR bus, Patiënten Advies Commissie Groninger Transplantatie Centrum , PCOB). Verder geniet ik erg van mensen om me heen en allerlei hobby’s, die allemaal op het creatieve vlak liggen (glas en textiel).

Wat wil je graag met de lezers delen?

MIJN HART TUSSEN JOUW LONGEN

Door domme pech heb ik in een aantal jaren een longziekte ontwikkeld (nooit gerookt) waardoor mijn longfunctie gaandeweg achteruit ging.
Uiteindelijk was  de longfunctie zo slecht dat ik permanent zuurstof nodig had.
Het is niet te beschrijven hoe het voelt om 24 uur per dag te snakken naar lucht.  Dat is echt topsport!

December 2014  kreeg ik groen licht om op de wachtlijst te komen voor donorlongen. Dan begint een periode van permanente alertheid om beschikbaar te zijn voor het verlossende telefoontje dat er een match is. Deze match wordt onder andere bepaald door bloedgroep en grootte van de longen .

Op 18 oktober 2015, een vroege zondagochtend,  na 10 maanden op de wachtlijst,  was er een goede match. Op deze datum vier ik nu ieder  jaar mijn verlongdag.

Het is een hele bijzondere situatie,  je wacht en hoopt op een nieuw leven met lucht en tegelijkertijd weet je dat er ook nabestaanden zijn die op dat moment rouwen om een dierbare.
Na een operatie van ruim 6,5 uur werd ik wakker uit de narcose, had ik lucht en moest ik weer wennen aan een normale ademhaling. Dat was ik na jaren benauwd zijn, bijna verleerd.

Op de zondag drie weken na transplantatie fietste ik door Roden, zonder zuurstof in de fietstas. Ik moest ervaren hoe het voelde om gewoon frisse lucht te kunnen ademen.
Dit was het begin van mijn tweede leven met voor mijn gevoel onbegrensde mogelijkheden: onze kinderen op zien groeien, reizen, sporten en vooral “gewone” dingen kunnen doen.

Zonder jou, lieve donor, had dit nooit gekund!
Al ruim drie jaar klopt mijn hart tussen jouw longen.
Ik wil hierbij diep respect tonen voor mijn (anonieme) donor, de nabestaanden van mijn donor, het chirurgisch team en alle verpleegkundigen van het UMCG en natuurlijk dank aan mijn lieve familieleden en de vele mensen die me door de loodzware periode in mijn leven heen hebben geholpen.

Reageren

19 februari: Mosterdsoep.

Al jaren bezing ik de lof van kok Cor uit het Heijmanscentrum als het gaat om zijn mosterdsoep. Nergens zo lekker. Zelf had ik wel eens geprobeerd om mosterdsoep te maken, maar dat was toen zo scherp dat je bij het eten de tranen in de ogen sprongen.
En dat was niet van ontroering.
Op dat moment nam ik mij voor om dat niet nog een keer te koken.

Maar zondag trok ik de stoute schoenen aan en probeerde het nog eens.
Met een recept van internet kon er mijns inziens niet zoveel fout gaan.
Het was erg lekker. En er kwamen geen tranen; ik had er ook niet zoveel mosterd in gedaan als de vorige keer.

Zo maak je mosterdsoep:
– 50 gram boter 
– 50 gram bloem
De boter smelten (niet bruinen) en daarna de bloem in delen oplossen tot een roux ontstaat.
Roux 10 minuten op heel zacht vuur laten garen.
– 125 gram gerookte spekreepjes alvast knapperig bakken.
– 1 liter tuinkruiden- of groentenbouillon al roerend bij de roux gieten.
Tien minuten zachtjes laten koken, daarna eventuele klontjes fijnmaken met een staafmixer.
– kleine prei in kleine ringetjes snijden
– 1 klein uitje snipperen
Deze fijngesneden groenten toevoegen aan de soep.
– 200 cc kookroom, 2 eetlepels Groningse mosterd en de uitgebakken spekjes ook aan de soep toevoegen.
Nu de soep nog even laten sudderen.

Bijna net zo lekker als die van Cor.

Reageren

Pagina 1 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén